"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Aan een zijden draad

Woensdag, 25 mei, 2022

Geschreven door: Hans Andriesse
Artikel door: Evert van der Veen

Herinneringen van een gedeporteerde

[Recensie] “Als ik achterom kijk lijkt het een film die een ander heeft beleefd, zowel de tijd die in de kampen doorbracht als mijn avontuurlijke tocht naar de vrijheid. De tijd van toen is nu nog in het heden bij me”, aldus Hans Andriesse in 1980 in het Nieuw Israelitisch Weekblad naar aanleiding van de eerste verschijning van zijn boek in 1978. Hij was destijds één van de eersten die door Loe de Jong werd gehoord over zijn oorlogservaringen in Duitse kampen.

Hans Andriesse werd in 1942 gedeporteerd en verbleef in vijf Duitse werkkampen, Zwangarbeitslager für Juden. Ruim twintig jaar na de oorlog schreef hij: “De tijd van toen is nu nog in het heden bij me”. Dat hij deze kampen overleefde, is bijzonder. Hans Andriesse is één van de 286 Joden die terugkwam. Ruim 28.000 Joden kwamen in deze kampen om.

In zijn boek weet hij de sfeer van de onderdrukking en de organisatie goed te tekenen. Gedetailleerd weet hij zich alles te herinneren en dit goed te verwoorden zodat de lezer een scherp beeld krijgt van hoe het er in deze werkkampen aan toeging: “De Duitsers zijn bijzonder tevreden als ze geschreeuw horen en geren zien” (p. 30).

Zoals ook in andere boeken van overlevenden naar voren komt, is er veel aandacht voor het dagelijkse appèl, iets dat gevangenen als zwaar én zinloos hebben ervaren. Ook het Mützen ritueel krijgt in dit boek aandacht, iets waar andere overlevenden van concentratiekampen ook over vertellen. Een dagelijkse plaag vormen ook de wandluizen. Het harde werken en het slechte voedsel komen ook duidelijk naar voren evenals de hiërarchie in het kamp met de positie van de barakleider. Er is ook kameraadschap, er wordt soms eten geregeld. Opvallend is de beschrijving van kerst en de aandacht voor toneel en zang.

Pf

Opvallend is dat de gevangenen aanvankelijk de hoop hebben dat het allemaal niet zo lang zal duren: “… want we nemen nog steeds aan dat de oorlog heel spoedig afgelopen zal zijn en dat we dan thuis kunnen vertellen wat we allemaal hebben meegemaakt” (p. 44).

In grote lijnen is het verhaal herkenbaar voor wie andere boeken van overlevenden uit concentratiekampen heeft gelezen. Ook in dit boek “Aan een zijden draad” komt naar voren dat het leven in het kamp in de loop der jaren verslechtert. Het regime wordt zwaarder en het toch al ondermaatse voedsel wordt nog geringer en slechter van kwaliteit. “Alles in een kamp draait om het in leven blijven, dus om eten” (p. 118).

De sfeer is verstikkend en demotiverend: “In de Duitse kampen wordt het geheel verantwoordelijk gesteld voor de daden van de enkeling. Daarmee willen de Duitsers de enkeling ertoe brengen geen door hen niet getolereerde daden te verrichten daar die enkeling dan weet dat hij daarmee de levens van al zijn medekampgenoten in gevaar brengt” (p. 56 – 57). Er is een strenge controle over de gevangenen en er staan harde straffen op overtredingen.

Velen komen om door de ontberingen waaraan zij worden blootgesteld. ”Alleen de angst voor sterven houdt de meesten nog staande” (p. 95). Dergelijke korte observaties vertolken een wereld van onmenselijk leed. Ook geeft Hans Andriesse enige uitleg over het Joodse geloof.

Een interessante periode in dit boek is wanneer de Russen dichterbij komen en er voor Hans Andriesse een lange reis begint die hem uiteindelijk naar huis brengt: “Na tweeënhalf jaar duisternis straalt ook voor mij in een wereld, die zelf ook bijna van een boze droom is verlost, weer het licht van de vrijheid” (p. 248). Met die woorden besluit dit boeiende boek.

Hans Andriesse schreef in 1947 een verslag over zijn ervaringen waarvoor het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie belangstelling had. Dit verslag vormt de basis voor dit boek Aan een zijden draad dat voor het eerst in 1978 verscheen. Het heeft een interessante fotokatern; een aangrijpende foto is die van mensen langs het spoor die naar een trein met gedeporteerden vanuit Westerbork zwaaien.

In het nawoord beschrijft zijn dochter de familiegeschiedenis waaruit blijkt dat velen zijn omgekomen. Markant is dat zij het boek pas in 2021 voor het eerst heeft gelezen en toen contact met de uitgever heeft gezocht om het opnieuw uit te geven.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles