"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Alles is Carmen

Vrijdag, 18 november, 2011

Geschreven door: Alma Mathijsen
Artikel door: Wouter Schaart

Carmen is ontroerend, ontregelend, onuitstaanbaar

Carmen is een bloedmooi meisje – vindt ze zelf – dat even moeiteloos de gracht in duikt op een koude winternacht, als dat ze zich in een nieuw avontuur stort. Ze is de hoofdpersoon van de verrassende debuutroman Alles is Carmen van Alma Mathijsen. Carmen is sinds haar kinderjaren geen spat veranderd: pestte ze eerder de kat en verminkte ze barbies, tegenwoordig breekt ze jongensharten en pakt ze de bal af van spelende kinderen. Vanaf haar achttiende leeft Carmen van het pensioen van haar vader, die overleed toen ze negen was. Daar kan ze prima van rondkomen en ze verheft het nietsdoen tot kunst. Dan ontmoet Carmen haar grote liefde Chris en komt tot de schokkende ontdekking dat ze daadwerkelijk van deze jongen begint te houden.

Alma Mathijsen (1984), die in 2006 debuteerde met de verhalenbundel Binnen spelen en als columniste al enige roem vergaarde, werd in De Wereld Draait Door al in verband gebracht met een schrijver als Remco Campert. De roman Het leven is Vurrukkulluk van Campert – die dit najaar massaal zal worden gelezen in het kader van het project ‘Nederland Leest’ – vormde volgens Mathijsen dan ook een inspiratiebron en steun tijdens het schrijven van haar eerste roman. En, toegegeven, er zijn zeker overeenkomsten wat betreft de lichtvoetige en humoristische verteltrant in de beide romans. Maar waar Campert het levendige tijdsbeeld van de jaren ’60 weergeeft, met al haar naïeve optimisme, schetst Mathijsen toch eerder de tragikomische belevenissen van een individu dat almaar verder zakt in het moeras van het eigen egoïsme.

Het is wonderlijk hoe een personage dat zo koppig, egoïstisch, kinderlijk en bij vlagen zelfs wreed is, de lezer toch ook zo snel voor zich weet in te nemen. In korte, trefzekere zinnen vol bijtende humor laat Mathijsen ons een kijkje nemen in de wereld van Carmen. Deze 22-jarige Amsterdamse geeft zich elke dag weer opnieuw over aan het leven, laat zich er door meevoeren en dat bevalt haar prima:

“Ik kan slechts een ding heel goed. Begeren. Voor de rest laat ik me meevoeren zonder beslissingen te nemen. Ik wil appeltaarten bakken en zachtjes heen en weer leven.”

Archeologie Magazine

Mathijsen schetst hiermee ook een exponent van een generatie die het beu is om ergens voor te moeten kiezen en zich te conformeren aan verwachtingspatronen. Een generatie die liever met blijmoedige overgave maar wat aan leeft, van moment tot moment. Wat Carmen op het ogenblik allemaal wel wil en niet wil, is dan ook een terugkerend thema in de roman. Regelmatig is ze boos, vaak zonder reden en kwetst dan de mensen die haar het meest nabij zijn. Carmen balanceert daarmee dan ook op de grens tussen onweerstaanbaarheid en onuitstaanbaarheid.

Maar dit koele personage weet ook te ontroeren en te vertederen, al is het maar vanuit een dromerig soort egoïsme. Zo verklaart ze in een van de eerste scènes op het politiebureau – nadat ze met twee vrienden is opgepakt vanwege een nachtelijke wandeling door Artis – dat ze alleen maar de ijsbeer wilde zien slapen. Waarna ze na het betalen van de boete weer lachend een duik neemt in de ijskoude gracht. Op haar breekbaarst is de protagoniste in het samenspel met haar IJslandse vriend Emil. Deze grote, zachtaardige vegetariër lijkt voor Carmen door het vuur te willen gaan, zelfs wanneer zij verder iedereen tegen zich in het harnas heeft gejaagd. Ontroerend is de passage waarin Emil – die op dat moment als bijbaan zeemeeuwen doodschiet op het strand – aan Carmen het dier toont dat hij zojuist heeft neergehaald:

“Emil ziet iets, ik kijk naar hem in plaats van naar de ogen van de meeuw. Daar vind ik iets wat ik nog niet eerder heb gezien. Zijn ogen gloeien donker. Als hout dat is aangeraakt door vuur. Hij houdt van alle dieren, maar op dit moment houdt hij het meest van deze meeuw. Deze dode meeuw die hij zelf uit de lucht heeft laten vallen.”

Zo nu en dan worden de nukkige en verwende trekjes van Carmen echter wel wat teveel van het goede. De kinderlijke dialogen nemen vaak de overhand; zo verzanden de gesprekken tussen Carmen en Chris regelmatig in discussies over bier, poepen en eten. De romance tussen Carmen en Chris zorgt dan ook niet echt voor afwisseling of verdieping, de roman draait uiteindelijk toch telkens weer om Carmen. Het enige echt teleurstellende in de – mijns inziens verder veelbelovende – roman van Mathijsen is de schokkende ontknoping: hierin blijft het onduidelijk wat er precies gebeurd en waarom. Het resultaat is dat de finale maar weinig in overeenstemming is met de rest van de roman. Alles is Carmen moet het wat dat betreft meer hebben van het kleurrijke en originele proza, de herkenbare observaties, de komische voorvallen en vooral natuurlijk van Carmen zelf.


Laat hier je reactie achter:

1 reactie op “Alles is Carmen

  1. Dit boek is een prima illustratie van denken en gedrag van een meisje met een narcistische persoonlijkheidsstoornis.Voor psychologen die daarmee te maken hebben, prima leesvoer.
    Overigens: tijdsgeest, milieu, plaats en omstandigheden spelen, zoals hier, ook een meer of minder zware rol.En uiteraard de zwaarte van de stoornis

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De grote goede dingen

Vergeet de meisjes

Alles is Carmen