"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

200 jaar homeopathie

Maandag, 19 augustus, 2019

Geschreven door: Filip Van Beurden
Artikel door: Jan Willem Nienhuys

Homeopathie in België

[Recensie] Wat is homeopathie? Zelfs trouwe gebruikers weten het na al die jaren nog steeds niet. Filip Van Beurden vertelt in 200 jaar homeopathie, een onverdund kritische bespreking, dat hij honderden personen vroeg wat een homeopathisch geneesmiddel was. Drie kwart meende dat het ‘natuurlijk’ of ‘op basis van planten’ was. Het resterende kwart beaamde dat de hoge verdunningen het meest kenmerkend zijn of dat een antwoord dat begint met ‘een geneesmiddel dat…’ niet goed kan zijn omdat een homeopathisch middel doorgaans gewoon suiker is. Ook de trouwe gebruikers, vele fervente gelovigen en personeel van apotheken hebben geen flauw idee wat homeopathie eigenlijk is. Van Beurden ging in tien apotheken vragen om nadere inlichtingen over Oscillococcinum. Eén keer hoorde hij dat het een middel is op basis van ananas en maar één keer zei de apotheker dat Anas barbariae een soort eend was. Of men in die apotheken wist wat 200K inhoudt, vertelt hij niet.

Wet-Colla

In België is er de wet-Colla uit 1999, die onder meer de homeopathie erkent. De registratie van homeopaten werd pas in 2014 geregeld: men moet arts, tandarts of vroedvrouw zijn en een universitair diploma homeopathie hebben. Artsen moeten vierhonderd uur studeren voor dat diploma, en daarna nog tweehonderd uur stage lopen bij een reeds geregistreerde collega. Alleen weigeren de universiteiten allemaal categorisch zulke cursussen te verzorgen.

Tenminste vijf Belgische instanties hebben nadrukkelijk laten weten dat homeopathie onzin is. Overigens deed nog maar 2 procent van de Belgen in 2013 een beroep op de homeopaat (in 2001 nog 6 procent), hoewel volgens een door homeopathiereus Boiron gesponsord IPSOS-onderzoek in 2011 nog de helft van de Belgen vertrouwen had in homeopathische middelen.

Yoga Magazine

Toelating

Met de toelating van homeopathische middelen tot de Belgische markt is het ook vreemd gegaan. Als eerste stap moesten in 2003 alle middelen aangemeld worden die de producenten op de markt wilden houden. Dit leverde 18.000 notificaties op. Nu, vijftien jaar later, is er nog geen enkel middel goedgekeurd op basis van de vereenvoudigde registratie (dus wel veilig maar geen bewezen  werkzaamheid). Er zijn 34 middelen, waaronder Oscillococcinum, toegelaten op basis van traditioneel gebruik.

Je zou homeopathische suikerpilletjes voor onschuldig kunnen houden, maar als ze worden aanbevolen als bescherming tegen malaria of ernstige kinderziekten, dan is het toch gevaarlijk. Hetzelfde geldt als een homeopaat een ernstige ziekte niet onderkent of als een kankerpatiënt uitsluitend op homeopathie vertrouwt.

Similiabeginsel

De homeopathie ontleent haar naam aan het similiabeginsel, maar verdunningen zijn vrijwel van meet af aan een kenmerk van de homeopathie geweest. Hahnemanns eerste publicatie was in 1796, en in 1799 was hij al aan het verdunnen. Hoewel Amadeo Avogadro in 1811 concludeerde dat gelijke volumes gassen altijd evenveel deeltjes moesten bevatten, had die geen flauw idee dat het er 27 000 triljoen per liter waren (bij 1 atmosfeer en 0 graden). Maar de homeopathische verdunningen waren al in 1799 onzinnig. Dat de spirituele kracht van verdunde middelen zo groot was, werd verklaard door het tussentijdse schudden. Ook dat was van aanvang af evidente onzin. We weten nu dat watermoleculen elk ongeveer een biljoen maal per seconde met de geluidsnelheid tegen hun buren botsen, dus dat stoten op een in leer gebonden boek maakt geen verschil. Diezelfde beweeglijkheid van watermoleculen maakt ook dat structuurtjes van enkele watermoleculen slechts fracties van een biljoenste seconde blijven bestaan. Dat was natuurlijk onbekend toen Hahnemann de homeopathie bedacht.

Maar ook toen gold dat niemand ooit opvallende effecten van schudden had bemerkt, en dat het vreemd was dat alleen sommige eigenschappen werden versterkt. Twintig liter water of een kilo keukenzout zijn dodelijk (als je dat kunt binnenhouden na consumptie), maar dat effect wordt niet versterkt door schudden. Anderzijds treden de symptomen ‘dromen over dieven’ of ‘niet kunnen lezen bij kunstlicht’ van schudverdund keukenzout zogenaamd pas op bij idioot hoge verdunningen.

Het enige wat Hahnemann kon aanvoeren, is dat ijzer magnetisch wordt door krachtig slaan of raspen. Dat was ook in 1800 een onzinnig argument. Voor Hahnemann was zwaartekracht even spiritueel als magnetisme, maar dingen worden niet zwaarder door erop te slaan.

Bewijs

Voor geen van deze drie aspecten van de homeopathie (gelijke ‘symptomen’ van middel en kwaal, verdunnen, schudden) is in twee eeuwen ooit een bewijs gevonden en de groei van onze wetenschappelijke kennis heeft de homeopathie alleen maar nog ongeloofwaardiger gemaakt dan ze al was bij de geboorte. De homeopathie ontstond als reactie op de uitwassen van de achttiende-eeuwse geneeskunde, met haar viersappenleer, aderlaten en andere manieren om ‘kwaaie stoffen’ te verwijderen, en onzinnige middelen op basis van kruiden en zware metalen.

Hahnemann schold de geneeskunde van zijn tijdgenoten uit voor allopathie en die onzinnige geneeskunde bestaat nog steeds, maar heet nu natuurgeneeskunde — behalve dat daarin, naast de vier lichaamssappen uit de westerse oudheid, tegenwoordig ook nog wordt geloofd in de vijf traditionele oosterse elementen vuur, water, aarde, hout en metaal.

Jeuk achter het oor

Homeopaten geven vaak het voorbeeld van hoogverdunde koffie bij slapeloosheid. Maar de praktijk is totaal anders. Er zijn duizend middelen met elk honderden of duizenden uiterst subjectieve symptomen zoals jeuk achter het linkeroor, die in veel gevallen maar een keer zijn waargenomen. De homeopaat neemt met gemak een uur de tijd om de patiënt het hemd van het lijf te vragen naar zulke symptomen. Alle symptomen van een patiënt koppelen aan één middel ontaardt natuurlijk in volstrekte willekeur. Maar dat lange gesprek vinden de klanten van de homeopaat wel fijn. Daar willen ze graag veel voor betalen. Van een dergelijke benadering gaat een enorm placebo-effect uit, al was het maar omdat de patiënt dan het natuurlijk verloop van de aandoening zal aanzien voor een gevolg van de ‘behandeling’ en de therapeut alleen maar de ‘successen’ onthoudt.

Daarmee hebben we volgens Van Beurden de vierde pijler van de homeopathie: de individuele behandeling. Die ontbreekt vanzelfsprekend bij de drogist.

Berlijnse Muur

Overigens zijn er in de homeopathische theorie en praktijk vele varianten ontstaan zoals isopathie (verdund voetenzweet tegen zweetvoeten), drogisterijhomeopathie, constitutieleer, klinische homeopathie (daarbij weegt de reguliere diagnose mee bij de middel keuze), celzouten, drainage en elektrohomeopathie volgens Mattei, om maar enkele te noemen. Een in Nederland bedachte versie gaat uit van de symbolische betekenis van de elementen van het periodiek systeem, zoals verdund helium bij autisme, want helium verbindt zich niet met andere elementen. De Nederlandse bedenker van deze elementenhomeopathie kreeg er zelfs een koninklijke onderscheiding voor. D. K. de Jongh noemt in zijn proefschrift uit 1943 wel veertig theoretische varianten, en hij constateerde dat zowat elke homeopathische arts in de praktijk een eigen methode heeft. Verder zijn er nog combinaties met andere onzinnige ideeën zoals elektroacupunctuur volgens Voll.

Van Beurden noemt ook nieuwe middelen, zoals Berlijnse Muur. Wie zich niet lekker voelt en tevens hoofdpijn boven het rechteroog tijdens de menstruatie heeft, die moet hoogverdunde Berlijnse Muur nemen.

Nullen

Ondanks de extreme onwaarschijnlijkheid van de homeopathie zijn er proeven mee gedaan helemaal conform de manier waarop de werkzaamheid van nieuwe medicijnen getest wordt. Van Beurden besteedt daar ook aandacht aan. De vele overzichten van homeopathisch onderzoek doen hetzelfde, maar volgens mij is het onzin. Wetenschappelijk gesproken verandert een eerlijke test van een  middel de kans dat het middel een heilzame werking heeft. Slaagt de test, dan gaat die kans met een bescheiden factor omhoog, en bij mislukking gaat die omlaag.

