"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Adellijk wild

Woensdag, 12 februari, 2020

Geschreven door: Maarten van Nispen tot Pannerden
Artikel door: Henk Slechte

Een familiegeschiedenis


[Recensie] Jonkheer Antoon (‘Buurt’) van Nispen tot Pannerden (1914-1972) zat in 1941 als verzetsman na verraad een half jaar gevangen in het Oranjehotel in Scheveningen en werkte vanaf 1946 in verschillende functies bij het kabinet van de ministerpresident, laatstelijk als secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken. Van zijn werk rest een ordner vol ambtelijke notities die in het Nationaal Archief berust. Minister-president Piet de Jong legde er wegens de politieke gevoeligheid een embargo op tot 2022. Zoon Maarten (1953) raadpleegde daarom de negen privédagboeken en geeft een beeld van wat zijn vader schreef over de geschiedenis van zijn adellijke familie, zijn gezinsleven en zijn hobby de jacht, maar ook over zijn werk. Buurt gaf in deze persoonlijke notities vrijelijk zijn kijk op gebeurtenissen waarbij hij als hoge ambtenaar was betrokken, en op personen met wie hij in die rol te maken had, zoals collega’s, minister-presidenten en leden van het Koninklijk Huis.

Omdat Geschiedenis Magazine over geschiedenis gaat, enkele voorbeelden van interessante observaties over toen. Van Nispen tot Pannerden was immers direct, zij het in de coulissen, betrokken bij belangrijke zaken. Zo noteerde hij over Willem Drees dat die hem weinig ruimte gaf voor eigen inbreng, alle brieven las en tekende, en daardoor niet toekwam aan grote lijnen. Een boeiend hoofdstuk behandelt de verhoudingen binnen het koninklijk gezin en besteedt zo aandacht aan de ruzies tussen Wilhelmina en Bernhard en het omstreden pacifisme van Juliana (het was tijdens de Koude Oorlog). De verhouding met Beatrix en Claus was zo goed dat Buurt op uitnodiging van Beatrix en Claus met het kroonprinselijk paar lunchte om de problemen rond het inkomen van de Kroon te bespreken, maar ook
met Claus jaagde.

Maarten citeert vrijmoedig uit de informatieve en openhartige dagboeken. Het boek geeft de historicus een interessante blik achter de schermen die hij in de ambtelijke dagboeken niet zal vinden, en die in ander onderzoek een extra dimensie kan opleveren. Het is daarom jammer dat de uitgever de hoofdstukken alleen een Latijnse nummering heeft gegeven en geen duiding van inhoud en periode, en dat ook een index op personen ontbreekt. Wie wil weten wat Buurt vond van de Greet Hofmans Affaire, van collega Herman Tjeenk Willink of van Piet de Jong, zal het hele boek moeten lezen.

Schrijven Magazine

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine