"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De jongen die nooit heeft bestaan

De zestienjarige Mani leeft voor films. Wanneer hij slaapt, raken ze verweven met zijn leven. Wakker beweegt hij zich aan de rand van de maatschappij. En dan komt de Spaanse griep aan land: tienduizenden mensen worden ziek, honderden patiënten sterven. De epidemie verscheurt de veilige, vertrouwde wereld en een donkerder en grimmiger werkelijkheid neemt het over. Maar voor Mani betekent het een bevrijding.

Informatie

Er verschijnt op korte termijn een recensie over dit boek