"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Bederf is de weg van alle vlees en andere novellen

Donderdag, 14 augustus, 2008

Geschreven door: Marcel Moring
Artikel door: Rachel Levy

Zoektochten naar de richting van het leven

Het prettige van deze bundeling van ‘Bederf is de weg van alle vlees’, ‘Modelvliegen’, het eerder bibliofiel uitgegeven ‘Nachtzwemmen’ en ‘Een vrouw’ is dat zowel de uitgever als de auteur op zijn eigen website er geen grote pretenties over hebben: het is gewoon een goedkope uitgave van vier novellen die eerder – soms al jaren eerder – zijn gepubliceerd. Het ontbreken van een glad marketingpraatje maakt dat je als lezer eindelijk eens echt onbevooroordeeld aan een boek kunt beginnen.

Drie van de vier novellen dateren uit de periode 1994-2000, en alleen de laatste is relatief nieuw. Toch vormen de verhalen een eenheid, en dat heeft te maken met zowel de thematiek als de schrijfstijl. Terugkerend onderwerp in alle verhalen is een soort ongemak over hoe het leven is gelopen of nog steeds loopt en het onvermogen zelf het heft in handen te nemen of te houden. Terugkerende setting in drie van de vier verhalen is voedsel(bereiding) in thuis- en restaurantkeukens, en alles wat daarbij komt kijken.

De hoofdpersoon in ‘Bederf is de weg van alle vlees’ is een van de meest kundige obers in restaurant het Huis van de Prins. Niemand bedient de klanten zoals hij dat doet, niemand zorgt voor zoveel bestellingen en zo veel tevredenheid onder de klanten als hij. Het eerste deel van het verhaal gaat uitvoerig – soms te uitvoerig – in op de details die bij zijn werk komen kijken: de verhouding tussen hem en de rest van de bediening in het restaurant, de kok, en natuurlijk de eigenaar van het restaurant die zijn bedienend personeel tegen elkaar uitspeelt in de hoop zo veel mogelijk klanten te winnen.

Maar de souplesse en het gemak waarmee de hoofdpersoon werkt, worden gaandeweg in het verhaal verdrongen door zijn verwardheid. Wie is hij, en wat moet hij met zijn leven? Naast zijn werk bij het Huis van de Prins werkt de hoofdpersoon met een collega op afroepbasis als ober bij andere gelegenheden, en het is daar, in die omgeving, dat de onzekerheid zich van hem meester maakt en we hem zichzelf zien afvragen waar hij in zijn leven mee bezig is. Was dit werkelijk dat wat hij, die ooit de kunstacademie voortijdig verliet, van zijn leven wilde maken?

Het subtiele van Möring is dat hij deze vragen onbeantwoord laat, maar vooral de leegte in beeld brengt en het onvermogen van een mens om het leven te sturen in een richting (welke dan?) die wel bevrediging zou opleveren.

‘Maar voor ik mijzelf serieus kon nemen, hoorde ik Rosa weer. Voor jou zijn dit wilde jaren. Anders. Wat anders? Ik had geen idee. Iedereen is er met een bepaald doel, dacht ik. En toen? Ja? Is dat zo? Is iedereen er met een bepaald doel?’

In ‘Modelvliegen’ staat de relatie centraal tussen een kind en zijn ouders die onconventionele zijn, zoals blijkt uit hun ontmoetingsverhaal: zij, een verpleegster. Hij, een piloot die neergestort was en gewond naar het ziekenhuis was gebracht. Ze trouwen, zij gaf hem een andere naam dan hij had.

‘Ze noemde hem Boris. (Later, toen hij bijkwam en weer kon praten, bleek dat hij Philip heette, maar daar was mijn moeder niet van onder de indruk. Zijn ouders moesten een fout hebben gemaakt. Deze man was duidelijk een Boris. Mijn vader zou de naam trots, als was het een onderscheiding, aannemen.)’

De ouders, of liever gezegd de vader, begint van de een op de andere dag een bedrijfje als modelvliegtuigbouwer. Hij koopt zulke grote partijen modelvliegtuigen op dat de hele familie – moeder en zoon – dagelijks urenlang mee moeten bouwen. Maar uiteindelijk loopt de handel op niets uit en gaat moeder op zoek naar ‘echt’ werk.

Eigenzinnig als de ouders zijn, hebben ze er moeite mee wanneer hun zoon een ander, even onconventioneel pad kiest. De twaalfjarige is kookgek, zet de meest exotische gerechten in elkaar en leest ingewikkelde Franse boeken over kookkunst. Maar zijn ouders hebben eigen zorgen aan hun hoofd, niet in de laatste plaats financiële. Los daarvan beschouwden ze de bezigheden van hun zoon vooral als een rare hobby – niet als talent om te cultiveren. Een oude vriend uit het verleden van de vader is nodig om zowel ouders als de twaalfjarige ik-figuur te doen inzien, dat de kookkunst een gave is, die niet alleen getolereerd, maar ook verder ontwikkeld moet worden.

Geven wij zelf richting aan ons leven, zijn het de mensen om ons heen, is het een combinatie van beide, of wellicht wel geen van dit alles – dat zijn de kernvragen die Möring oproept in deze vier novellen.

De vragen die Möring in de novellen over het leven oproept, lijken synchroon te lopen met de manier waarop hij schrijft over voedselbereiding – een centraal thema in deze bundel. Een echte chef kan er wellicht anders over denken, maar in de beschrijvingen die Möring doet over de culinaire bereiding, lijkt hij ervan overtuigd te zijn dat een gerecht, als het eenmaal in een bepaalde richting op is, beslist geen andere weg meer kan inslaan. Er zijn geen herkansingen, geen radicale wijzigingen mogelijk. En net als met het leven kun je je ook met voedselbereiding afvragen wie de uiteindelijk controle heeft: de kok, de samenloop van omstandigheden, een derde, of een combinatie van deze drie mogelijkheden.

Niet alle novellen zijn even sterk geschreven, de gedetailleerde beschrijvingen in de restaurantkeukens zijn vaak nogal repetitief en dienen evenmin een literair doel – maar al met al ligt er wel een bundel verhalen die méér dan zijn promotionele boodschap – ‘goedkope vakantie-uitgave’ – waard is.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Dubbeluitgave 4 en 5 mei 2023

Bederf is de weg van alle vlees en andere novellen