"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Sloddervosje

Sloddervosje Stel, niemand trekt zich iets van je aan. Zelfs je moeder niet. Je zwerft maar een beetje rond en je verveelt je suf. Dan zie je die rare schilder. Hij schildert groene luchten! Onderaan schrijft hij zeven mooie letters: V i n c e n t. En dan gaat hij jou ook nog tekenen. Hij noemt je sloddervosje, terwijl hij er zelf ook niet echt netjes uitziet! Wat doe je dan? Ga je ‘m ook pesten, zoals een boel kinderen in het stadje doen? Of word je dikke vrienden? Op een dag, half juni 1888, zit Vincent van Gogh net buiten Arles te schilderen. In een brief aan een Engelse vriend schrijft hij dat het een “riviergezicht met een groenachtige hemel” wordt. Dat schrijven onderbreekt hij omdat hij bij de rivier een “slordig klein meisje” ziet. Hij maakt in de brief snel een tekeningetje van haar. Later heeft hij daar een schilderijtje van gemaakt. Dit slordige kleine meisje heet in dit verhaal Sloddervosje. Zij heeft nu een naam gekregen en een leven. Maar een gezicht had ze al, voor altijd – gekregen van Vincent. Met illustraties van Heleen Wilkens

Informatie