"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gemeente zegt ik Nederlands leren

Vrijdag, 20 november, 2020

Geschreven door: Said El Haji
Artikel door: Marjon Nooij

Een kijkje in de keuken van de NT2-docent

[Recensie] Gemeente zegt ik Nederlands leren is een bundeling columns en tevens het vijfde boek van de Rotterdammer Said El Haji. Schrijven en taal zitten El Haji (Marokko, 1976) in het bloed. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde, en debuteerde in 2000 met zijn enthousiast ontvangen roman De dagen van Sjaitan. Omdat zijn vader in Nederland werkte is El Haji op zesjarige leeftijd met de rest van het gezin ook naar Nederland verhuisd. Thuis werd er steevast Tamazight (Berbers) gesproken, maar binnen een jaar sprak hijzelf Nederlands.

Sinds 2017 geeft hij in zijn woonplaats les in de Nederlandse taal. Als tweede taal welteverstaan, aan anderstalige volwassenen: nieuwkomers en oudkomers die de taal moeten leren in verband met de Wet inburgering. Wie geen gehoor geeft aan deze eis, riskeert een inhouding op de uitkering. Over zijn werk als NT2-docent schreef hij eerder al columns op Vers beton en Facebook die hem enthousiaste reacties opleverden en de vraag of het geen tijd werd om de columns te bundelen.

Het aantal verschillende nationaliteiten loopt in Rotterdam al snel tegen de 180, waardoor de diversiteit tijdens de taallessen groot is. Aan de docent de schone taak om ervoor te zorgen dat zijn cursisten vijfduizend woorden leren herkennen en gebruiken, het verschil leren tussen ‘hebben’ en ‘zijn’, lidwoorden correct gebruiken en wat dies meer zij.

“Veel van mijn cursisten weten écht niet wat leren is. Sommigen denken dat het een magische exercitie is, ze gaan in sneltreinvaart door hun werkboek heen in de veronderstelling dat de kennis als vanzelf naar hen toe komt. Anderen denken dat het een kwestie van overschrijven is, ze nemen alles wat ik op het bord schrijf precies over in hun schrift en kijken daar vervolgens nooit meer naar.”

Archeologie Magazine

Om misverstanden en consternatie te voorkomen worden de huisregels meteen in de eerste les duidelijk gemaakt, zoals omgangsvormen, op tijd komen, niet bidden of roken tijdens de les. Toch komt er meer bij kijken dan alleen woorden leren. Sommige cursisten schamen zich ervoor dat ze de Nederlandse taal nog niet beheersen of komen alleen ‘omdat het nou eenmaal moet’. Door de diversiteit aan cursisten is het een continu aftasten hoe de ander te benaderen. Dat de docent zelf ook oorspronkelijk uit een ander land komt, biedt de cursist vertrouwen en daar krijgt hij maar al te vaak toewijding voor terug.

El Haji beschrijft met veel empathie de kwetsbaarheid van de cursisten, de verlegenheid of zelfs vernedering die ze soms voelen om ten overstaan van de anderen fouten te maken, of hun hartverscheurende verhalen over ervaringen in het land van herkomst, maar ook hun fijne herinneringen, de voldoening en het trotse gevoel dat hij zelf ervaart wanneer hij het zelfvertrouwen ziet groeien, ze langzaam uit hun isolement kruipen en zijn missie slaag. Een docent met zelfreflectie en compassie, hoewel een enkeling ook weleens een wanhopig gevoel kan oproepen. Niets menselijks is hem vreemd!

“De smartphone van Casimir, de Slowaak, is inmiddels drie keer luid en nadrukkelijk overgegaan. Drie keer zijn we opgeschrikt door het geluid van de Crazy Frog, de gehelmde blauwe breedbekkikker van YouTube die denkt dat hij op een Harley Davidson zit. ‘Zet dat ding uit of ga ermee naar de gang!’ heb ik na de tweede keer tegen Casimir gezegd. Helaas, het is hem niet gelukt dat ding uit te zetten en hij wil ook niet de klas uit. Nu die kleine herrieschopper in zijn broekzak voor de vierde keer op de motor stapt, neemt Casimir noodgedwongen zijn telefoon op. Hij gaat flink tekeer in zijn moedertaal. Even later hangt hij weer op. ‘Sorry, meneer’, zegt hij. ‘Wat heb je gezegd?’ vraag ik. ‘Ik zeggen hij niet bellen naar mij. Nu heb ik school. Belangrijk voor mij.'”

Een bundel verhalen van een NT2-docent die zijn cursisten met een open blik tegemoet treedt. De verhalen zijn soms schurend, aandoenlijk, hartveroverend, vermakelijk, maar geven een prachtig beeld van de hobbels die de cursist – nieuwkomer én oudkomer – op zijn pad vindt en moet overwinnen, ervaringen, achtergrond, het wennen aan en begrijpen van de mores van het land waar ze misschien niet eens expliciet voor hebben gekozen. Een afspiegeling van de lastige hindernissen waar de taaldocent en de cursist mee dienen om te gaan. Moeilijkheden waar we m000aar al te gemakkelijk aan voorbij gaan. Een eye-opener.

Dit boek verdient een groot publiek.

Eerder verschenen op Met de neus in de boeken