"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Blikwisselingen

Maandag, 3 augustus, 2020

Geschreven door: Robbert Dijkgraaf
Artikel door: Cyril Lansink

Wetenschap als een maatschappelijk fenomeen

[Recensie] Als hoogleraar mathematische fysica houdt Robbert Dijkgraaf zich bezig met lichtjaren en de oorsprong van de tijd, duikt hij in zwarte gaten en donkere materie, en probeert hij het gegeven van het uitdijende heelal in overeenstemming te brengen met een begrip van de kleinste deeltjes. De snaartheorie is zijn intellectuele uitdaging. Alleen de grootste bètabollebozen zullen zijn wetenschappelijke werk kunnen volgen.

Maar Dijkgraaf is niet de wetenschapper in de spreekwoordelijke ivoren toren die onbereikbaar is voor de leek, zelfs als die zich geïnteresseerd toont. Integendeel. Weinig natuurwetenschappers weten op zo’n frequente en elegante wijze de brug te slaan tussen de ingewikkelde en specialistische werkelijkheid waarin zij dagelijks verkeren en de wereld van het grote – al blijft dit grote heel relatief – publiek dat voor zijn kennis te rade gaat bij de wetenschapsbijlage van de krant of een boek uit de top 10 van de wetenschapsboeken.

Dat bewijst Blikwisselingen, een bundeling van de stukken die Dijkgraaf schreef voor NRC Handelsblad, de Groene Amsterdammer en de Academische Boekengids. Beeldend, met humor en relativering, zonder onnodig jargon en nooit vanuit de hoogte deelt hij zijn verwondering en kennis. Met sprekend gemak wisselt hij daarbij van register: zowel speculatieve grote vragen – zijn wij alleen in het heelal? wanneer is het einde der tijden te verwachten? – als aardse kwesties – hoe de vakdocent in ere te herstellen? wat te doen met het centraal examen? – komen aan bod. En Dijkgraaf maakt duidelijk dat beide soorten vragen meer met elkaar verband houden dan het lijkt: de basis voor de scherpe en creatieve geesten die het universum beetje bij beetje weten te doorgronden ligt mede in prikkelend onderwijs en stimulerende leermeesters. Als iets uit Dijkgraafs stukken spreekt is het niet “zie mij eens erudiet en slim zijn” maar schatplichtigheid. Aan de reuzen uit de wetenschap op wier schouders hij verder kan kijken, aan al die collega-wetenschappers die net als hijzelf kleine stukjes bijdragen aan een gezamenlijke puzzel, en ja ook aan de Poolse loodgieters die met zoveel expertise het labyrint aan buizen van de deeltjesversneller CERN bij Genève aan elkaar lassen.

Niet toevallig gaat het in Blikwisselingen vaak over wetenschap als een maatschappelijk fenomeen, als sociale zoektocht. Dat de waarheid daarbij als het ware steeds ‘wijkt’, of beter, dat elke vermeerdering van kennis nieuwe onwetendheid genereert, is voor Dijkgraaf niet frustrerend. “In de dagelijkse praktijk is wetenschap vooral een gevecht tegen de eigen beperkingen en vooringenomenheid,” schrijft hij bescheiden, maar dat staat zijn montere pleidooi om het wetenschappelijke gilde in ere te houden geenszins in de weg.

Boekenkrant

In de wetenschapscommunicatie is de effectieve kennisoverdracht K het product van de hoeveelheid informatie I die wordt overgebracht én de grootte van het publiek P dat deze informatie opneemt, aldus Dijkgraaf . Blikwisselingen scoort hoog  bij de toepassing van deze Wet, zelfs als de kennis die het met de lezer deelt niet meer is dan “een eiland in een oceaan van onwetendheid”.

Eerder verschenen in Intermediair

Boeken van deze Auteur: