"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alleen zij

Vrijdag, 24 maart, 2017

Geschreven door: Fikry El Azzouzi
Artikel door: Marnix Verplancke

Actuele problemen van cultuurverschillen

De eerste zin

“Ik getuig dat er geen god is behalve God en ik getuig dat Mohammed Zijn boodschapper is.”

Recensie

Ayoub, het hoofdpersonage uit Fikry El Azzouzi’s twee vorige romans keert in dit boek terug. Hij is nu een volwassen man, werkt als afwasser in een restaurant en wordt verliefd op zijn bazin Eva. En de liefde blijkt wederzijds. Eva verlaat Stefaan en zijn eethuis, wordt journaliste en vooral ook het lief van een allochtoon die worstelt met zijn gezondheid en zijn identiteit. Er gaapt immers niet alleen een culturele, maar ook een opleidingskloof tussen Eva en Ayoub.

Wandelmagazine

El Azzouzi vertelt zijn verhaal vanuit het standpunt van Eva, een blanke vrouw dus, waardoor hij zijn eigen wereldje verlaat en ons een geloofwaardig beeld geeft van de verwondering en soms ook totale afwijzing die deze vrouw voelt bij haar introductie in de leefwereld van haar geliefde. Dat zij niet bij Ayoubs begrafenis aanwezig zal zijn omdat dit nu eenmaal niet gebruikelijk is in zijn cultuur, vindt ze bijvoorbeeld moeilijk te aanvaarden.

Het liefdesverhaal van Eva en Ayoub speelt tegen de achtergrond van een veranderend Europa, een continent dat door aanslagen en moslimhaat getekend wordt en zich steeds meer in zijn eigen angst en onbegrip lijkt op te sluiten. Wanneer Eva na een aanslag op reportage trekt naar het Beursplein en daar geconfronteerd wordt met onverholen xenofobie – een man heeft een geit mee met een bordje rond de nek: ‘Ik ben het beu om misbruikt te worden’ – zien we El Azzouzi op zijn meest sarcastisch. Het komt niet meer goed met deze samenleving, denk je dan, en dat doet het ook niet, net zomin als de relatie van Eva en Ayoub een happy end kent. Jammer, denk je dan, het was zo mooi geweest, maar zoals een van de personages het zegt: “Dat is de leven”.

3 vragen aan Fikry El Azzouzi

Je boek kent een apocalyptisch einde. Mensen worden massaal teruggestuurd naar het land van hun voorouders en moskeeën worden gesloten. Is dit bedoeld als een wake-up call?

El Azzouzi: “Er komen regelmatig jongeren in het nieuws die hier geboren zijn, een crimineel feit plegen en teruggestuurd worden naar hun zogezegde land van herkomst. Zo was er onlangs nog een meisje dat terug moest naar Kosovo terwijl ze niets had met dat land. Ik vind het ook verontrustend hoe de islam na ieder incident als de schuldige wordt aangeduid en hoe sommige zaken heel erg worden uitvergroot. Populisten smuller ervan en krijgen veel aandacht. De boerkini-heisa van de afgelopen zomer was typisch – en te ridicuul om zelfs maar naar te verwijzen in mijn boek. Nog voor die affaire had ik een hoofdstuk geschreven over dress-code op het strand, dat je alleen maar met een minuscule bikini op het strand zou mogen. Ik heb dat hoofdstuk uiteindelijk geschrapt omdat ik het te ongeloofwaardig vond. En toen brak al dat lawaai over de boerkini los en dacht ik dat ik toch niet zo ver van de waarheid had gezeten.”

Denk je dat de tegenstelling tussen oude en nieuwe Belgen ooit werkelijk zo hoog zal lopen als in je boek?

El Azzouzi: “Er zijn heel wat hoog opgeleiden die vrijwillig terugkeren naar het land van hun voorouders, of die niet liever willen dan in het buitenland werken omdat ze het hier wel gehad hebben. Ze kunnen hier hun ding niet doen of hun geloof belijden. Er zijn ook mensen wiens ouders een appartement hebben in het oude thuisland. We hebben gelukkig nog een safe house in Marokko, zeggen we wel eens wanneer zich een nieuw incident heeft voorgedaan – half voor de grap, maar ook half in ernst. Zelf denk ik niet dat de wereld zal ontploffen. Gelukkig zijn er nog genoeg mensen die inzien dat diversiteit een verrijking is.”

Je schrijft romans, toneel en filmscripts. Hoe past dat allemaal in elkaar?

El Azzouzi: “Het kan misschien mooi zijn om in een roman een ellenlange beschrijving te lezen van iemands kom soep, maar het zijn de dialogen die hem stuwkracht geven. Dus die gebruik ik vaak. Zo vaak zelfs dat ik na de publicatie van mijn eerste roman de vraag kreeg om een theatertekst te schrijven. Voor mij staan toneel en film echter in functie van mijn carrière als romanschrijver. Zij moeten mij helpen betere boeken op papier te zetten. Romans zijn voor mij het hoogste, en ik zie mezelf niet mijn hele leven toneel schrijven. Een roman is helemaal van jezelf, terwijl een toneeltekst soms verkracht wordt door een regisseur die denkt het beter te weten.”

Eerder verschenen in Knack


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Aicha en de verloren taal

Drarrie in de nacht

Ayoub

Auteur:
Fikry El Azzouzi
Categorie(ën):
Literatuur

De beloning