"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Beter nooit dan laat

Vrijdag, 20 november, 2020

Geschreven door: Chika Unigwe
Artikel door: Marnix Verplancke

Ingenieuze verhalenbundel over de problemen van emigranten

Chika Unigwe schreef een ingenieuze verhalenbundel annex roman over een stel Nigerianen dat in Vlaanderen belandt. Een gesprek over heimwee, impliciet racisme en waarom de klimaatbeweging zo oogverblindend wit is.

[Interview] “O ja, ik heb nog steeds heimwee naar Nigeria,” zegt ze, “Ik ben een Igbo en de Igbo’s zijn erg gehecht aan hun grond. Migratie en heimwee gaan trouwens altijd samen, of je moeten vluchten bent voor het geweld of zoals ik gewoon je hart hebt gevolgd. Het laat je nooit helemaal los.” Een kwarteeuw geleden stond de toen 21-jarige Chika Unigwe voor de keuze: thuisblijven in haar veilige middenklasse-omgeving in Nigeria of de Vlaamse man volgen op wie ze verliefd was geworden, helemaal naar het verre België. Ze koos voor de liefde en kwam in Turnhout terecht, waar ze kon rekenen op de zorg en toeverlaat van de familie van haar man, maar waar ze ook iedere dag heimwee had. “Mijn eerste jaar in België had ik last van paniekaanvallen en kon ik niet schrijven,” herinnert ze zich, “Ik kwam mijn bed nauwelijks uit, sprak de taal niet en kende alleen mijn man en zijn familie. Het was heel erg moeilijk om in een gemeenschap te leven waarin ik alles opnieuw moest leren.” Zeven jaar geleden verhuisde Unigwe met haar man en hun inmiddels vier kinderen naar het Amerikaanse Atlanta, “omdat praktisch mijn hele familie daar intussen woonde,” geeft ze grif toe, maar ook die move bood uiteindelijk geen soelaas. “Ik ga nog steeds regelmatig terug naar Nigeria,” zegt ze, “en iedere keer wanneer de wielen van het vliegtuig de tarmac raken heb ik datzelfde gevoel: eindelijk weer thuis.”

Heimwee is ook wat Prosperous en Agu verteert, het koppel dat de verhalen uit Unigwes nieuwste bundel Beter nooit dan laat aan elkaar bindt. Ooit waren zij de eigenaars van een goed draaiende supermarkt. Ze hadden plannen om uit te breiden en nieuwe filialen te openen, tot de zaak in de fik werd gestoken en hen aan het verstand werd gebracht dat ze maar beter konden vertrekken. Volgens de mensensmokkelaar was er maar een optie, België, een land waar ze alleen van wisten dat er geen Engels gesproken werd. “Een van mijn favoriete gedichten is ‘Home’ van de Brits-Somalische Warsan Shire,” vertelt Unigwe, “Het begint zo: “No one leaves home unless home is the mouth of a shark”. Voor mijn personages is thuis inderdaad een haaienmuil geworden. Ze emigreren niet omdat ze dat willen, maar omdat ze moeten. Er is geen andere optie, het is een kwestie van overleven. En zelfs dan nog verlangen ze naar huis, ook al beseffen ze dat ze nooit terug zullen kunnen. Vandaar dat ik het zo erg vind wanneer mensen als Prosperous en Agu voor profiteurs uitgescholden worden door Belgen die gemakshalve vergeten dat hun eigen voorouders die naar Congo trokken wellicht veel grotere profiteurs waren. Toen mijn kinderen nog op de lagere school zaten, kreeg ik keer op keer de vraag of ik kon komen tonen hoe je zulke fijne vlechtjes kon maken. Afrika, dat was tamtam spelen en vlechtjes leggen, maar over de Congolese erfenis van Leopold II kregen mijn kinderen niets te horen. Dat hebben mijn man en ik hen zelf moeten vertellen.”

Prosperous, Agu en nog een aantal andere personages uit je boek delen dezelfde ervaring, doordat ze geen Nederlands of Frans spreken, maken ze geen schijn van kans op de Belgische arbeidsmarkt. Ondanks hun diploma’s moeten ze aan de slag als poetsvrouw of arbeider. Lezen we hier een pleidooi voor assimilatie?

Boekenkrant

“Assimileren betekent dat je alles moet opgeven, je verleden en je cultuur. Je hebt goede en slechte migranten, is de achterliggende redenering, en de goede ontkennen zichzelf helemaal en zijn in feite het liefst blank. Dat kun je toch niet echt van mensen verlangen? Maar het is natuurlijk wel belangrijk dat je als migrant de lokale taal leert. Taal is immers het raam waardoor je de cultuur en de mensen om je heen kunt zien en begrijpen. Al dient hier wel enige nuance gemaakt te worden. Woorden zijn gekleurd. Een zwarte die in Brussel woont is een migrant, terwijl je dat van een blanke Amerikaan die in Brussel woont niet zal zeggen. En een blanke Europeaan die in Afrika gaat wonen is evenmin een migrant, dat is een expat die assimilatie onbelangrijk vindt. Die komt in een expat-getto terecht en doet de moeite niet om de lokale taal en cultuur te leren kennen. Hij winkelt in westerse zaken en het is mogelijk dat hij de naam van zijn huishoudster kent, maar daar stopt het zo ongeveer. Maar die Afrikaan in Brussel moet assimileren. Het gaat hier niet over taal, maar wel over macht, ook economische macht.”

En over huidskleur?

“Natuurlijk. Achter die retoriek over het spreken van de lokale taal gaat altijd een verborgen agenda schuil die alles met huidskleur te maken heeft. Ik heb 19 jaar in België gewoond en drie van mijn vier kinderen zijn er geboren. Toen mijn oudste zoon Stefaan een jaar of zeven was, zat er een Poolse jongen bij hem in de klas, Vlad. Hij sprak geen foutloos Nederlands, had een Poolse mama en een Poolse naam. Stefaan sprak wel foutloos Nederlands, aangezien hij in Turnhout geboren was en zijn vader een Vlaming was. Wanneer de juf het in de klas over allochtonen had, ging het altijd over Vlad en Stefaan, gewoon omwille van zijn huidskleur. Mijn zoon begreep dat niet. Later kwam ik Vlad nog eens tegen in Turnhout. Bleek hij niet langer Vlad te heten, maar Toon. Zijn Poolse moeder was met een Vlaming getrouwd en Vlad had een nieuwe naam gekregen, en dus was hij geen allochtoon meer. En dat terwijl mijn kinderen, ook al waren ze in Vlaanderen geboren en spraken ze perfect Nederlands, altijd allochtonen zouden blijven.”

In die zin is Amerika wellicht anders?

“Helemaal, al heeft het land dan weer zijn eigen problemen natuurlijk. Het is gebouwd op de genocide van de indianen en de slavernij van de zwarten. Maar je kan hier wel binnenkomen als migrant en Amerikaan worden. Ook al heb ik een Nigeriaans accent en draag ik dreadlocks, aan de universiteit waar ik lesgeef kijkt niemand daar van op. Mijn vader lag hier onlangs in het ziekenhuis. Zijn cardioloog was Indisch, zijn nefroloog Nigeriaans en zijn verpleegsters Keniaans. Heel divers dus, al heerst er net zo goed racisme als in België. Het is alleen een ander soort racisme. In België kun je zeggen dat je niet van bruine of zwarte mensen houdt. Als je in Amerika een opmerking maakt over iemands accent, ben je een racist. Als je bereid bent om te werken en de juiste kwalificaties hebt, kun je hier werken. Dat is in België niet zo. Toen ik nog in Turnhout woonde was mijn grootste angst dat mijn vier zonen zouden opgroeien in een gemeenschap waarin ze geen rolmodellen zouden hebben buiten hun ouders, en dat ze nooit een Afrikaanse arts, bankbediende of juf zouden zien. In mijn boek komt een meisje voor dat graag juf wil worden, maar tegen haar ouders zegt dat ze eerst blank zal moeten worden om dat te kunnen. Dat is echt gebeurd. Dat kreeg een vriendin van me te horen van haar dochtertje. Ik vond dat hartverscheurend triest.”

Maar Amerika is toch ook het land van de blanke, openlijk racistische milities?

“Het Amerikaanse racisme gaat veel verder dan een paar blanke milities die met wapens over straat paraderen. Er is ook heel veel verdoken racisme. Ik kan daar wel mee leven. Het is pas wanneer het racisme geïnstitutionaliseerd wordt, dat ik begin te protesteren. En dat heb je in Amerika veel minder dan in België. Als mensen zeggen dat ze niet graag hebben dat hun kinderen met kinderen met een andere huidskleur spelen, is dat hun zaak. Ik vind dat jammer en een verarming voor die kinderen, maar ouders moeten dat zelf kunnen beslissen. In je eigen huis mag je een racist zijn. Maar als racisme betekent dat kinderen omwille van hun huidskleur systematisch naar het beroepsonderwijs worden gestuurd en daarna geen werk vinden, zitten we met iets heel anders. Zulk geïnstitutionaliseerd racisme vind je wel in België, met migranten die bijvoorbeeld geen huurwoning vinden omdat ze na het noemen van hun naam aan de telefoon te horen krijgen dat het pand al verhuurd is, en niet in Amerika.”

Dat platte racisme heb je in Amerika misschien niet, maar is het daar niet eerder socio-economisch?

“Vroeger gebeurde dat via redlining, het systeem waarbij Amerikaanse banken mensen uit bepaalde buurten geen lening wilden verstrekken. Voor degenen die daar woonden zat er dus maar een ding op als ze geld nodig hadden om bijvoorbeeld een huis te kopen: werken met tussenpersonen. Dat waren over het algemeen geen lieve vriendjes en het systeem dat zij gebruikten was gericht op het in beslag nemen van het huis. Dat gebeurde immers de minste wanbetaling, en de lener was dan het inmiddels al terugbetaalde geld allemaal kwijt. Een bepaalde  leningverstrekker is op die manier een van de rijkste mannen van Amerika kunnen worden. Dat systeem is inmiddels verboden, maar de gevolgen zie je nog steeds aangezien die buurten nog steeds bijna exclusief zwart, arm en gewelddadig zijn. Tot voor kort waren die zaken het lot van iedere zwarte, maar er komt verandering in. De generatie van Oprah, Steve Harvey en Michelle Obama is de eerste die goed opgeleid is en geld heeft kunnen verdienen. Er zullen er steeds meer komen als zij.”

Maar gaat het voor velen niet te traag?

“Wij wonen in een betere buurt van Atlanta. Omdat het positief zou zijn voor mijn kinderen wou ik hen een zo divers mogelijke vriendenkring bieden. Ik had hen daarom graag naar een socio-economisch meer gemengde school willen sturen. Alleen kon dat niet zomaar. Ik wou dat mijn kinderen naar een public school zouden gaan. De goede public schools liggen in de betere buurten, de slechte in mindere. Waar je naar school gaat, hangt dus samen met waar je woont, en in een achterbuurt gaan wonen en mijn kinderen naar een slechtere school sturen om mijn punt te maken vond ik toch iets te ver gaan. Dus gingen mijn kinderen naar een goede school, wat hen automatisch kans geeft op toegang tot een van de betere universiteiten, waardoor ze later een betere job zullen vinden, in een betere buurt zullen gaan wonen en hun kinderen op hun beurt naar een betere school zullen sturen. Wat ik dus wil zeggen is dat het moeilijk is om patronen die al generaties lang gehandhaafd worden van de ene dag op de andere te doorbreken.”

Patronen van onzichtbaarheid ook wellicht. Hoe komt het bijvoorbeeld dat de klimaatbeweging wereldwijd zo blank is? Is dat ook een gevolg van het racisme?

“Het is eerder een kwestie van socio-economische klasse, denk ik. Wie heeft de tijd en is geprivilegieerd genoeg om over het klimaat in te kunnen zitten? En wie heeft ouders die geprivilegieerd genoeg zijn om hun kinderen aan te zetten om over het klimaat na te denken? Het is zoals met de dood van Sanda Dia. Nadat het artikel over de dood van die jongen in de New York Times was verschenen merkte een vriend van me op dat het tijd werd dat zulke zaken aandacht kregen. Maar die hebben ze al lang, antwoordde ik hem, maar niet in jouw leefwereld. In de keukens, woonkamers en kerken waar migranten samenkomen wordt al lang over dit type racisme gepraat, aan de rand van de samenleving waar jij het niet eens opmerkt. Het zijn echter geen geprivilegieerde stemmen. Migrantenstemmen hoor je niet, en wanneer je stem niet gehoord wordt heb je geen zin om mee te lopen in een klimaatmars.”

En wat met de stem van de vrouwen van die migranten?

“Als vrouw ben je steeds een stuk meer gemarginaliseerd, in iedere situatie, en dus ook als er sprake is van racisme. Iedere vrouw loopt kans om aangerand te worden, voor een migrantenvrouw is die kans twee keer zo groot omdat ze twee keer tot een minderheid behoort. Er is een reden waarom transvrouwen de wereld opeens anders ervaren, omdat die opeens gewoon anders reageert op hen. In de politiek hebben vrouwen sowieso een handicap tegenover mannen. Denk maar aan Hilary Clinton en Donald Trump en nu aan het recente debat tussen Kamala Harris en Mike Pence. In de analyses achteraf ging het vaak over het gezicht dat Harris trok tijdens dit debat. Alsof dat ertoe zou doen. Trump trekt de hele tijd rare gezichten. Ze is niet ‘likeable’, werd gezegd, maar Trump wel? Over een mannelijk politicus zul je zoiets nooit horen. Als een vrouw mondig en zelfstandig is, is ze agressief. Als een man dezelfde eigenschappen heeft, is hij een alfamannetje.”

Je woont in Atlanta. Wij kennen die stad vooral door de moord op George Floyd. Er is duidelijk iets mis met het Amerikaanse politiesysteem. Wat doe je eraan?

“Er is iets heel erg fout aan de opleiding. Amerikaanse politiemensen worden niet getraind op het ontmijnen van een escalerende situatie. Agressie lokt meteen nog meer agressie uit. Bovendien wordt de Amerikaanse politie voor taken ingezet die in feite geen politietaken zijn. Stel dat je bezorgd bent over het welzijn van een buur. Je ziet die iedere dag rond hetzelfde uur je huis passeren en het is al een tijdje geleden dat je hem nog hebt gezien. Dan bel je de politie en laat je die een welfare check uitvoeren. Een agent gaat aan de deur en controleert of alles ok is. Is dat de taak van de politie? Misschien kun je ook een sociaal werker langs sturen? In Amerika is de politie je eerste adres voor zowat alles. Dat moet veranderen.”

En wat met het notoire racisme binnen de politie?

“De Amerikaanse politie is racistisch, maar dat is de Belgische politie ook. Toen ik nog in Turnhout woonde en er zelfs gemeenteraadslid was, zat ik op een nacht samen met twee vriendinnen bij mijn man in de auto. Het was een uur of een en we werden tegengehouden door de politie. Meteen kreeg mijn man de vraag of hij die drie zwarte vrouwen in zijn auto ook persoonlijk kende. Er werd zelfs geïnsinueerd dat hij een vrouwenhandelaar was. Toen ik daar nadien klacht over indiende, kreeg ik als antwoord dat de politieagent niet beseft had dat ik gemeenteraadslid was. Alsof dat ertoe deed. Dus ja, de Belgische politie is net zo racistisch. Het enige verschil is dat ze niet zo zwaar bewapend is.”

De gewelddadigheid van de Amerikaanse maatschappij is dus een doorslaggevende factor?

“Uit de laatste statistieken blijkt dat er per Amerikaan drie vuurwapens in omloop zijn. Wanneer een politieagent iemand tegenhoudt, gaat hij er automatisch vanuit dat die gewapend is. Dat schreeuwt om misverstanden en escalatie natuurlijk.”

Trump of Biden als president, wat is het verschil voor het Amerikaanse racisme?

“Individueel racisme zal er altijd zijn, maar Biden of Trump zullen wel een verschil maken op het vlak van beleid. Een president die het white supremacy-gedachtengoed weigert te veroordelen geeft de racisten de vrijheid om hun ideeën ook in het openbaar te spuien. Ik heb nog nooit zoveel confederacy-vlaggen gezien als de voorbije vier jaar. En ik heb ook nog nooit zoveel ronduit racistische uitspraken gehoord. Dat heeft Trump mogelijk gemaakt. Wat mij verontrust is dat voor de jongere generatie Trump en Biden een pot nat zijn. ‘Ik ga voor Biden stemmen,’ zei mijn zoon, ‘voor de minst slechte van de twee.’ Het enthousiasme voor Biden is niet groot bij die generatie. Veel jongeren willen een echt links beleid en omdat ze weten dat Biden dat niet zal voeren, zullen ze misschien niet eens gaan stemmen.”

En zal ook de maatschappelijke polarisering verkleinen?

“Ik denk het wel. Ik heb vroeger ook al eens in de VS gewoond, toen George Bush president was. Ik kende nogal wat democraten die het niet eens waren met zijn politiek, maar zij praatten wel gewoon met republikeinen. Er werd toen nog over politiek gediscussieerd. Vandaag kan dat niet meer. Je bent voor mij of je bent tegen mij, en als je tegen mij bent, wil ik geen contact meer met jou hebben. Zelf vind ik het ook moeilijk om met republikeinen te praten. Eens Trump van de baan zal dat snel veranderen, denk ik. Momenteel houdt hij de republikeinse partij gegijzeld. Heel veel mensen proberen lokaal verkozen te worden door hem te imiteren. Wanneer hij verliest zal dat imitatiegedrag wegebben en zal de republikeinse partij weer gematigder worden. Mijn hoop is dat Biden wint en dat we vier jaar hebben om terug te keren naar de toestand van voor het Trump-tijdperk.”

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur: