"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

1000 jaar vreugde en verdriet

Donderdag, 3 februari, 2022

Geschreven door: Ai Weiwei
Artikel door: Nico Voskamp

Overleven onder een verstikkend regime

[Recensie] Het meest bekende kunstwerk van Ai Weiwei zou voor Nederlanders moeten zijn de Dutch holiday party. Die maakte hij in 2021: een keurige kring houten stoelen in een lege ruimte. Het laat zien hoe flexibel deze man de invloeden om hem heen opzuigt en omzet naar een soort van kunst.

63 jaar oud is hij nu, en behalve beeldend kunstenaar architect, vormgever, filmmaker en curator. Hij ontving in zijn carrière de meest uiteenlopende onderscheidingen. Dat alles staat te lezen in zijn nu in het Nederlands vertaalde memoires, en ook veel gruwelijks. Gruwelijks?

Jawel. WeiWei had de pech om een foute vader te hebben. Althans volgens het Chinese regime in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Ai herinnert het zich zo:

“Als jongen was de wereld voor mij net een split screen. Op de ene helft van het scherm stapten de Amerikaanse imperialisten parmantig rond in smoking en met hoge hoed, met hun wandelstok in de hand en achter zich aan hun loophondjes: de Britten, de Fransen, De Duitsers, De Italianen en de Japanners, samen met de reactionairen van de Kuomintang die zich hadden verschanst op Taiwan. Op de andere helft stond Mao Zedong, geflankeerd door de ‘zonnebloemen’, dat wil zegen de volkeren van Azie, Afrika en Latijns-Amerika die streefden naar onafhankelijkheid en de bevrijding van het kolonialisme en het imperialisme: wij dus, de vertegenwoordigers van het licht en de toekomst… De twee helften van het scherm waren niet met elkaar te rijmen.”

Boekenkrant

Ai’s vader was schrijver en werd als ‘gezaghebbend rechts element’ onder het bewind van Mao Zedong verbannen en gedwongen tot ‘heropvoeding door arbeid’. Het gezin werd gedeporteerd naar de rand van de Gurbantüngwoestijn, ook bekend als ‘Klein Siberië’. Zonder moeder trouwens, die vertrok met het jongste broertje naar Beijing. Samen met zijn vader ondergaat Ai “de implementatie van het partijbeleid, de uitvoering van de besluiten en directieven van hogerhand en en studie van het marxisme-leninisme en het Denken van Mao Zedong.” Ook wel bekend als hersenspoelen.

Dat ging ver, want later worden vader en zoon naar een nóg  onherbergzamer oord gezonden. Daar leven ze letterlijk in een hol onder de grond, met overdag keihard werken en ’s avonds de gebruikelijke ideologie-inprenting. WeiWei besteedt bijna de eerste helft van de biografie aan de onplezierige avonturen die hij samen met papa onderging. Dat levert voor de ongeduldige lezer wat kriebelig ongeduld op, maar voor de lezer die meer diepgang wil, een bevredigend verhaal.

Dan stapt Ai over naar zijn eigen leven. Dat is – in een iets soepeler tijdsgewricht – beduidend minder beperkt dan dat van zijn vader. Als jongeman krijgt hij het al voor elkaar naar Amerika af te reizen en daar als een verslaafde in een drugstore alle indrukken te absorberen. Andy Warhol komt langs, net als de halve kunstwereld van New York. Dorstig in de woestijn, zo drinkt de jonge kunstenaar alles in wat hij kan vinden.

Er valt meer dan genoeg interessants te vertellen over het leven van Ai Weiwei. De biografie telt niet voor niets 461 bladzijden. De meest fascinerende gedeelten zijn de inside-beschrijvingen van de acties die het keiharde regime voert tegen eenieder die anders denkt dan de grote Mao. Ook laat de schrijver zien hoe de menselijke geest, jarenlang ondergedompeld in zo’n regime, steeds moeilijker terug kan grijpen op de herinnering van een ander leven.

Ai laat kristalhelder, bijna emotieloos, zien hoe het leven is in geestelijke slavernij. We lezen in heldere taal wat vrijheid betekent; dat vrijheid pas echt iets waardevols wordt als het je met harde hand onthouden wordt. Een rijk verhaal is het, waard om door een groot publiek gelezen te worden. In deze helder en soepel geschreven vertaling is dat niet al te moeilijk.

Ook verschenen op Nico’s recensies en Tiktok