"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Almanak

Vrijdag, 13 april, 2007

Geschreven door: Leen Huet
Artikel door: Geert Beernaert

Impressionistische miniaturen

De Vlaamse schrijfster, kunsthistorica en filosofe Leen Huet (1966) heeft met Almanak een debuutroman geschreven waarin ze de lezer door een raster van verhalen laat kennismaken met de geschiedenis van haar geboortestreek: de streek van de landloperkolonies rond Wortel en Merksplas in de Vlaamse Kempen, gelegen op de grens tussen Nederland en België.

Huet is vooral bekend om haar non-fictie werken zoals Belgisch Museumboek, Oude Meesteressen, Oud Papier, De Kunstkamer en Mijn België, waarin ze bewijst over een uitstekende historische kennis te beschikken en de lezer geboeid mee te kunnen nemen op een gretige ontdekkingstocht.

Voor haar eerste roman Almanak moet de lezer zijn gretigheid echter wat temperen. Want rustig de tijd nemen is hier de enige manier om alle puzzeltjes, die Huet verstopt heeft in haar raamvertellingen, op te lossen. Ook bij een tweede lezing blijken nog niet alle geheimen geopenbaard te zijn. Kortom, de lezer krijgt het niet gemakkelijk.

Voor de structuur van het boek heeft Huet gekozen voor zeven hoofdstukken met telkens zeven verhalen. Die 49 verhalen zijn een bonte verzameling anekdotes, raamvertellingen, miniaturen over één bepaalde plaats, in het boek ‘De Plaats’ genoemd. Almanak wekt daarmee een soort nostalgische sfeer op van één bepaalde locatie waar mensen bijeengekomen zijn en er elkaar verhalen vertellen om de tijd te doden.

Boekenkrant

En die personages, het zijn er heel wat: communisten, landlopers, een meute familieleden, plaatselijke notabelen. Ze worden vooral gekenmerkt door hun schelmenstreken en hun frivoliteit. Ieder verhaal wordt vertelt door een andere verteller, maar het is niet altijd duidelijk wie er aan het woord is en sommige personages komen verschillende malen voor. Tevens geeft de schrijfster niet vlug prijs waar men zich bevindt, men weet wel dat er een eenheid van plaats is, maar waar dit is, dat moet men geduldig achterhalen, soms via een aantal puzzeltjes die Huet goed verstopt heeft. Een echt houvast heeft men dan ook niet waardoor de lezer zich spontaan laat meevoeren in de veelheid aan verhalen en meedeint op golven van het vertelritme. Aan het einde van de rit zal voor sommigen misschien wel iets meer duidelijk geworden zijn (zoals welke personages aan het woord waren en/of op welke plaats men zich bevond). Voor de minder bekwame puzzelaars dringt een tweede of zelfs derde lezing zich op. En om het nog lastiger te maken: Almanak is ook geen chronologische roman. In de miniaturen laat de schrijfster verscheidene mensen aan het woord die de meest verschillende aspecten van de Kempen vanaf 1848 verhalen, maar dit allemaal door elkaar, van de ene tijd naar de andere.

Met haar achtergrond als historica heeft Huet geprobeerd de hele Belgische geschiedenis in de Kempense verhalen te verwerken, waardoor dit boek een persoonlijk eerbetoon is aan haar Kempense roots. Romeinen, Habsburgers, Duitsers, ze passeren hier allemaal de revue. Zo is er het verzonnen verhaal van Marx en Engels die op bezoek zijn in De Kempen om hun vooruitstrevende ideeën de confrontatie aan te laten gaan met de realiteit. Want de Kempen was een echte verpauperde wildernis met landbouwkolonies. Marx’ en Engels’ gedachte om voor dit proletariaat een boerderij neer te zetten, kon echter niet gerealiseerd worden omdat ze niet wisten hoe ze de grond moesten bewerken, ze kwamen immers uit de stad.

De meeste verhalen zijn fictief, zoals die over de twee Wereldoorlogen, over de gouden jaren zestig, over de anarchistische schrijver Georges Eekhoud, over Koning Boudewijn… Sommige benaderen daarentegen wel realistische taferelen, zoals de verhalen over de 19de eeuwse volksmens die in trieste omstandigheden op de heide leefde. Tevens krijgt de lezer heel wat objectieve informatie mee – zoals over het stemmen voor de Wet Lejeune – en wordt hij geanimeerd met leuke faits divers zoals het reclamespotje van Claudine Merckx voor frietvet.

Wat we als lezer zeker kunnen appreciëren, is het niet aanwezig zijn van hoogdravende epiek en heroïek in de verhalen. En ook al zijn die verhalen als flarden, toch heeft Huet de tijd genomen om een soort melancholie op te wekken met haar sensuele geschiedschrijving. Ze doet dit met een impressionistische stijl en esthetiek die begeesterd. In haar poëtische, beeldende en intelligente manier van schrijven getuigt ze van een zekere elegantie en precisie waardoor de stillevens een zeker mysticisme oproepen. Een vergeten geraakt detail wordt vakkundig bewerkt om er een geheel eigen werkelijkheid mee te creëren. Een werkelijkheid waarin het als lezer aangenaam vertoeven is.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: