"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Biografie van de Zuiderzee

Woensdag, 17 februari, 2021

Geschreven door: Arie Kok
Artikel door: Evert van der Veen

850 jaar geschiedenis in 25 verhalen

[Recensie] De Zuiderzee roept vaak associaties op met het lied Zuiderzeeballade, geschreven door Willy van Hemert en gezongen door Oetze Vershoor en Sylvain Poons in 1959. Dat waren de jaren dat de Noord Oost Polder nog volop in ontwikkeling was en de andere polders nog niet bestonden. Het lied bezingt – een beetje in zeemansstijl – de overgang van Zuiderzee naar IJsselmeer die het einde van de visserij in vele havenstadjes betekende. In rake bewoordingen schildert het liedje, naast een visser die tijdens een zware storm verdronk, de overgang van water naar land. Gezien de toenmalige actualiteit is het wel begrijpelijk dat het lied vrij bekend werd en sindsdien is het toch min of meer in ons collectieve muzikale geheugen terecht gekomen.

Deze verandering krijgt in dit boek ook aandacht in het verhaal van een Elburger visser: “Het schip heb ik verkocht voor de pleziervaart”. Hier is het een vrij positief verhaal maar het is bekend dat er in veel voormalige vissersplaatsen wrevel was – en zelfs nog wel is – toen de Zuiderzee werd afgesloten. Zelfs toen het 75-jarige bestaan van de Noord Oost Polder enkele jaren geleden werd gevierd, kwam die moeite weer naar voren omdat vissersfamilies vonden dat er te weinig werd stilgestaan bij de ondergang van de visserscultuur van de Zuiderzee.

In enkele recente boeken is dat gemis wel enigszins goedgemaakt. Eva Vriend, uit Emmeloord, schreef het boek Het landschap, de mensen waarin hij veranderingen in het Nederlandse landschap beschrijft en ook uitgebreid stilstaat bij de Zuiderzee.

Journalist Arie Kok is gefascineerd door de Zuiderzee en weet daar in zijn boek Biografie van de Zuiderzee smakelijk over te vertellen. Hij verstaat de kunst om geschiedenis tot leven te wekken door niet louter feiten door te geven maar ze in een echt verhaal te plaatsen. Natuurlijk zit er dan een element in van – weliswaar historisch verantwoorde – fantasie en daarom doen de verhalen ook wat geromantiseerd aan. Maar wie dat voor lief neemt, vindt wel een mooi historisch overzicht zoals de ondertitel belooft: 850 jaar geschiedenis in 25 verhalen.

Geschiedenis Magazine

Het boek begint met de Allerheiligenvloed van 1170 die de Zuiderzee voor een belangrijk deel heeft gevormd. Er is een mooi verhaal van een stervende pastoor die profeteert dat het oude Nagele door de zee zal worden verzwolgen. Zijn woorden zijn uitgekomen… Het oorspronkelijke Nagel is na de drooglegging niet eens teruggevonden.

Het boek is uitermate leerzaam. Een interessant detail is bijvoorbeeld dat Kampen het zogenaamde paalrecht had: de stad was verantwoordelijk voor de betonning van vaarroutes op de Zuiderzee en het westelijke deel van de Waddenzee. Schepen betaalden daarvoor en dat werd paalrecht genoemd.

In veel verhalen komt de voortdurende strijd tegen het water ter sprake want de voormalige Zuiderzee moet in haar kracht niet onderschat worden. De burcht van Kuinre werd twee keer gebouwd maar is beide keren in het water verdwenen. Er zijn talloze dijkdoorbraken en de watersnoodramp van 1916 was het laatste zetje dat er nodig was om tot afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee te besluiten.

Het zal de Friezen deugd doen dat Grutte Pier ter sprake komt, een legendarische ‘nationale held’ die met een aantal in Workum gebouwde schepen de strijd met de Hollanders aanging.

Veel bekende plaatsen als Urk, Stavoren en Enkhuizen komen ter sprake. Aangrijpend is het verhaal over Schokland van een vroedvrouw waarin de harde en vaak gevaarlijke leefsituatie van de bewoners ter sprake komt. De titel spreekt al tot de verbeelding: “Op deze hoop van veen en wier moet ik mensen geboren laten worden”. In een ander hoofdstuk komt de ontruiming in 1859 ter sprake. Opvallend is dat deze zorgvuldig werd voorbereid: alle huizen werden getaxeerd zodat mensen schadeloos konden worden gesteld.

Verder zijn er winterse verhalen over een tocht met ijsvlet en drie vissers die veertien dagen op een ijsschots zitten.

Er is een hoofdstuk aan Cornelis Lely gewijd die als minister een lange adem nodig had voordat in 1918 de Zuiderzeewet werd aangenomen. Opmerkelijk – en vrijwel onbekend – is het verhaal over de Wieringse vrouw die als eerste de zojuist gesloten Afsluitdijk oversteekt. Pas later werd zij op foto’s van dit historische moment ontdekt.

Een fraaie fotokatern brengt het verleden dichtbij.

Dit boek laat geschiedenis op voor iedereen toegankelijke wijze leven.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles