"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Aan een onbekende god

Vrijdag, 12 januari, 2018

Geschreven door: John Steinbeck
Artikel door: Roeland Dobbelaer

God van de christenen versus god van de natuur

Als de bewoners van Californië hun literaire klassiekers goed kenden, hadden ze kunnen weten dat er in deze kuststaat van de VS om de zoveel jaren een periode van extreme droogte voortkomt. Ook al is de grond er vruchtbaar, we drinken tegenwoordig allemaal Californische wijn, eens in de zoveel tijd valt er geen regen, tot ver in de winter. Deze droogte periode is een van de hoofdthema’s in het boek van Nobelprijswinnaar John Steinbeck, Aan een onbekende god.

In de roman uit 1933 trekt boerenzoon Joseph Wayne van de binnenlanden van de Verenigde Staten naar de westkust van Californië om er met zijn broers een nieuwe boerderij te starten. Joseph verkent voor zijn familie de kuststreek en koopt er grond. Het land is prachtig, vruchtbaar, wild loopt er vrij rond, er is genoeg water, alles in overvloed, het is paradijselijk. Als hij een oudere man, met indiaans bloed spreekt, die hem waarschuwt over tijden van droogte wuift hij dit weg. Zijn drie broers komen met hun gezinnen over en ze bouwen huizen, zaaien de velden in, starten met hun kuddes, alles gaat goed.

Joseph wordt verliefd op Elizabeth, de plaatselijk schooljuf, ze trouwen en een kind is snel op komst. Dit zijn de wat saaiere feiten van de roman. Maar Steinbeck wil natuurlijk meer met deze agrarische geschiedenis. Vanaf de eerste pagina trakteert hij de lezers op schitterende natuurbeschrijvingen, over vogels die rondtrekken, herten die de wouden bevolken, over prachtige bloemen en bomen die groeien, over het weer en het klimaat. Als je niet van de natuur houdt, dan ga je dat wel doen na het lezen van dit boek. Maar er is meer: Joseph is een oermens, opgegroeid op de boerderij van zijn vader heeft hij altijd een on-christelijke belangstelling voor de natuur gehad. De rationele god van de christenen waarvan we de natuur in rentmeesterschap hebben gekregen om voor te zorgen en om te exploiteren, op een afstandelijke manier, is niets voor de jongeman. Joseph is onderdeel van de natuur. Hij woelt met zijn handen in de aarde, hij omarmt een boom, hij proeft, hij ruikt. Joseph is verbonden  met de oerkrachten, wil de aarde benutten, maar niet leegroven.

Steinbeck beschrijft het voor die tijd met een gewaagde erotische zinnelijkheid: “Als hij blootshoofds door de velden liep en de wind door zijn baard voelde spelen, gloeiden zijn ogen van begeerte. Alle dingen om hem heen, de aarde, het vee en de mensen waren vruchtbaar en Joseph was de bron, de wortel van hun vruchtbaarheid. De lust die aan alles ten grondslag lag vond in hem zijn oorsprong. Hij eiste dat de dingen om hem heen groeiden, snel groeiden, zwanger werden en zich vermenigvuldigden […] Joseph dacht niet bewust over die dingen na, maar voelde ze in zijn borst en in de pezige spieren van zijn benen. Hij was het erfdeel van een geslacht dat miljoenen jaren lang gezoogd was aan de borst van de aarde en dat met de aarde gemeenschap gehad had.”

Geschiedenis Magazine

Een van zijn broers, Burton, is streng christelijk, de dominee van het stel en komt in verzet. Hij vindt dat Joseph zich als een indiaan gedraagt en zijn oor te veel laat hangen naar natuurverschijnselen. Bij aanvang van het Californische avontuur heeft Joseph vriendschap gesloten met een oude eikenboom. Het lijkt alsof de geest van de boom die van zijn overleden vader is. Joseph voert vaak gesprekken met de boom, raadpleegt de boom en als zijn zoon geboren wordt wil hij bij wijze van offer deze in de boom tillen. Zijn boze christenbroer neemt wraak en ontschorst de boom bij de wortel, de boom sterft en dan lijkt het hek van de dam. De droogte valt binnen, het blijft een jaar droog, iedereen verlaat het gebied maar Joseph blijft. Hij geeft niet op en uiteindelijk weet hij wat te doen en hoe hij kan zorgen dat de regen terugkomt. Dan heeft hij voor ons elke vorm van rationaliteit achter zich gelaten en is hij indiaan geworden, onderdeel van de oerkrachten van het bos, van de natuur. Afgelopen weken is het in Californië weer gaan stortregenen, misschien heeft net als in Aan een onbekende god iemand een offer gebracht om de goden welgezind te stemmen.

Steinbeck heeft een mythisch verhaal willen schrijven. Als kind van het moderne Amerika kiest hij in deze roman om de goden van de indianen op te voeren, zonder dat indianen de hoofdrol spelen. Wie van de natuur houdt en weet dat er grotere krachten zijn dan de onze, dat er magie zit in een bos, in de velden, de zee of de bergen, moet dit boek beslist lezen. Wie daar niets mee heeft, daarvoor zal het boek wat te langdradig zijn, vol van herhalingen en onbegrijpelijke passages. Het was een van de eerste romans voor Steinbeck. In zijn latere werk houdt hij zich dichter bij het modernisme van Amerika in de eerste vijftig jaar van de 20ste eeuw. Daarom is Aan een onbekende god een eenling in zijn oeuvre, maar wat mij betreft een prachtige eenling.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Ten oosten van Eden

De parel

De druiven der gramschap

Aan een onbekende god