"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Roest

Zomer, 2002. De zevenjarige Szymon speelt met zijn vriendje bij het spoor en heeft geen idee dat zijn leven voorgoed zal veranderen: bij thuiskomst blijken zijn ouders bij een auto-ongeluk te zijn omgekomen. Tośka, zijn excentrieke grootmoeder, vangt hem liefdevol op. Maar in Chojny, waar ze woont, is iedereen getekend door de Tweede Wereldoorlog.
Terwijl we Szymon zien opgroeien, verliefd worden, zijn oudste vriend verliezen, ontvouwt zich langzamerhand Tośka’s hartverscheurende geschiedenis.

Informatie