"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alle bessen kun je eten

Zaterdag, 2 maart, 2013

Geschreven door: Gemma Venhuizen
Artikel door: Johan Bordewijk

Slow reading

Een ding weet je zeker als lezer van de debuutroman Alle bessen kun je eten van Gemma Venhuizen: het gaat om de spanning tussen Jasmijn en Lars. Jasmijn (de ik in het boek) is studente van de kunstacademie en is in Spitsbergen voor een fotoproject. Lars (de hij) is een Noorse promovendus in de geologie die onderzoek doet naar lawinevorming. Vanaf de eerste zin overheersen de vragen: Gaan ze elkaar krijgen? En zo ja, hoe? Of gaat het mis?

Het boek begint namelijk zo:

 ‘De eerste keer dat ik hem zag stond ik met een dubbelloops geweer in handen. lk had net met bevroren vingers twintig kogels afgeschoten op de ijsbeer tegenover me. Negentien kogels waren in het niets verdwenen, één had de rechtervoorpoot geraakt.

Terwijl ik het resultaat bestudeerde, kwam hij naast me staan. Zijn kartonnen beer zag er heel wat doorzeefder uit dan de mijne. Hij lachte. Zei iets tegen me. Het zag eruit als “l love you too.” “l love to shoot,” herhaalde hij toen ik mijn oorbeschermers af had.’

Boekenkrant

Jasmijn en Lars maken deel uit van een nogal gemêleerd gezelschap studenten. Naast hen is er de schuchtere Deen Bjarki, de lompe Groenlander Inooraq en de stoot Elena uit Griekenland. Venhuizen beschrijft de alledaagse bezigheden van deze vijf in de winterse omstandigheden als omlijsting van Jasmijns voorzichtige toenaderingen tot Lars.

Sterke structuur

Alle bessen kun je eten heeft ook een tweede verhaallijn. Een verslag van de wandeltocht die Jasmijn onderneemt in de Dovrefjell. Ze is daar alleen en denkt terug aan Lars. Hierdoor wordt het al vrij snel duidelijk hoe het met hen is afgelopen. Het is misgelopen, zij is nu immers alleen. De vraag die overblijft is: hoe is het misgegaan? Venhuizen strooit aanwijzingen rond en weet daarmee die vraag levend te houden. Heeft het te maken met de lawines die Lars onderzoekt, heeft het te maken met de constante dreiging van ijsberen of heeft de hormonale dynamiek in de groep van vijf voor de mislukking gezorgd? Uiteindelijk komt er een antwoord, maar juist het continue uitstellen daarvan zorgt voor een sluimerende spanning.

Dit is een sterk geconstrueerde roman. De afwisseling per hoofdstuk van de twee verhaallijnen geven het boek samenhang. Terugkerende vertelelementen dragen eraan bij. Lars heeft bijvoorbeeld een tattoo van een sneeuwvlok, Jasmijn laat er bijna net zo een zetten om die later weer te verwijderen. Ook staan er regelmatig treffende beelden in het boek. Als Lars uit beeld is en Jasmijn de sporen ziet die ze eerder met hem in de sneeuw maakte, schrijft Venhuizen: ‘… maar de dooi was al te ver voortgeschreden. Zelfs mijn eigen voetstappen pasten me niet meer.’

Gelaten

Jasmijn heeft nogal last van haar verleden. In een stortvloed van flashbacks wordt duidelijk dat ze niet lekker in haar vel zit. Een streberige vader, een nare docent op de academie, een vreemdgaande vriend en lastige vriendinnen. Murw geslagen laat ze de gebeurtenissen in Spitsbergen passief over zich heen komen.

Vaak lees je als aanbeveling over een boek: ‘leest met vaart, als een trein.’ Venhuizen laat zien dat het ook anders kan. Want de gelatenheid van Jasmijn is kenmerkend voor het hele boek. Het is een rustig verteld verhaal, heeft niet veel dynamiek en is vooral lang en uitgesponnen. Met net zulke kleine stapjes als waarmee Jasmijn Lars nadert, zo langzaam wordt tijdens de wandeling in de Dovrefjell duidelijk wat er gebeurd is. Dat levert veel herhalingen, herinneringen en gedetailleerde beschrijvingen op die niet veel toevoegen. Zonder dit zou het boek beslist sterker zijn geweest, want deze manier van schrijven heeft een groot nadeel: Alle bessen kun je eten is wel erg uitgerekt.

Toch, hoewel met moeite, weet Venhuizen de aandacht vast te houden. Tot het eind toe blijft de oorspronkelijke vraag open. Er komt zelfs een nieuwe vraag bij: wat zoekt Jasmijn in de Dovrefjell? Dit boek is daarom een voorbeeld van wat je slow reading kan noemen. Een verhaal met een lome gang waarin de nieuwsgierigheid naar de afloop wel geprikkeld blijft.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.