"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Al het blauw

Dinsdag, 5 oktober, 2021

Geschreven door: Peter Terrin
Artikel door: Annette Wierper

De belofte van iets groots

[Recensie] Vriendschap, liefde en verlangen maar ook verzet, spijt en gemis zijn de elementen van de nieuwe roman Al het blauw van de Vlaamse Peter Terrin, schrijver van boeken waarin zijn personages de beklemmende conventies van studie, werk en relaties verbreken en vluchten in een beloftevolle maar onzekere toekomst.

Bijna twintig is hij, als Simon besluit te stoppen met zijn studie. Met geld van zijn oma koopt hij een rode Mazda 323. De auto belichaamt vrijheid, nu kan hij weg wanneer hij wil. Weg uit de benauwende omhelzing van brave ouders. Zijn vriend Marc, met wie hij iedere zaterdagavond gaat stappen, snapt niet waarom Simon zijn studie opgeeft; al hun klasgenoten hebben een mooi uitgewerkt plan voor hun leven. Alleen Simon niet. Hij ziet wel.

Het is de stijl van Terrin die de lezer vanaf de eerste regels bij de les houdt. Het geregeld wisselen van perspectief vergt oplettendheid, net als de consequent volgehouden afwisseling van verteltijd en vertelde tijd. De strak geregisseerde monologues intérieur geven je eerder het idee dat je in een film zit dan in een roman. Niet dat het verhaal niet druipt van de romantiek: het gaat immers over jonge mensen op de rand van volwassenheid die avonturen aangaan op geleide van de belofte van iets groots. Het zijn literaire kunstgrepen die de spanning zowel opvoeren als uitstellen en de lineaire chronologie op een prettige wijze in de war gooien. Kortom, Terrin geeft de lezer iets te doen.

Simon wordt verliefd op Carla, de twintig jaar oudere uitbaatster van Azurro, de bar bij de sporthal en het overdekte het zwembad. Als Carla’s man John ’s nachts op de vrachtwagen zit bloeit in het hypnotiserende blauwe schijnsel van het zwembad een ongelijkwaardige liefde op waarin elke opkomende twijfel wordt gesmoord in passie. Toch wringt er iets: Carla heeft een geheime agenda. Ze wil een kind, maar met haar man John zal dat er niet van komen; hij blijkt onvruchtbaar. Simon begrijpt niet waarom ze hem dat vertelt.

Ons Amsterdam

Terrin maakt van een complex liefdesverhaal een tedere romance door elke twijfel over de oprechtheid van de gevoelens van de personages uit te sluiten. Hij laat zich niet verleiden tot banale beschrijvingen van hun samenzijn. Hun ontmoetingen, of dat nu in de gloed van het blauwe zwembadlicht is, onder de stralen van de zon in de duinen of in het hoge gras achter een oude keet, worden in vloeiende, liefdevolle en voorkomende bewoordingen geschetst. Alsof de echte wereld niet bestaat.

Maar die wereld is er natuurlijk wel. En al te genereus lijkt die wereld niet te zijn. Wat doet dat lijk daar op het verlaten fabrieksterrein? Is het wel een lijk? In fraaie beeldtaal schetst Terrin de kale werkelijkheid ‘als in het oosten de hemel niet meer donker is.’ Als Simon niet bij Carla is, wordt hij ineens weer ‘de jongen.’ Met zijn beste vriend Marc praat hij net zo makkelijk over hoeren als over voetbal. Hoe weet je trouwens of iemand je vriend is? Is het wel vriendschap of is het niet meer dan onzekerheid in stand houden? Heeft Marc ook iets met Carla? Slaat John zijn vrouw?

Alle personages lijken uit te zijn op verbetering van hun positie, desnoods ten koste van anderen. Zij delen allen het verlangen naar iets onbekends, iets groters. Terwijl zijn ouders zich dag in dag uit afbeulen in de fabriek in de hoop op een beter leven, laat Simon zich lijmen om in de schimmige praktijk van Etienne -Porsche 928, gouden schakelarmband – argeloze kennissen woekerpolissen aan te smeren. Het is makkelijk geld verdienen dat hem in staat zal stellen om aan het kleinburgerlijke toekomstperspectief dat zijn moeder hem voorhoudt te ontsnappen. Carla droomt van een kind met zijn blonde haren. Omdat hij zich kan optrekken aan diens intelligentie en eruditie en zonder schaamte kan genieten van diens welstand en wereldwijsheid gaat Simon in op de uitnodiging voor een fotoshoot van fotograaf Pieter. Maar in het hotel in Normandië blijft er niet veel over van Pieters waardigheid. Hij blijkt maar één kamer te hebben gereserveerd. Misschien is het wel normaal in de wereld van kunst, fotografie en literatuur wat er later in die hotelkamer gebeurt. Het heeft waarschijnlijk niets met Simon te maken.

Terrin schreef een boeiende roman die zowel blijmoedig als droevig stemt. Is weggaan echt de enige manier om je verantwoordelijkheid te ontlopen? Of is weggaan de ultieme oplossing voor problemen die zich niet laten verjagen?

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: