"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Houthakken

In Houthakken. Een afrekening doet de ik-verteller verslag van zijn waarnemingen, associaties, herinneringen, gedachten en gevoelens tijdens een avondmaaltijd bij het echtpaar Auersberger in de Gentzgasse in Wenen. Op deze avond komt hij na meer dan twintig jaar zeer tegen zijn zin weer terecht in de kring van kunstenaars waartoe hij als beginnend schrijver zelf ooit behoorde. Die dag hebben ze een van hen, Joana, begraven, die zich van het leven beroofd heeft. Als eregast hebben de Auersbergers een acteur van het Burgtheater uitgenodigd, die pas na middernacht arriveert omdat hij eerst nog als de Ekdal in De wilde eend van Ibsen moet optreden. De avond ontwikkelt zich tot een beproeving voor de ik-verteller, die het gezelschap vanuit een oorfauteuil observeert en zich naarmate de uren verstrijken meer en meer opwindt over wat er van het gezelschap en van hemzelf in de loop van de tijd geworden is. De leukste roman die ik ooit las blijkt na herlezing ook een van de pijnlijkste te zijn. (Bas Heijne, NRC) Waarom is Bernhard hier buiten zijn toneelwerk nauwelijks bekend en waarom is zijn boek Holz­fällen nog steeds niet vertaald? (Jeroen van Kan /Wim Brands)

Informatie