"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gedichten I

Dit is het eerste deel van een tweedelige bloemlezing van het werk van de Israëlische dichter Yehuda Amichai. Amichai (1924-2000) werd in Duitsland geboren als Ludwig Otto Yehuda Pfeuffer. In 1935 emigreerde hij met zijn ouders, broers en zussen naar Palestina, dat in die tijd onder Brits mandaat stond. Zijn eerste dichtbundel verscheen in 1955 en die wordt beschouwd als een keerpunt in de Israëlische poëzie. Behalve ruim 3.000 gedichten schreef Amichai ook twee romans, korte verhalen en toneelstukken, maar zijn bekendheid heeft hij vooral te danken aan zijn gedichten, die in 40 talen zijn vertaald. Amichai kreeg verschillende literaire prijzen en kwam in 2000 op de shortlist van de Nobelprijs voor de literatuur. Helaas overleed hij nog voor er een keuze was gemaakt. De straten zijn nieuw De straten zijn nieuw, schoenen pas gister gekocht, maar het lopen is oud en geërfd. En we begrepen de regen pas toen het al droog was en toen in de wereld over verleden en toekomst en heden gesproken werd. In de verre vallei werd een bond gesloten. Fabels over mensen werden aan de vossen verteld. De gedichten zijn vertaald door Tamir Herzberg en Tsafrira Levy.

Informatie