"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het saaie, het gewone

Oeverloze ouwehoer of geniale poëet? Wie de gedichten van Dmitri Danilov (1969) leest, komt onherroepelijk bij één van deze extremen uit. Niemand anders weet het leven in zijn grootsheid en nietigheid zo onderkoeld te beschrijven als hij. In zijn terloopse cadans schuilt zowel de magie als de demystificatie, de overwinning als de nederlaag, de sensatie als de verveling. Dat Danilov gelijk een voddenboer alles, ja werkelijk alles zijn gedichten binnen trekt – van verkreukelde bussen tot plastic stadionstoeltjes – maakt hem tot een zeldzaam toegankelijke dichter. Maar sommigen zien de poëzie graag op een voetstuk en kunnen Danilovs passionele gesnuffel aan de dagelijkse dingen niet aan. Dmitri Danilov (1969) is schrijver te Moskou. In alle landen waar zijn werk verschijnt, bouwt hij een vaste schare fans op. Bij Douane verschenen eerder de romans ‘De zwarte en de groene’, ‘De horizontale stand’ en ‘Beschrijving van een stad’. ‘Danilov creëert afstand om het leven te kunnen overzien, ordenen – om de ontroering te kunnen toelaten.’ – A.H.J. Dautzenberg

Informatie

Recensies