"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Negen lessen voor een bijzonder leven

Zondag, 7 februari, 2021

Geschreven door: Benjamin Ferenez
Artikel door: Nico Voskamp

Zelfhulp gedestilleerd uit de donkerste krochten der mensheid

[Recensie] Ben Ferenez leeft een bijzonder leven. Als straatarm immigrantenjochie groeide hij op in New York, wist een beurs te krijgen voor Law School in New York, kwam daarna in de Tweede Wereldoorlog bij het leger terecht en werd uiteindelijk hoofdaanklager bij de Neurenberg-processen waarin de concentratiekampcommandanten berecht werden. Hij zag de slechtste kanten van de mens, maar houdt altijd oog voor het positieve, getuige zijn ervaringen in dit boek.

‘Down to earth’, dat is een rake typering van Ben’s schrijfstijl. Sterker: van zijn hele persoon. Zo pragmatisch als hij zich door het leven werkt, zulke bijzondere zaken krijgt hij op zijn pad. Gelukkig daarom dat hij de lessen die hij daaruit leerde, hier aan de geïntrigeerde lezer aanbiedt.

Geringschattend noch sardonisch als het bovenstaande bedoeld is, verdient het derhalve aanbeveling Ben’s lessen niet hautain weg te wimpelen. Ze lijken simpel maar zijn universeel, en kunnen direct toegepast worden. Laten we als voorbeeld nemen les 4: ‘De weg is altijd hobbelig, nooit vlak’.

Die les komt voort uit zijn tijd in het Amerikaanse leger: een strak hiërarchische organisatie die voor vrije geesten als onze Ben onvermijdelijk zorgt voor botsingen met gezag, met regels, met ongewenst eigen initiatief. Dat gebeurde toen hij in de oorlog in Frankrijk tegen de Duitsers vocht. Daar negeerde hij de strenge legerregels. Ben en zijn maten kregen van de bevrijde Fransen uit dankbaarheid voedsel, waaronder eieren. Hij ging er meteen een lekker kipmaaltje van maken:

Boekenkrant

“Aangezien we allemaal leefden op spam, een ondefinieerbaar vleesmengsel waarvoor zelfs een rat zijn neus zou ophalen, waren we heel blij met de eieren. Maar algauw werd er een waarschuwingsbord aan de bomen gehangen: OP BEVEL VAN DE COMMANDANT IS INDIVIDUEEL KOKEN NIET TOEGESTAAN. De kolonel was kennelijk bang dat het hele terrein zou worden bezaaid met eierschalen.

Ik kon niet geloven dat hij de mannen niet toestond een eitje te eten, dus ik oefende mijn grondwettelijke recht op leven, vrijheid en streven naar geluk uit door drie van mijn kameraden uit te nodigen voor een kipmaaltje.”

Het vervolg ligt voor de hand: de kolonel ontdekte dat privé-etentje en Ben had er een belangrijke vijand bij. Zo belangrijk, dat toen er een lijst was gemaakt met vijftienhonderd soldaten die een medaille voor goed gedrag zouden krijgen, door Ben’s naam een rode streep stond. Drie keer raden van welke pen die streep kwam. De les? ‘Je zult waarschijnlijk altijd tegenstanders hebben en je zult niet altijd je terechte beloning krijgen.’ Maar Ben werd daarna wel voorgedragen door Washington om een manier te vinden om oorlogsmisdaden te benoemen en de daders te berechten. De les? ‘Levens volgen nooit een rechte lijn.’

Leuk, die lessen, maar het boek is meer dan dat. Zo maakt Ben de ontruiming mee van een aantal concentratiekampen, net nadat de Duitsers hebben gecapituleerd. Daar zie je hoe bewonderenswaardig deze (toen nog) jongeman omgaat met de opborrelende gevoelens van haat en wraak bij het zien van de uitgemergelde gevangenen. Hij nam het recht niet in eigen hand maar zette zijn oorlogsmisdadentak op en vervolgde de misdadigers op legale wijze. Volgens zijn eigen leefregels, die zo gek nog niet zijn.

Ook verschenen op Nico’s recensies