"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Lopen op het plafond

Een jonge vrouw, Nunu genaamd, verhuist naar Parijs voor een nieuwe start, het huis van haar jeugd en de nasleep van haar moeders dood in Istanbul achter zich latend. Ze kent niemand in de stad: ze snakt naar verbinding.

Op een dag komt ze bij een boekhandel M. tegen, een oudere Britse schrijver, wiens boeken over Istanbul Nunu altijd bewonderd heeft. Voor ze het weet wandelen ze samen door de straten van Parijs en voeren ze lange gesprekken, tot laat in de avond. De zonderlinge overeenkomsten tussen beiden leiden tot een ongewone vriendschap. M. werkt aan een nieuwe roman die zich afspeelt in Turkije en Nunu vertelt hem over haar familie en haar ouderlijk huis. Terwijl ze dat doet gaat ze tegelijk de confrontatie aan met haar vroegere relaties, haar moeders stille woede, haar vaders dood en de aanzwellende onrust in Istanbul. Hun intimiteit verdiept zich, net als Nunu’s angst dat ze M. te veel onthult, dat ze te veel van zichzelf prijsgeeft.

Lopen op het plafond biedt de lezer een openhartige glimp van het leven van een jonge vrouw op weg naar zichzelf en gaat over de werking van het geheugen, het vertellen en verzinnen van verhalen, en over de plekken, echt of denkbeeldig, waar we niet aan kunnen ontsnappen.

Informatie

Recensies