"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Betoveringen

Donderdag, 18 mei, 2006

Geschreven door: Piet Meeuse
Artikel door: Bert Zuidhof

Een fata morgana die blijft

Wie kent de programma’s van tv-schilder Bob Ross nog? De wild gekrulde schilder die in The Joy of Painting in luttele ogenblikken een realistisch landschap op het doek wist te zetten? Piet Meeuse denkt er het zijne van. ‘Ik zou nog geen stuiver geven voor zijn ultraromantische landschapjes, maar zoals hij die illusies van verte en avondlijke rust met speels gemak tevoorschijn borstelt – dat blijf ik fascinerend vinden.’ Die fascinatie voor de kracht van illusie is de rode draad die loopt door de veertien essays (inclusief voorwoord) in Betoveringen. Het is de laatste verzameling in een lange rij van essay- en verhalenbundels van de hand van de filosoof en neerlandicus, die eerder voor De jacht op Proteus de Conrad Busken Huetprijs (1993) en voor Doorkijkjes de Greshoffprijs (1996) in ontvangst nam.

In zijn essays laat Meeuse zien wat betovering is en dat het nog steeds bestaat in ons post-Verlichtingstijdperk. Hij beweert, sterker nog, dat het betoverende overal is en een fundamenteel deel uitmaakt van het leven. ‘En als de betovering in staat is je de ogen te openen voor steeds nieuwe dimensies in wat zich als werkelijkheid aanbiedt, dan is ze geen kinderlijke fantasie, geen halfzachte metafoor, maar een onmisbaar aspect van de menselijke waarneming.’ Het verandert je blik op de werkelijkheid.

De bundel valt uiteen in twee delen: het eerste deel bevat essays over het woord (van retoriek tot het schrijven van teksten zonder gebruik te maken van de letter e), het tweede gaat over het beeld (van foto’s tot de readymades van Duchamp). Gelukkig worden de zwaardere essays, zoals die over de ‘tamelijk verbijsterende’ poëzie van Kees Ouwens, afgewisseld met beschouwingen van luchtiger aard zoals in ‘Een koninklijke dromer,’ over zijn kinderlijke gedachten over koning Nebukadnezar uit het bijbelverhaal van de ‘voorbeeldige joodse jongeman’ en ‘slijmbal’ Daniël, of zijn enthousiasme over zijn ontdekkingen als beginnend fotograaf in ‘Inzoomen, uitzoomen.’ Deze afwisseling weet het geheel goed in balans te houden.

Op zijn best is Meeuse als hij van de hak op de tak springt, vrij associeert en er in het wilde weg op los speculeert. Hij blijft daarin namelijk steeds behapbaar en komt telkens met nieuwe interessante waarnemingen. Dit gebeurt in de meeste essays: de verschillende dingen die komen en gaan fascineren, boeien en… betoveren hem. En in the proces wordt ook jij als lezer geboeid: je wordt aangestoken door zijn fascinatie en hij slaagt erin om ons ook te betoveren. Zelfs de meest onverwachte onderwerpen weet hij zo te presenteren dat je er enthousiast van wordt. Zo betrap je jezelf er uiteindelijk op dat je vrienden geestdriftig vertelt over de rol van het tafelkleed in de schilderkunst van Vermeer, zoals Meeuse dit zelf doet in ‘Kamermuziek’.

Yoga Magazine

Vaak slaagt hij erin te boeien, omdat hij op het juiste moment citaten en afbeeldingen in zijn teksten verwerkt. Je kunt de bron van zijn enthousiasme zelf bekijken en dit heeft vaak een treffend effect. Zijn schrijfstijl heeft echter nogal eens het tegenovergestelde resultaat. Deze is redelijk hoogdravend met Grote Bespiegelingen op Onbegrijpelijke Dichters, soms op het pedante af. Een narcistische houding is hem ook niet vreemd, maar dat is misschien zijn recht als essayist: daar telt scherpte. Maar scherp is hij echter lang niet altijd. Soms blijft hij drammen op eenzelfde punt (dat het kader van een foto bijvoorbeeld anders fungeert dan dat van een schilderij); doet hij versleten uitspraken (‘Als blikken konden doden, zou de wereld gauw ontvolkt zijn’) of gebruikt hij semi-filosofische clichés (zoals ‘dat kijken geen zuiver registrerende waarneming is.’) Dat weten we anno 2006 wel. Opmerkingen als ‘Uitkijken is de enige manier van kijken waarin iedereen min of meer getraind is,’ maken echter weer veel goed.

Maar ook al zijn niet alle essays even overtuigend en al is Meeuse af en toe ietwat praalziek, toch weet hij je vooral te betoveren en te overtuigen van de kracht van illusie – in welke vorm dan ook. De betovering van een kunstwerk verdwijnt volgens hem ‘vanzelf zodra je je aandacht ergens anders op richt.’ Met de fascinerende essays uit Betoveringen zal dit een stuk minder snel gebeuren dan met die uit menige andere essaybundel.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Het kraaien van de haan

Het kraaien van de haan

Betoveringen