"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Achter Nietzsche aan

Zondag, 18 november, 2018

Geschreven door: Dennis van den Broek
Artikel door: Karl van Heijster

En nog steeds weten we niet waarom Nietzsche fascineert

[Recensie] In de slaapkamer waarin filosoof Friedrich Nietzsche woonde in Turijn, huist tegenwoordig een bejaarde vrouw. Ze krijgt nog steeds regelmatig bezoek vanwege haar nihilistische voorganger: van filmploegen tot hoogleraren tot kunstenaars – tot Nietzscheliefhebber Dennis van den Broek. In een poging zijn fascinatie voor Nietzsche te begrijpen, deed hij een week lang de woonplaatsen van de filosoof aan. Zijn verslag daarvan pende hij neer in Achter Nietzsche aan.

Dat levert enkele uiterst vermakelijke overpeinzingen op. Zo vraagt hij zich bij het graf van de familie Nietzsche af of hij niet per ongeluk geïnspireerd staat te mijmeren voor “die kenau van een zus”, die het werk van haar broer besmette met het gedachtegoed van de nazi’s, en moeten arme drommels die rondleidingen met hem volgen het verbaal ontgelden. Zijn aanname dat hij gedurende zijn reis omgeven zou worden door Nietzschefanaten op soortgelijke pelgrimstocht, zweeft tussen hilarisch en aandoenlijk. Als Van den Broeks gedachten van de filosoof afdwalen, slaat hij echter niet altijd een even interessant pad in. Dat Roger Federer bij ons een Zwitser heet te zijn, maar voor de Zwitsers vooral een ‘Baseler’ is misschien een leuk weetje, maar wel eentje die met liefde geschrapt had mogen worden.

Wat Van den Broek zo aan Nietzsche aanspreekt is niet het overkoepelend systeem dat onderzoekers uit zijn geschriften hebben gedestilleerd, maar zijn rake observaties en scherpe zinnen. Het boek is dan ook doorspekt met citaten van de filosoof. Nietzsche achterna wandelend in de bergpaadjes bij Sils, op 2200 meter hoogte, steekt de filosoof een betoog af over de lucht van zijn geschriften. Reflecterend op de duizenden Nietzschestudies die de bibliotheek in Weimar telt, fulmineert Nietzsche over de onjuist denkbeelden die zijn onvermijdelijke volgelingen ongetwijfeld aan hem toe gaan schrijven. Zo is Van den Broek constant in dialoog met de filosoof, meer dan honderd jaar na zijn overlijden.

Sterker nog, in de intermezzo’s die de dagen van elkaar scheiden – in groter lettertype en omgeven door lege pagina’s, net als in de eerste drukken van Morgenröte en Götzen-Dämmerung die de auteur in Weimar bestudeert – gaat Van den Broek het gesprek met Nietzsche letterlijk aan. Echte inzichten levert dat helaas niet op. Het is moeilijk te beoordelen of dat ligt aan de syfilis die Nietzsche als waanzinnige liet sterven, of de droomlogica die Van den Broek in hun gesprekken weeft. De speelse gedachten die de auteur heeft óver Nietzsche zijn in elk geval vermakelijker dan de gesprekken die hij heeft mét Nietzsche.

Boekenkrant

In de loop van de week ontstaat langzaam maar zeker een schetsmatig beeld van de man die Nietzsche was. Meer nog: er ontstaat een beeld van Van den Broeks verhouding tot de filosoof. Maar het waarom van zijn fascinatie, daar weet hij de vinger nooit precies op te leggen. Misschien omdat dagelijkse beslommeringen, als over een verdwenen stuk brie, er steeds tussen blijven komen. Het enigma Nietzsche is dus gedoemd een enigma te blijven – of klinkt dat te nihilistisch?

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles