"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Achter de rug van God

Zaterdag, 7 oktober, 2017

Geschreven door: Thijs Feuth
Artikel door: Monique van Gaal

Eén groot gedicht

[Recensie] Er gebeurt in wezen niets in Achter de rug van God, een vreemdeling in Lapland, of althans, bijna niets. Thijs Feuth (1981) werkt, samen met vriendin Laura, in het kleine ziekenhuis van Posio, een plaatsje boven de Finse poolcirkel. Maar mensen beter maken, dat is hier niet echt aan de orde. De patiënten die hij in zijn spreekuur ziet zijn bejaarden, dementerenden, verstokte alcoholisten die hij tevergeefs van de drank af probeert te krijgen. Posio is een leeglopend gat waar ouderdom, alcoholisme, depressie en fatalisme de klok slaan. En toch wordt het nergens treurig. Toch maakt dit boek me blij. Want alle ellende en eenzaamheid zijn gehuld in eeuwige schoonheid. Schoonheid in de natuur en in Feuths woorden.

Normaliter vind ik herhalingen vervelend, onnodig. Maar in dít boek vind ik het prachtig! Ik krijg er maar geen genoeg van. Al die dromerige beschrijvingen van steeds weer datzelfde mooie landschap. Het landschap dat door het wisselen van de seizoenen nog enigszins van gedaante verandert, maar verder toch echt weer dat onveranderlijke landschap is. Eindeloze bossen, water, moeras, zover het oog reikt. In de winter slechts de kleuren wit en grijs. Monotoon ja, saai allerminst.

Achter de rug van God leest als één groot gedicht; een gedicht waarvan ik het liefst maar enkele bladzijden per dag lees, om het vervolgens naast me neer te leggen en de mooie zinnen even op mij in te laten werken… “De bewolking laat zich uitvegen, in het westen gloeit een rode rand en de hut boven op de heuvel is ongenaakbaar wit.”

Feuths relatie met de Finse Laura loopt niet altijd even lekker, maar ook dát weet hij prachtig te verwoorden: “Het meer, de heuvels, een deinend wit, flegmatisch, zachter dan een konijnenvacht. De begraafplaats is nu een golvend veld, daaronder de stenen, daaronder weer de gestorvenen met hun uitgeblazen dromen. Bij het kerkje, waar we aan het begin van de winter altijd stopten voor een kus, lopen we tegenwoordig door – als we al samen lopen. We zeggen niet veel.”

Boekenkrant

Wat doet Feuth verder daar in dat verre noorden? Hij loopt hard, kilometers lang. Hij langlauft, en probeert zijn angst voor de snelheid waarmee dit nu en dan gepaard gaat te overwinnen. Hij speelt piano, maakt zich druk om wereldse gebeurtenissen, bestudeert de Finse mythologie en de Lapse seizoenen, en is ondertussen bezig aan een boek. Laura vindt de gedachte hier voor altijd te moeten leven vréselijk. Maar Feuth voelt zich als een vis in het water, en vraagt zich af:

“Wat is er dan dat me zo fascineert in dit dorpje? Wat trekt mij aan in de mensen die aan het uiteinde van het leven bungelen, aan de eeuwenoude mythologie en de natuur die tijdloos is?”

Feuth geeft uitvoerig antwoord op al die vragen. Een heel bijzonder boek lang.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Kafka is dood

Achter de rug van God, een vreemdeling in Lapland

Achter de rug van God

Achter de rug van God

Zwarte ogen