"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het wolkenpaviljoen

Met het stranden van zijn huwelijk komt een architect tot een confronterend inzicht: waar hij voor andere gezinnen huizen ontwerpt, is hij zijn eigen thuis verloren. Niets lijkt meer voor de eeuwigheid, zijn ontwerpen krijgen op de tekentafel al een houdbaarheidsdatum opgelegd. Hij ervaart niet alleen een uitholling van zijn vak, maar ook van zijn ziel. Om zijn inspiratie te hervinden keert hij terug naar Japan, naar de tempels en tuinen die hem als jonge architect hebben gevormd. Hij verdiept zich in de rituelen rond de Ise Jingu-tempel, het heiligdom van tweeduizend jaar oud dat iedere twintig jaar wordt afgebroken en nieuw opgebouwd. Tegen de achtergrond van de Japanse cultuur reflecteert hij op zijn wortels, hoe het landschap van zijn jeugd van invloed is geweest op de loop van zijn leven. In Het wolkenpaviljoen schetst Jannie Regnerus de val en veerkracht van een architect die voor zichzelf en zijn dochter een nieuw thuis probeert op te bouwen. ‘Dat Regnerus in klein en kort bestek indrukwekkende sensaties zintuigelijk en glashelder weet te verwoorden, maakt haar tot een kleine meester. En kleine meesters zijn, zoals men weet, niet zelden de grootste.’ ‘In een gevoelig verhaal laat Regnerus de dingen spreken. Haar proza is van een meditatieve, zuiver Japanse weemoed.’ Arjan Peters, de Volkskrant

Informatie