"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

15 eeuwen Nederlandse taal

Dinsdag, 7 april, 2020

Geschreven door: Nicoline van der Sijs
Artikel door: Bart Deckx

Nederlands leeft!

De geschiedenis van het Nederlands – de moedertaal van meer dan 25 miljoen mensen – gaat terug tot het Indo-Europees. Na een lange ‘prehistorie van de taal’ ontstonden in de zesde eeuw de eerste Oudnederlandse dialecten die langzaam uitgroeiden tot de moderne standaardtaal. Dat proces wordt door Nicoline van der Sijs met grote eruditie beschreven in 15 eeuwen Nederlandse taal.

[Recensie] In 2005 publiceerde van der Sijs De geschiedenis van het Nederlands in een notendop, waarvan nu een volledig herwerkte en uitgebreide nieuwe versie verschijnt. De rode draad van 15 eeuwen Nederlandse taal? Nederlands leeft! Zoals elke taal bevindt ook het Nederlands zich niet in een vacuüm. Taal is onlosmakelijk verbonden met cultuur, economie, politiek en wetenschap. Het Nederlands is de afgelopen 15 eeuwen fundamenteel veranderd en blijft ook continu veranderen. Langzaam maakte het zich los van het Indo-Europees om via het Germaans uit te groeien tot het Oudnederlands. Uit de achtste eeuw dateert dan ook het oudste bewaarde Nederlandse zinnetje “Maltho thi afrio lito” – “Ik zeg je: ik maak je vrij, halfvrije.” – voor moderne lezers quasi onbegrijpelijk. Van de twaalfde tot de zestiende eeuw spreken we van het Middelnederlands. Beide tijdsvakken worden gekenmerkt door een grote variatie in het taalgebruik. Net die variatie zal in de volgende 500 jaar stelselmatig afnemen wanneer de verschillende taalvarianten naar elkaar toe groeien. Pas in de twintigste eeuw is de “geaccepteerde variatie binnen de standaardtaal groter geworden, zowel in de uitspraak als op grammaticaal vlak.”

Het Standaardnederlands is het resultaat van politieke beslissingen in de negentiende en twintigste eeuw, wanneer Vlaanderen en Nederland gingen samenwerken in de Taalunie. Standaardisering van de taal betekent dat een bepaalde variant (vaak het Zuid-Hollands) bevorderd werd in het onderwijs, de media en bij de overheid. Enigszins paradoxaal misschien, maar de standaardtaal zorgde dus voor een afname van de taalvariatie en is eigenlijk een poging om de levende taal in een keurslijf te dwingen. Taalverandering is cruciaal. Taalpuristen krijgen dan ook een stevige veeg uit de pan: “De kracht van een taal is juist dat hij altijd meegroeit en altijd bruikbaar blijft. Er is geen reden om aan te nemen dat een bepaalde historische fase van het Nederlands beter of slechter zou zijn dan een andere. De enige taal die niet verandert, is een dode taal.”

Hoe ziet de toekomst van het Nederlands eruit? Een glazen bol heeft niemand, maar dat het moderne Nederlands verder zal evolueren, spreekt voor zich. De toenemende migratie zal tot taalverandering leiden, maar “de vorm van het moderne Nederlands is voor een groot deel te danken aan migratie en taalcontact. (…) Het Nederlands is al meer dan drie millennia verrijkt door andere talen.” Het Nederlands blijft een krachtige, levende taal.

Boekenkrant

Nicoline van der Sijs schrijft met kennis van zaken. Alle aspecten van de rijke geschiedenis van het Nederlands worden omstandig toegelicht – etymologie, woordvorming, spelling, klank en uitspraak, zinsbouw et cetera. Helaas wordt het verhaal zo ook erg specialistisch en soms ook opsommend, al is het rijkelijk gestoffeerd met voorbeelden. In die zin is het boek eerder gericht op taalkundigen en niet op het brede publiek, al krijgt de geïnteresseerde leek ook heel wat interessants voor de kiezen, zeker naarmate het boek de moderne tijd nadert.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles