"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Voor moedertaal en vaderland

Verguisd, belachelijk gemaakt, onleesbaar verklaard. Nochtans is hij de enige Vlaamse auteur wiens volledige werk in het Frans en het Duits vertaald werd, en van wie veel werken ook in andere talen verschenen. Een schrijver die bij de uitgave van zijn ‘honderdste boekdeel’ in Brussel gevierd werd door tienduizenden lezers. De eerste man die het aandurfde op het Belgische grondgebied een roman in het Nederlands te publiceren. Hij stond aan de wieg van de eerste Vlaamse krant, hij promootte onderwijs voor vrouwen, hij ijverde voor het gebruik van de volkstaal in openbare besturen en in rechtszaken, en vocht tegen iedereen die het Nederlands als cultuurtaal door het Frans wilde laten verdringen. De schrijver die het lezen van boeken populair maakte bij het gewone Vlaamse volk, en die zich veel minder conservatief opstelde dan men laat uitschijnen. De man die ijverde voor de ontvoogding van de Vlaamse Belgen en hun met De Leeuw van Vlaanderen hun eigen epos gaf, heeft eindelijk een biografie: Hendrik Conscience. Johan Vanhecke (1957) is hoofd archiefverwerking van het Letterenhuis, en redacteur van de literaire tijdschriften Zacht Lawijd en Zuurvrij. Hij schreef o.m. Het Antwerpen van Hubert Lampo (1993), De Flandriens van Hugo Verriest (1997), In de ban van de hobbit (2005) en Johan Daisne: Tussen magie en werkelijkheid (2014). Zijn studie over de Halewijnballade, Het hoofd werd op de tafel gezet (2000), werd bekroond met de Provinciale Prijs voor Geschiedenis en Volkskunde. ‘Eindelijk het hele leven van Conscience tot leven gebracht! Ik heb het geboeid in één ruk uitgelezen.’ — prof. dr. Lode Wils ‘Literair-historisch is Conscience de onbetwiste stamvader van de Vlaamse Letteren. Topwerken als De loteling bewijzen het sociale fundament van zijn erfenis, die zich geen betere behoeder en ambassadeur kan wensen dan Johan Vanhecke.’ — Tom Lanoye

Informatie