"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Achter het front, Mijn leven als oorlogsverslaggever

Dinsdag, 31 januari, 2017

Geschreven door: Jan Eikelboom
Artikel door: Maarten Reijnders

Jan Eikelboom heeft de waarheid niet in pacht

[Recensie] In 1991 brengt Nieuwsuur-verslaggever Jan Eikelboom voor het eerst een bezoek aan Israël. Hij vindt het er vreselijk. De mensen zijn onvriendelijk, zijn hotel is slecht en hij krijgt maar geen grip op het onderwerp waarover hij moet berichten. “In het vliegtuig terug naar huis neem ik mezelf voor dit land niet meer te bezoeken”, schrijft Eikelboom in zijn boek Achter het front. “Sindsdien ben ik er een keer of zestig geweest.”

Eikelboom blijft de ellende opzoeken. Het tekent hem, en misschien wel elke oorlogsjournalist. De Gaza-strook, Oost-Timor, Syrië, Egypte, Libië, Tunesië en Iran: als het ergens op de wereld – en dan met name in het Midden-Oosten – misgaat, reist Eikelboom af en brengt hij verslag uit.

Smerige hotels, bemoeizuchtige bureaucraten en op geld beluste chauffeurs ziet hij inmiddels eerder als een uitdaging dan als een obstakel. Dat betekent niet dat Eikelboom een onverantwoordelijke thrillseeker is. Integendeel. In zijn lekker geschreven boek, Achter het front, Mijn leven als oorlogsverslaggever, doet hij meermaals uit de doeken hoe hij worstelt met de risico’s die inherent zijn aan zijn vak. Komt hij tot de conclusie dat een plaats of situatie niet veilig genoeg is, dan kiest hij eieren voor zijn geld en ziet hij af van een bezoek.

Desalniettemin raakt de verslaggever vaak genoeg verzeild in gevaarlijke situaties. Achter het front zit boordevol spannende verhalen over hoe het er aan toe gaat in oorlogsgebieden. Eikelboom wordt beschoten door sluipschutters, achternagezeten door woedende menigtes en van al zijn geld beroofd. De hachelijke situaties bezorgen ook de lezer regelmatig kippenvel. Bijvoorbeeld als de oorlogscorrespondent beschrijft hoe hij na de moord op zijn collega Sander Thoenes besluit om de Oost-Timorese hoofdstad Dili halsoverkop te verlaten.

Boekenkrant

Daarnaast laat Eikelboom zien voor welke dilemma’s je als oorlogsverslaggever wordt geplaatst en door welke principes hij zich in zijn werk laat leiden. De belangrijkste daarvan lijkt: de ‘andere kant’ van het verhaal tonen. Hij houdt niet van journalistiek ‘kluitjesvoetbal’. Als alle tv-ploegen op het Tahrirplein staan, zoekt Eikelboom bij voorkeur een buitenwijk van Cairo op. En als iedereen ervan overtuigd is dat Assad nauwelijks steun onder de Syrische bevolking heeft, laat de Nieuwsuur-verslaggever graag zien dat de werkelijkheid toch net een slag anders is.

Die opstelling wordt hem niet altijd in dank afgenomen. Regelmatig krijgt hij het verwijt dat hij partij zou kiezen. Daar is echter geen sprake van, bezweert hij. Met meningen heeft Eikelboom niet veel. Die “belemmeren het zicht op de werkelijkheid en leiden tot bevooroordeelde verslaggeving waar niemand wijzer van wordt”, meent hij. “Ik heb het al moeilijk genoeg met de feiten, laat staan dat ik de waarheid in pacht heb.”

Eerder verschenen in Wordt Vervolgd


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.