"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Om wie wij waren

Als ze zes zijn, komt Mila hun leven binnengestapt. Op hun drieënveertigste stapt ze er, even dramatisch, weer uit. Hun wegen scheidden zich en kruisten elkaar, maar altijd bleven zij met elkaar verstrengeld. Ook de dood en kinderen liepen onlosmakelijk met hen mee. Hun achtergrond heeft onuitwisbaar een stempel gedrukt op wie ze zijn geworden: zowel het gezin waarin ze opgroeiden als de stad waar ze thuishoorden. Antwerpen, waar de geëscaleerde multiculturele verschillen de breuklijnen in de vriendschap wisselend aftekenden of overbrugden en ook hun professionele toekomst in zwart-wit stelden. Mila’s dood dwingt de anderen de balans op te maken: wie ze geweest zijn en wie ze nog kunnen – of willen – worden. De begrafenis zal hen opnieuw samenbrengen.