In de gewone geneeskunde en farmacologie begint men pas aan kostbare onderzoeken met grote aantallen echte zieken als men al behoorlijk zeker is dat het middel werkt, dus een paar geslaagde serieuze proeven verhogen die al bestaande kans tot een grote zekerheid.

Bij de homeopathie is de kans dat de te testen behandeling werkt zeer dicht bij nul, namelijk de kans dat alle natuurwetenschappelijke en medische onderzoekers van de afgelopen eeuwen met hun neus gekeken hebben. Die kans is 0,00…1, met meer nullen dan op een regel of zelfs een hele bladzijde passen. Een test is dan zinloos. Op zijn best gaat die kans dan met een factor 100 omhoog en is dan nog steeds zo goed als nul. Veelal zal het zogenaamd gunstige resultaat berusten op de een of andere fout.

In de reguliere geneeskunde raakt een behandelwijze in diskrediet als die bij onderzoek slecht presteert. Voor de homeopaten is het feit dat er proeven mee gedaan worden al een soort erkenning en als je vraagt naar wetenschappelijk bewijs, leggen ze gewoon alle onderzoeken op een hoge stapel zonder op de inhoud te letten. Ze zijn ook niet op basis van wetenschappelijk onderzoek tot hun overtuiging gekomen. Twee eeuwen tegenspraak glijdt van ze af als water van een eendenrug en een paar honderd negatief uitgevallen proeven maakt ze niets uit. Toen bijvoorbeeld Elly de Lange bij haar promotieonderzoek in 1993 geen statistisch significant effect van homeopathie vond, ging ze gewoon door met haar homeopathische praktijk.

Geheugen

Van Beurden bespreekt enkele proeven waaruit gebleken zou zijn dat sommige extreme verdunningen wel iets doen in een reageerbuis, wat natuurlijk nog lang niet betekent dat andere extreme verdunningen zieken beter maken. Onder andere het onderzoek van Madeleine Ennis over het geheugen van water komt aan de orde. Dat is ‘ontkracht’ bij een proef door de BBC in 2002. De grondigste kritiek op die proef die ik ken, is van Morag G. Kerr, terwijl Ennis zelf klaagde dat de proef niet conform haar claim verliep. De proef werd echter mede georganiseerd door James Randi, en die let er meestal wel op dat de betrokkene het vooraf eens is met de opzet. Maar de proef is helaas nooit behoorlijk opgeschreven. Dat het ‘geheugen van water’ überhaupt iets te maken zou hebben met de werking van suikerkorrels is een van de mysteriën van het homeopathisch geloof.

Zwitserland

Aan het eind van 200 jaar homeopathie komt ook Zwitserland aan bod. Daar heeft een referendum zich in 2009 voor homeopathie en enkele andere alternatieve behandelwijzen uitgesproken. Dat had moeten leiden tot een tweede evaluatie in de periode 2011–2017 van die behandelwijzen (in 1998–2004 was er ook al zo’n evaluatieperiode) maar al in 2016 werd de conclusie getrokken dat een bewijs onmogelijk was en dat men ervan afzag om de hele homeopathie en bloc goed te keuren. Weliswaar werd homeopathie opgenomen in de zorgverzekering, maar het stond Santésuisse, de overkoepelende organisatie van de zorgverzekeraars, vrij om per middel te beslissen of er  terugbetaald zou worden of niet — net als trouwens met de reguliere middelen het geval is.

Inspirerend

Er is heel veel kritisch materiaal over homeopathie beschikbaar, en 200 jaar homeopathie, een nieuw deeltje in de Belgische Skepp-serie, is een inspirerende aanvulling hierop. Dit gezegd zijnde, moet het me toch van het hart dat de uitgever wel een beetje beter op tikfouten en dergelijke had kunnen letten.

Een oplettende redacteur had de opmerking op pagina 29 dat de meeste ziekten door micro-organismen worden veroorzaakt — kanker? hart- en vaatziekten? diabetes? reuma? — kunnen aanpassen. Ook de suggestie dat C200 meer dan zes keer zo hoog verdund is als C30 op pagina 56 lijkt me niet voldoende overdacht: het is 10³⁴⁰ keer zo hoog.

Ik vind het eveneens bijvoorbeeld jammer dat de bespreking van de geschriften van Fritz Donner over de Duitse experimenten van 1936 tot 1939 zich beperkt tot het citeren van een passage uit een boek van Singh en Ernst, zonder ook maar enige verwijzing naar de integrale Nederlandse vertaling van Donners werk op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij.

Eerder verschenen in Skepter