"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zie: liefde

Zie: liefde wordt beschouwd als één van de grote boeken van de twintigste eeuw. Het wordt op scholen gelezen en op universiteiten bestudeerd, en in Jeruzalem is er voor de vrienden van Momik, de bedachtzame jongen, werkelijk een ‘Momik-wandelroute’. Reden genoeg om de ontroerende en toch uiterst komische roman in een zorgvuldig herziene en mooie uitgave opnieuw toegankelijk te maken. Jonge én oude lezers over de hele wereld zijn nog steeds geïmponeerd en betoverd door de negenjarige Momik met zijn tomeloze nieuwsgierigheid en eigenzinnige fantasie. Als zijn grootvader Ansjel, van wie iedereen gelooft dat hij door het ‘nazibeest’ om het leven is gebracht, veertien jaar na de oorlog uit het gekkenhuis in Jeruzalem wordt ontslagen en kleumend en brabbelend voor de deur staat, wil – nee, móet Momik weten hoe dat nazibeest eruitziet, en wat het zoal vreet. Dan kan hij het in de kelder voederen en temmen. Dan laat het zijn grootvader eindelijk met rust. Maar die vindt geen rust. Alsof hij dwangmatig telkens weer zijn verhalen moet vertellen over de ‘kinderen van het hart’ die hem als schrijver van kinderboeken beroemd hebben gemaakt en die Obersturmbannführer Neigel steeds weer wilde horen. En in een poging nader uit te leggen waartoe de mensen goedschiks of kwaadschiks in staat zijn, heeft Grossman een encyclopedie van ‘noodzakelijke grote woorden’ toegevoegd, die Ansjels levensverhaal onder lemma’s van ‘Liefde’ tot ‘Untermensch’ en van ‘Seks’ tot ‘Wonder’ verder vertellen.

Informatie

Recensies