"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gesprekken met Goethe

In augustus 1821 stuurde Johann Peter Eckermann zijn poëziedebuut, ‘Gedichte’, naar de dan tweeënzeventigjarige vorst van de Duitse en Europese letteren, Johann Wolfgang von Goethe. Goethe reageerde niet. Twee jaar later lukte het Eckermann wél het contact met Goethe tot stand te brengen. Daarmee was de kiem gelegd voor een van de mooiste boeken uit de Duitse literatuur: ‘Gespräche mit Goethe in den letzten Jahren seines Lebens’. Voor Goethe was bij het ouder worden het gesprek een van de belangrijkste vormen van communicatie geworden. In de gesprekken met vrienden en vereerders voert hij vrijwel dag in dag uit zijn nog altijd boeiende dialoog met de wereld. Eckermann heeft de gesprekken veelal achteraf gecomponeerd. Zelf typeerde hij dit boek aldus: “Wie in het bezit is van Goethes werken, kan de eigenlijke Goethe niét volledig bezitten als hij deze gesprekken niet aan zijn bestand toevoegt.” In de ‘Gesprekken met Goethe’ is Goethe inderdaad compleet aanwezig, met al zijn geleerdheid, ironie, grillen, humeuren, invallen en anekdoten. Het schitterendste boek van Goethe. […] een literair meesterwerk.” – Boudewijn Büch