"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Aarzelsnede

Dinsdag, 29 december, 2020

Geschreven door: Berber Kapitein
Artikel door: Nico Voskamp

Vlot verhaal mist essentiële samenhang

[Recensie] Nee, dit is geen doktersroman. Over artsen, ziekenhuizen, ouders, patiënten en ethische dilemma’s gaat het wel, maar dit verhaal beoogt diepgang. Berber Kapitein wil hier gevoelige thema’s aanroeren door een casus van een echtpaar met hulpbehoevende dochter te vervlechten met een kinderarts die privéproblemen heeft.

De eerste indruk is goed. Kapitein leidt de gebeurtenissen prima in, vertelt in klare taal hoe een ziekenhuisopname werkt, schrijft levensechte dialogen en zet een scherp beeld neer van een (kinder)ziekenhuis. Ook de dilemma’s waar een arts zich voor gesteld ziet, worden goed uitgewerkt. Het struikelblok is de grote lijn. Maar daar komen we later op, eerst het verhaal.

Kinderarts Rinske wordt bij een probleemgeval geroepen, het meisje Sara in een rolstoel. Tot haar verbazing krijgt ze de supervisie van deze casus. Daarin zijn rare zaken gaande: Sara heeft een lange ziektegeschiedenis, ze is in het buitenland geweest waar ze ook al niet goed geholpen is, lijdt behalve aan een onwillig bewegingsapparaat aan anorexia nervosa maar is nog steeds niet adequaat geholpen. Haar ouders, vooral haar vader, hebben een onbuigzaam sterke mening over hoe haar genezing zou moeten plaatsvinden, die haaks staat op de invalshoek van het ziekenhuis.

De mentor van Rinske die ze in gedachten ‘de Trui’ noemt, heeft haar deze casus toegeschoven, maar al snel blijkt dat een tikkende tijdbom. Rinske gaat doelgericht op zoek naar de redenen van Sara’s toestand en richt zich in eerste instantie op ‘Münchhausen by proxy’. Prachtige term, al zal het veel lezer niets zeggen.

Boekenkrant

Een gesprek met Sara brengt weinig soelaas. Het kind is eigenwijs, verdrietig, psychologische problemen lijken zonder reden ruim aanwezig te zijn. Rinske probeert in een gesprek met Sara en haar ouders de zaken helder te krijgen maar komt geen centimeter verder door de dominante, neerbuigende interrupties van de vader. Ze overlegt met ‘de Trui’:

“‘Het gaat om een meisje van veertien, rolstoelgebonden, met ernstig ondergewicht en motorische problemen.’
‘Waarom zit ze in een rolstoel?’
‘Dat weet ik niet precies. Of laat ik het zo zeggen, dat weet men tot nu toe niet. Niet echt.’
‘Hoe kunnen ze nou niet weten waarom ze niet kan lopen? En wie zijn “men”?’
De Trui ademde even hoorbaar door zijn neus uit en ging verder. ‘Ze zijn dus al in drie academische ziekenhuizen geweest …. De afgelopen zes jaar lopen ze ziekenhuis in en uit omdat hun dochter allerlei klachten heeft. Geen enkele specialist heeft ooit een duidelijke diagnose kunnen stellen en de behandelrelatie ontaardt meestal in een conflict.’
‘Gaan wij dit dan wel oplossen?’”

Een terechte vraag van Rinske, waar de lezer na een dikke 150 bladzijden ook erg benieuwd naar raakt. Helaas komt er geen rechtstreeks antwoord. Wel hebben we in een aantal tussendoor-hoofdstukken een uitgebreid beeld gekregen van Rinskes privéleven. Kort gezegd is dat getroebleerd, en wel omdat zij haar partner veel geeft maar hij niets terug doneert. Behalve stekeligheden en jaloezie dan.

Die relatieproblemen zijn misschien bedoeld als tegenwicht, spiegelbeeld of intermezzo van de casus ‘Sara’, maar waarom? En hoezo? Wat het verband tussen haar baan en privéleven is, en wat dat toevoegt aan het boek, blijft in nevelen gehuld. Het is die grote lijn die Kapitein niet goed weet te maken. Het verhaal bestaat nu uit twee naast elkaar existerende verhalen die elkaar niet raken. En de lezer dus ook niet. 

Dat is jammer, want de schrijfstijl van Kapitein is soepel en helder en het verhaal van Sara heeft potentie. Kapitein neemt met gemak de buitenstaander bij de hand, en een spanningsboog opwekken is ook geen punt met die vreemde casus en lastige ouders, waarom gedragen ze zich zo? Sara idem: waarom doet ze wat ze doet? Dat roept vragen, spanning op die de lezer laat doorgaan. Maar als Kirstens moeizame relatie geïntroduceerd wordt, lijdt het verhaal eronder. Te veel vragen blijven onuitgelegd in de lucht hangen. Dat verstoort een veelbelovend boek en nodigt niet uit tot lezen. Zonde.

Eerder verschenen op nicovoskamp.com