"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Herkomst bij verstek

Het romandebuut ‘Défaut d’origine’ (Herkomst bij verstek) van Oliver Rohe verscheen in 2003.

Vanaf de eerste regels dompelt ‘Herkomst bij verstek’ de lezer onder in het hoofd van de verteller, een zekere Selber, die een vliegreis onderneemt naar zijn geboorteland, hoewel hij zichzelf had gezworen er nooit meer terug te keren, het zelfs voorgoed te vergeten. Een tweede personage, Roman, een oude vriend die daar is gebleven, dringt al snel het boek binnen. Zijn gedachten raken onlosmakelijk verweven met die van de verteller in een ononderbroken stroom van woeste duisternis.

De ontkenning van het vaderland, de oorlog, de castrerende moeder-zoon verhouding, de opsluiting, de ziekte, het zoeken naar identiteit (of liever de noodzaak om zich ervan te ontdoen), het lichaam en de grenzen die het oplegt, de verhouding tot de Ander en tot Elders: allemaal thema’s die elkaar opvolgen en doorspekt zijn met opmerkingen over de rol van de taal waarin men zich uitdrukt, of die van het schrijven zelf, van het spreken of het zwijgen.

Allengs zijn we getuige van de depersonalisering van Roman, die zichzelf steeds meer lijkt te verliezen om als het ware te versmelten met de Ander (eerst met voorwerpen, dan met zijn vrienden, dan met de Franse taal. Zijn enige verweer is de vlucht in het schrijven, in de ruimste zin van het woord). Niet alleen Romans persoonlijkheid blijkt aldus te verwateren, ook die van de verteller zelf, die de woorden van zijn vriend aanhaalt, zijn gedachten denkt en alleen nog door zijn mond lijkt te kunnen spreken.

Oliver Rohe houdt een groeiende dramatische spanning in stand tot het fundamentele ‘oorsprongsgebrek’ wordt onthuld.

Informatie

Recensies