"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het huis aan het einde

Irwan Droog deed waar de meeste mensen alleen maar van dromen: hij verliet de drukte van de Nederlandse stad om samen met zijn vriendin en hond op een minuscuul, afgelegen eilandje in Noorwegen te gaan wonen. Te midden van de talloze trekvogels en loslopende schapen ziet hij de seizoenen komen en gaan, van noorderlicht tot middernachtzon. In de tussentijd duikt hij in de geschiedenis van het eiland en zijn bewoners. Zo ontmoet hij visser Knut, die al zijn leven lang op het eiland woont, Eivind, die elk voorjaar voor de eidereenden zorgt, en Heidi, die er de liefde vond en nooit meer weg wil.