"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Aswoensdag

Vrijdag, 19 juni, 2020

Geschreven door: Hanneke Hendrix
Artikel door: Lalagè

Mooie psychologische roman

[Recensie] Marit heeft haar moeder al vijftien jaar niet meer gezien, sinds de begrafenis van haar vader. Maar dan komt er een telefoontje uit Limburg: het gaat niet goed met haar moeder, want ze is erg vergeetachtig geworden. De buurvrouw en de buurtregisseur houden wel een oogje in het zeil, maar nu moet er echt iemand komen die orde op zaken stelt. Marit vertrekt vanaf haar woning bij de zee naar het dorp van haar jeugd.

Hanneke Hendrix wisselt het verhaal in het heden af met terugblikken van moeder en dochter. Marit is bezig met een ziekenhuistraject om een kind te krijgen. Nu ze bij haar moeder is, vraagt ze zich af of en waarom die eigenlijk een kind wilde. En waarom maar eentje? Marits jeugd was benauwend en kil. Dat heeft vast te maken met hoe haar moeder zelf opgroeide. Nu ze dementeert, waant die zich vaak in het verleden. Ze zit onder de kapstok, tegen de jassen van haar overleden broers aan. Alle vijf kwamen ze om bij een ongeluk in de mijn bij het dorp. Maar Marits moeder weet ook nog hoe het daarvoor was: de jukebox in de voorkamer werd regelmatig gebruikt en mensen kwamen dansen.

Die jukebox staat er nog steeds en Marit laat hem repareren. Haar moeder zet midden in de nacht haar lievelingsliedje aan. Net als vroeger kunnen de buren dat niet waarderen. Het wonderlijke is dat Marit van deze versie van haar moeder begint te houden.

“Nu ze bij haar moeder was leek alles met elkaar verbonden.
Liefde, dood, hoop.
De stijgende lijn naar het einde.
Naar het hoogtepunt.
Bevallen, sterven.
Ze zorgde en zorgde en zorgde en het was uitstellen en het had allemaal geen nut meer, behalve dan dat ze alleen maar meer van haar moeder ging houden, dat ze zich meer en meer aan iemand ging hechten die er binnen afzienbare tijd niet meer was.”

Boekenkrant

Het is ook de eerste keer dat Marit haar moeder hoort zingen: liedjes in het Limburgs. Met enige moeite kan ik de teksten wel ontcijferen. Het effect is dat de gesprekken in mijn hoofd ook Limburgser gaan klinken.

Het lukt Marit niet zo goed om op te ruimen en haar moeder loopt steeds weg. Telefoontjes met haar man lopen op ruzie uit. En ook haar werkgever vraagt zich af wat ze nou eigenlijk van plan is. Dit alles houdt de spanning erin. Het einde vind ik iets te toevallig, maar wel passend. Aswoensdag is een mooie psychologische roman over moeders en dochters, weglopen en terugkomen, en de invloed van je jeugd op de rest van je leven.

Eerder verschenen op Lalageleest

Boeken van deze Auteur:

Aswoensdag

De dyslectische hartenclub