"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De krochten van het Vourlé

Donderdag, 7 januari, 2021

Geschreven door: Marc-Antoine Mathieu
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Dwalen door het labyrint dat het Louvre heet

[Recensie] Toen ik als student een jaar in Parijs studeerde en het Musée du Louvre regelmatig bezocht, heb ik me eens een hele dag beziggehouden met het bekijken van alle Griekse beschilderde vazen in de collectie oudheid. Het Louvre is met zijn honderden zalen een van de grootste musea van de wereld, met een enorme collectie schilderkunst, maar ook oudheid. In 2018 had het Louvre ruim 600.000 kunstwerken, waarvan 38.000 tentoongesteld. Ik heb er menig uur van dat jaar rond gelopen, ook omdat er telkens nieuwe gasten uit Nederland kwamen en die wilden allemaal het Louvre zien. Ik parkeerde ze dan in de galerij waar de Mona Lisa hangt en ging dan zelf op onderzoek uit, naar de volgende zaal, in de volgende galerij. Regelmatig verdwaalde ik er.

Het Louvre heeft alles van een labyrint. Zeker sinds halverwege de jaren tachtig, zo ongeveer toen ik er studeerde, de Pyramide werd toegevoegd en er grote roltrappen verschenen, lijkt het wel op een bibliotheek zoals de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges ze zo mooi kon beschrijven. Elke roltrap brengt je naar een ander gedeelte. Magisch.

Sinds een aantal jaren heeft het Louvre een bijzonder project. Het museum laat gevierde striptekenaars toe die met een eigen budget en visie het museum in een ‘graphic novel’ neerzetten. Het project heet Un Autre Regard. Het Louvre wil zo een breed en jong publiek interesseren voor het museum.

Een van de laatste boeken in dit project is De krochten van het Vourlé. Nu heb ik een lastige relatie met graphic novels. Ik ben van de letters, niet van het beeld. Ik lees liever boeken dan stripboeken. Vertaler Toon Dohmen heeft me eerder als eens proberen uit te leggen dat er een heel nieuw genre in de literatuur is ontstaan, van het literaire stripboek, waarin beeld en tekst tot grote hoogte stijgen.

Dans Magazine

Met enige regelmaat ontvang ik boeken in dit genre die Toon vertaalde. Hij geeft niet op me te overtuigen. Ik heb me voorgenomen ze allemaal te lezen en zo langzaam aan het genre te wennen. Eerder besprak ik zo al de getekende biografie over Goscinny, de tekenaar van Asterix en Obelix, Het verhaal van de Goscinny’s. Ik was niet overtuigd en las liever een gewone (tekst)biografie. De krochten van het Vourlé sprak me meer aan. In het boek, helemaal in zwart-wit getekend, inspecteren twee mannen de kelders van een enorm museum het Vourlé genaamd, waarin we direct het Louvre herkennen. Hun opdracht: oude aanwinsten van het museum onderzoeken.

Het wordt een eindeloze tocht. Telkens ontdekt het tweetal weer nieuwe gangen en nieuwe vertrekken. In de een staan alle gietvormen die ooit gebruikt werden om beelden te maken. In een ander is een gigantische hoeveelheid lijsten opgeslagen en zegt de medewerker dat de lijsten eigenlijk belangrijker zijn dan de kunstwerken. De reis duurt en duurt, weken, maanden, jaren. We leren over de relatie tussen echte schilderijen en hun vervalsingen (“vervalsingen op basis van kopieën zijn een bijzonder geval. Die zijn in zekere zin heel zuiver: Het zijn zogezegd oprechte vervalsingen.” p.31). In een andere zaal worden supposten opgeleid en die moeten oefenen met ‘Tss Tss Tss’ zeggen als mensen te dicht bij een schilderij komen: “… want een goede ‘Tss Tss Tss’ doet de bezoeker die de fout ingaat beseffen dat u even gesteld bent op het werk als hij, maar dat u er bent om te zorgen dat het met meer eerbied wordt benaderd.” p.51 Het mooist is wel de scene waarin het duo op dag Veertienduizend vijfhondervijfenzestig in een kamer een oude bebaarde medewerker tegenkomt die een lange rij schilderijen bestudeert. Het icoon heet dit hoofdstuk. Het zijn allemaal portretten, van dezelfde vrouw: “Al deze portretten zijn verschillende versies… variaties op een glimlach.” “De variaties zijn subtiel en het is nooit iemand opgevallen: de bezoekers denken dat er maar één meesterwerk bestaat!… hihihi.” p.54 We zien de portretten niet in het stripboek, maar iedereen snapt om welk schilderij het gaat.

En zo gaat de tocht verder. Het museum is eindeloos en wie er binnentreedt zal er ook blijven, een labyrint waar geen ontsnappen aan is. De krochten van het Vourlé speelt met het gegeven van een alsmaar uitdijend museum, met steeds meer kunstwerken, steeds meer opslagruimtes, steeds meer medewerkers. Niemand kan in zijn leven 600.000 kunstwerken kennen, zelfs niet de 38.000 die het Louvre tentoonstelt, het is onmogelijk om alles te kennen en te snappen. Het is net als met boeken, alles lezen kan niet, alles weten is onmogelijk, zeker als je weet dat er elk jaar weer honderdduizenden bijkomen. Er is straks geen overzicht meer mogelijk, je hebt experts nodig die de experts die de kunst in zo’n gigantisch museum onderzoeken, onderzoeken. Aan het eind van het boek, als de twee mannen al meer dan 45 jaar het museum hebben doorgetrokken en ze zelf inmiddels stokoud zijn geworden, zeggen ze tegen elkaar:

“'[…] toch denk ik dat ik alles heb bezocht… Van het prentenkabinet tot de grote opslagplaats van miniaturen en…
… het magazijn waar de maquettes liggen opgeslagen…
Heb ik de grenzen niet uitputtend verkend? Wat heb ik niet bezocht, gekwantificeerd, geïnventariseerd?’
‘De kern?’
‘Wat bedoel je?’
‘Ik denk dat de onbegrensdheid van dit universum erop duidt dat er een kern bestaat…’
‘De kern bestaat maar laat zich niet kennen… Is dat het soms?’
‘Eh ja, maar … De wegen naar het onkenbare zijn de wegen waar het om gaat.’” p 57

Het gaat met andere woorden niet om het doel van deze reis, de reis zelf was het doel. Mooi! Toon Dohmen je hebt me weten te overtuigen. Ik ga nu snel de graphic novel over Nick Cave lezen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Het boek is onder andere hier verkrijgbaar

Boeken van deze Auteur: