"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Afvallige - deel 2

Zondag, 24 februari, 2019

Geschreven door: Joram van Klaveren
Artikel door: Richard Kroes

Moslim of toch orthodox gereformeerd?

Wel wordt duidelijk dat zijn besluit is voortgekomen uit twee min of meer separate kwesties. Allereerst is daar zijn orthodox gereformeerde achtergrond, die al sinds zijn tienerjaren leidde tot een aantal fundamentele twijfels ten aanzien van de Drie-eenheid, de erfzonde en de verzoeningsleer. Twijfels waar hij geen bevredigende antwoorden op vond. Diezelfde achtergrond vormde zijn nogal negatieve beeld van de islam, de tweede kwestie.

Om met dat laatste te beginnen: Van Klaveren wilde een boek schrijven dat de kwalijke kanten van de islam zou belichten en kwam tijdens zijn research zó veel informatie tegen die wees op zijn ongelijk, dat hij uiteindelijk geen andere keus meer had dan zijn mening herzien. Veel argumenten die hij daarbij te berde brengt zijn ook te vinden op het internet en – bijvoorbeeld – goed vergelijkbaar met de verslagen van de islamdebatten uit 2005 in Rotterdam (die verslaglegging heb ik zelf gedaan, dus die teksten ken ik). Dat is net zo lang geleden als de PVV oud is.

Dat neemt niet weg dat het boek beslist zijn merites heeft als ‘kritiek op islamkritiek’. Met name die hoofdstukken in het boek zijn sterk, goed beargumenteerd en ruim van bronverwijzingen voorzien. Het legt bovendien heel goed de rol van wahhabi’s en salafi’s uit en hoe traditionele moslims daar tegenaan kijken. Dat is nu juist informatie die bijna altijd – ook bijvoorbeeld in de Rotterdamse islamdebatten – onder de horizon blijft. Het zou geen kwaad kunnen deze hoofdstukken verplichte leeskost op de middelbare school te maken.

De behandeling van de eerste – theologische – kwesties wordt echter gevormd door volslagen onoriginele en stereotype islamitische topoi die nu eenmaal in een bekeringsverhaal horen. Het internet staat er vol mee. Ze verschillen nauwelijks van het relaas van Van Klaveren, of het moet de vraag zijn of Jezus wel werkelijk aan het kruis gestorven is. Daar blijkt ook binnen de islam toch ruimte voor te zijn. Hier stuiten we op een probleem dat Van Klaveren niet valt aan te rekenen: wat hebben ze hem in vredesnaam tijdens zijn studie Godsdienstwetenschappen aan de VU bijgebracht? Kort samengevat: deze man is schokkend slecht op de hoogte. Een paar voorbeelden.

Yoga Magazine

De enige alternatieven die Van Klaveren afweegt zijn atheïsme – dat hij afwijst omdat hij te overtuigd is van Gods bestaan – jodendom – dat hij niet verkiest omdat ze niks met Jezus hebben – en de islam – dat wél iets met Jezus heeft. Dat is een afweging in wel hele grote brokken. Zijn problemen, en de oplossingen die hij verkiest, maken hem namelijk een ideale kandidaat om Unitarisch christen te worden – met een min of meer acceptabele kijk op moslims. Unitariërs komen in zijn boek echter helemaal niet voor als alternatief. Geen docent op de VU die ooit – al is het maar zijdelings – iets over Unitariërs gezegd heeft? Of een boek op de verplichte literatuurlijst hebben gezet waar ze in voorkomen? Niet dat Van Klaveren daar niks geleerd heeft, verre van dat. Hij heeft weet van zaken als perichorese en hypostatische eenheid, dus er is wel degelijk lesstof door zijn handen gegaan. Ik moest opzoeken wat het ook alweer was.

Hetzelfde geldt voor het probleem met de verzoeningsleer. Van Klaveren legt dat heel effectief en lapidair uit: waarom was er een bloedoffer nodig om de mensheid te verzoenen met God? Maar hij lijkt niet op de hoogte van andere, net zo christelijke invullingen van dat vraagstuk. De traditie waarin ikzelf ben opgegroeid, leert bijvoorbeeld dat slechts één traan van het kindeke Jezus al voldoende was geweest om de hele mensheid te verlossen. Dat het desondanks tot een kruisiging kwam, had een totaal andere reden, en vooral: betekenis.

In één van zijn eerste hoofdstukken licht hij met behulp van drie volkomen klassieke godsbewijzen zijn geloof in God toe. Dat kan en dat mag, al oogt het niet erg bij de tijd. Maar het is allemaal wel heel duur filosofengereedschap dat uiteindelijk maar zeer zijdelings te maken heeft met de God van Abraham, Isaak en Jacob. Wordt dat onderscheid niet gedoceerd aan een universiteit in een land waar het zelfs is doorgedrongen tot kinderbijbels?

Van Klaverens zoektocht heeft hem als bijvangst een antwoord verschaft op een vraag die hij niet had, namelijk het profeetschap van Mohammed. Dat verklaart waarom de islam als keuze in beeld kwam, maar komt verder helemaal niet uit de verf. Het wordt in wezen toegelicht met niets meer dan de constatering dat het zo’n reuze aardige man was plus een ‘voorspelling’ van de komst van Mohammed in Deuteronomium 18:18, waarin God zich richt tot Mozes, volgens sommige christenen een voorspelling van de komst van Jezus:

“Ik zal een Profeet voor hen doen opstaan uit het midden van hun broeders, zoals u. Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en alles wat Ik Hem gebied, zal Hij tot hen spreken.”

Er zijn moslims die daar Mohammed tegenover stellen, ook weer zo’n klassieke islamitische topos. Onderdeel van hun argumentatie is de exegese van ‘een profeet als Mozes’. Ook die redenering is overal op het internet te vinden. Van Klaveren volgt hem op de voet door een lijst verschillen tussen Mozes en Jezus naast een lijst overeenkomsten tussen Mozes en Mohammed te leggen en simsalabim: Mohammed blijkt bijbels profeet!

Als je al twee opties vergelijkt, wil dat niet altijd zeggen dat dat de enige twee opties zijn. En bij een oordeelkundige vergelijking kun je beter twee lijstjes met zowel alle verschillen als alle overeenkomsten naast elkaar leggen. Zindelijk argumenteren, het zou wel eerstejaarsstof moeten zijn.

Voor de lezer blijft die uiteindelijke keuze voor Mohammed – en bijgevolg de islam – dus nogal vaag. Ik weet niet hoe het andere lezers zal vergaan, maar ik vond het antwoord op die vraag pas ergens helemaal aan het einde van zijn boek:

“Het kwaad huist in essentie immers niet in systemen, in een slechte buurt of bijvoorbeeld het kapitalisme, maar hangt samen met aangeboren driften (ondeugden).”

Daar schrok ik nogal van. Als de sociologie ons iets geleerd heeft, is het nu juist dat een heleboel kwaad wél in systemen huist, maar goed, dat is een andere discussie. De schok die mij gewerd, betrof de constatering dat Van Klaveren gewoon een ernstige conservatief is.

Allerlei opmerkingen eerder in zijn boek over de noodzaak van een geloof dat de samenleving bindt, van regels en bepalingen die grenzen stellen aan het menselijk gedrag, van een stevig fundament (lees: God) onder de moraal en over het betreurenswaardige wegvallen van het begrip ‘waarheid’ vielen – in ieder geval voor mij – op zijn plaats.

Dat Van Klaveren niet gekozen heeft voor de Unitariërs of een andere christelijke club met minder filosofische problemen, kan wel eens te maken hebben met het feit dat die clubs zonder uitzondering nogal vrijzinnig zijn en niet zo’n gesloten wereldbeeld hebben. Misschien is hij dus eigenlijk wel heel gewoon orthodox gereformeerd gebleven.

Eerder verschenen op Apoftegma. Dit is de tweede bespreking van dit boek door Richard Kroes. Lees ook deel 1.

Boeken van deze Auteur:

Afvallige - deel 2

Afvallige - deel 1