"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Arc de Triomphe

Vrijdag, 6 december, 2019

Geschreven door: Erich Maria Remarque
Artikel door: Marjon Nooij

Het einde van een vlucht

[Recensie] Na het lezen van het prachtige De nacht in Lissabon was het voor mij volkomen vanzelfsprekend om ook Arc de Triomphe te lezen en ik kan zonder blozen schrijven dat ik daar absoluut geen spijt van heb. Dat Uitgeverij Cossee beide titels opnieuw heeft uitgebracht is natuurlijk niet voor niets.

De schrijfstijl van Erich Maria Remarque heeft de kracht om de lezer te betoveren en mee te slepen door middel van trefzekere dialogen, monologue intérieur, wonderschoon proza, het scherpe oog voor detail en de filmische en zintuiglijke beschrijvingen. Geuren, kleuren, de natuur, maar zeker ook emoties worden magnifiek weergegeven.

Dit oorspronkelijk in 1945 uitgegeven boek handelt over de periode in de aanloop van de Tweede Wereldoorlog. Ravic – niet zijn echte naam – een Duitse vrouwenarts van in de veertig, is Duitsland ontvlucht, nadat hij in een concentratiekamp heeft gezeten en in 1933 daar op gruwelijke wijze door de Gestapo is ‘verhoord’ cq gemarteld. Hierbij werd zijn vrouw Sybil ingezet als pion en gemarteld om hem een bekentenis te ontlokken. Sybil echter pleegt een paar dagen later zelfmoord. Ravic weet te vluchten en zoekt zijn toevlucht in Parijs, alwaar hij in illegaliteit verblijft in een duister en groezelig hotel.

Saillant detail is dat de hoteluitbaatster een souterrain met portretten heeft van de heersers van die tijd en afhankelijk van wie de gast op dat moment is, een bepaald schilderij op diens kamer hangt. Om een zakcentje te verdienen verricht hij voor een schamel bedrag operaties uit naam van professor Durant, een corrupt arts die niet meer beschikt over voldoende fijne motoriek om een scalpel te hanteren, maar wel het honorarium opstrijkt. De rest van de tijd heeft hij aanspraak aan een hoerenmadam, controleert hij periodiek de meisjes, speelt hij een spelletje schaak met zijn Russische vriend en alter ego Boris Morosow, drinkt aanzienlijke hoeveelheden calvados en dwaalt ’s nachts regelmatig doelloos over straat, omdat hij de slaap niet kan vatten.

“De vrouw kwam schuin op Ravic af. Zij liep vlug maar met iets eigenaardig wankelends. Ravic merkte haar pas op toen zij al bijna naast hem was. Hij ontwaarde een bleek gezicht, uitstekende jukbeenderen en ver uiteenstaande ogen. Het gezicht was strak als een masker, het zag er uitgehold uit en haar ogen hadden in het licht van de straatlantaarns een zo glazig lege uitdrukking, dat zijn aandacht erdoor werd getrokken.”

Wanneer hij haar aanspreekt blijkt ze Joan Madou te heten en het plan te hebben opgevat om ten einde raad de Seine in te springen. Hij weet haar er echter van te weerhouden en biedt haar aan om met hem mee te gaan en samen een paar borrels te drinken.

“Ik moet al dronken zijn, dacht Ravic. Vandaag eerder dan anders. Of misschien ligt het aan het flauwe licht. Of allebei. Dit is niet meer diezelfde onbeduidende, verwelkte vrouw. Dit is iets anders. Plotseling zitten er ogen in en een gezicht. Iets dat naar me kijkt. Misschien komt het door de schaduwen. Of van dat zachte vuurtje, achter mijn voorhoofd, waar zij door verlicht wordt. De eerste gloed van dronkenschap.”

Joan vertelt actrice en zangeres te zijn en gevlucht uit het Italië van Mussolini. Ondanks dat hij denkt dat zijn vermogen om lief te hebben is gestorven met de dood van zijn vrouw en hij Joan in eerste instantie zo snel mogelijk kwijt wil, belanden ze in een stormachtige affaire, die gevoed wordt door veel calvados en cognac. Doordat deze twee protagonisten het overgrote deel van de roman een rol spelen heeft de auteur ruim de tijd kunnen nemen om hun karakters uit te tekenen en uit te werken, hun persoonlijke drijfveren voor deze relatie en de plot langzaam te ontrollen. Het complexe van deze relatie in het interbellum wordt heel indringend neergezet, maar desalniettemin zeer waarheidsgetrouw.

Beiden zijn door het noodlot banneling geworden en voelen zich ontheemd, bang om een ander te vertrouwen, maar uiteindelijk vinden ze toch hun veiligheid onder elkaars vleugels.

Hun wegen scheiden zich op het moment dat Ravic wordt opgepakt, nadat hij zich in een benarde situatie begeeft doordat hij op straat eerste hulp verleent en hij een volhardende agent geen papieren kan laten zien. Hij wordt de grens met Zwitserland overgezet, maar weet na een paar maanden weer terug te komen.

Zijn martelaar van de Gestapo, Haake, blijft Ravic in gedachten achtervolgen en wanneer hij hem plots ziet opduiken in Parijs, merkt Ravic dat hij niet wordt herkend. Hierop bereidt Ravic een plan voor, dat uiteindelijk lijdt tot een spannende, onvermijdelijke, maar onthutsende apotheose.

Om nog even terug te komen op de schrijfstijl van Remarque….. het is ronduit genieten wanneer er pareltjes van zinnen en metaforen voorbij komen.

“Het morgenrood stond hoog achter de huizen. De hemel erboven was bleekgrauw. Als een paar slapende flamingo’s dreven de wolken erin.”

Paradoxen spelen een grote rol in de thema’s die in dit boek zijn verwerkt, zoals liefde en wraak, aantrekken en afstoten, vluchten of blijven, vriendschap en verraad.

Waar de vertaling van De nacht in Lissabon een vloeiend geheel vormt, doet de herziene vertaling van C.J. Kelk in Arc de Triomphe heel af en toe een beetje gekunsteld aan. Zo hier en daar een zin die niet lekker loopt of een woordvolgorde die minder soepel leest. Maar vrees niet; dat gebeurt eens in de 20 bladzijden.

Aandachtig lezen is het sleutelwoord voor dit boek om alle facetten langzaam in je op te nemen. Erich Maria Remarque is een meester in het beschrijven van gevoelens van een mens in een nijpende situatie. Zonder al te veel op het sentiment te werken, weet hij heel fijntjes de juiste snaar te raken en de triestheid van hun beider verhaal weer te geven. De demonen en de onderhuidse angst van de verbitterde Ravic voor wéér een moment van vluchten, larderen de tekst.

Het Parijs van de 30-er jaren wordt trefzeker neergezet en je loopt als het ware mee in de pas met Ravic en Joan. Doorspekt met prachtige zinnen van fijnzinnige proza en rake aforismen is dit een magnifiek verhaal dat ik nog lang in mijn hoofd mee zal dragen. Wie genieten wil van de klassieke juweeltjes die de tand des tijds hebben doorstaan, kan ik het werk van Remarque van harte aanbevelen.

Eerder verschenen op metdeneusindeboeken.nl

Boeken van deze Auteur:

Arc de Triomphe

De nacht in Lissabon