"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Berichten uit het feniksnest: Eindtijd of wedergeboorte

Zondag, 18 november, 2018

Geschreven door: André Klukhuhn
Artikel door: Karl van Heijster

Eindtijd als zoveelste excuus voor communisme

[Recensie] Het einde is nabij! De beschaving, de mens en/of de wereld staan aan de rand van de afgrond en als we niet snel iets doen, gaan we er allemaal aan. Althans, dat is wat onheilsprofeten nu al enkele millennia beweren – met wisselend succes. Scheikundige, filosoof en schrijver André Klukhuhn onderwerpt het ondergangsdenken aan nader onderzoek in zijn Berichten uit het feniksnest en voegt daar zijn eigen apocalyptische visie aan toe – met aanzienlijk minder succes.

Zijn onderzoek is om te beginnen van een abominabel niveau. Het boek opent met een opsomming – ‘overzicht’ is teveel gezegd – van apocalyptisch denken door de eeuwen heen. Deze is zó summier, dat het de vraag opwerpt wat het überhaupt aan het boek toevoegt. Het hoofdstuk over de oudheid beslaat bijvoorbeeld krap drie pagina’s en behandelt alleen maar de laatste bladzijden van het Nieuwe Testament. Dat is des te verbazingwekkender omdat Klukhuhn in de inleiding dichter Hesiodus noemt, wiens angst voor moreel verval klaarblijkelijk interessant genoeg was om aan te stippen maar niet om uit te werken. In sneltreinvaart worstelt Klukhuhn zich door de eeuwen heen, ongeduldig als hij is om bij de eindtijddenkers van het interbellum aan te komen.

Maar ook de levens en denkbeelden van Oswald Spengler, José Ortega y Gasset, Johan Huizinga, Sinclair Lewis en Adolf Hitler worden te beknopt uit de doeken gedaan om het niveau van een goede Wikipediapagina te ontstijgen. Dwarsverbanden worden hier en daar wel gelegd, maar wat ontbreekt is een resumerend hoofdstuk dat de overeenkomsten en verschillen, de lessen en waarschuwingen goed uit de verf te laten komen. Daarnaast is het onduidelijk wat romanschrijver Sinclair Lewis, wiens grootste wapenfeit een Amerikaanse satire over de opkomst van Hitler is, precies verbindt met de totaalvisies van Spengler en Huizinga. De romancier lijkt vooral als stok te dienen om Donald Trump mee te kunnen slaan, en ook in het hoofdstuk over Hitler zelf kan Klukhuhn een vergelijking met de Amerikaanse president niet weerstaan. Maar als de filosoof zijn licht vervolgens laat schijnen op het opkomend populisme, dan is de conclusie dat er toch echt wel dringender zaken op de agenda staan.

Het is een onnavolgbaar betoog dat slechts in absurditeit wordt overtroffen door Klukhuhns oplossing voor het milieuprobleem: een centraal geleide economie met de nobele taak honger voor iedereen te garanderen. “De enige nog volop bloeiende bedrijfstak,” schrijft de auteur met zichtbaar genoegen, “zal gevormd worden door de productie van broekriemen, die overal en door iedereen tot het uiterste zullen moeten worden aangehaald.” Het is een oplossing die gezien zijn antihumanisme – de mens wordt als planeetvernietigende plaag neergezet – en communistische sympathieën niet hoeft verbazen. De voorzichtige toegeving dat de marxistisch-leninistisch-maoïstische versies van de “fatsoenlijkste” ideologie toch niet helemaal je van het waren ten spijt, lijkt Klukhuhn vastbesloten alle verschrikkingen van het communisme nog eens dunnetjes over te willen doen. Zo wil de ironie dat het einde der tijden pas écht aan zou breken als eindtijddenkers als Klukhuhn het voor het zeggen zouden krijgen.  Als dat de enige les is die Berichten uit het feniksnest ons leert, dan is de hele exercitie toch nog niet voor niets geweest.

Kookboeken Nieuws

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles