Begin december werden het rapport van de PISA test uit 2018 gepubliceerd. Sindsdien is er veel te doen geweest in het nieuws en de media over de ontlezing van de Nederlandse jeugd. Vorige week kwamen het nieuwe beleidsplan van het Nederlands Letterenfonds en een aanscherping van de bibliotheekwet voorbij in het nieuws. Deze overheidsinitiatieven zullen de zorgelijke scores van de inmiddels twee jaar oude PISA test op moeten krikken.
Nederland scoorde voor het eerst sinds het begin van het Programme for International Student Assessment lager dan het gemiddelde van beide de EU-15 en de OESO. In 2012 staken we er nog met comfortabele afstand bovenuit. Een kwart van Nederlandse 15-jarigen is op het laagste niveau van de test geëindigd. Hiermee loop je volgens het programma risico op laaggeletterdheid als volwassene. In 2003 scoorde nog maar elf procent zo laag. In het rapport is ook te vinden dat met name kinderen van laagopgeleide ouders een steile daling in leesvaardigheid vertonen. Naast de algemene daling is er dus sprake van een groeiende kloof tussen het laag- en het hoogopgeleide deel van de bevolking.
Nauwelijks leesplezier
PISA doet ook onderzoek naar het leesplezier van Nederlandse jongeren, en dat vinden we de grote boosdoener. Het genot van een goed boek is de jeugd vreemd, Nederland scoort ver onder het gemiddelde van de OESO en de EU-15. Dit zal ook de reden zijn dat we voornamelijk investeringen zien in bibliotheken en nieuwe vormen van literatuur (zie de artikelen over het Letterenfonds en de bibliotheekwet).
Het lijkt erop dat de kapitaalnaalden de juiste aderen te pakken hebben. Nu nog de injectie. Nederland stopt een miljard per maand in het schuldenpotje, maar wat hebben we aan al onze schaapjes op het droge als de kinderen ze niet kunnen scheren? Onze zuinigheid kan Nederland nog wel eens duur komen te staan. Laten we echter niet alle verantwoordelijkheid bij de overheid leggen, gris dat mobieltje eens uit hun handen en geef uw kinderen een goed boek, of beter nog, stuur ze naar de lokale bieb!
—
Door Remus Thijssen.