"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De zomer van het aas

De kadavers van zesenveertig schapen, per ongeluk gedood door de honden van het gehucht, liggen opgestapeld onder de smoorhete golfplaten van de schaapskooi, in afwachting van de vilder. De kinderen spelen wie het langst de bedwelmende lijklucht kan verdragen. De verteller en zijn vriend Jonas groeien op in een Frans white trash-milieu dat mijlenver afstaat van de idyllische omgeving waar Belgen en Nederlanders bij voorkeur hun buitenhuis bezitten. Maar hun jeugd is niet van alle lichtheid, tederheid of schoonheid verstoken. In een drieluik – kindertijd, tienertijd, begin van de volwassenheid – volgen we de initiaties van de levenshongerige verteller. Simon Johannin schetst in De zomer van het aas de zorgeloze wreedheid van een plattelandsjeugd op een af- gelegen Franse berg, omringd door armoede, alcohol en geweld, vuil en verveling, de alomtegenwoordige dood van dieren en mensen. Johannin hanteert daarbij een filmische schrijfwijze met een grote poëtische zeggingskracht.

Informatie

Recensies