"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Blindgangers

Zaterdag, 29 oktober, 2016

Geschreven door: Joke J. Hermsen
Artikel door: Jannie Trouwborst

Ontploffing na dertig jaar

De winter begint vroeg. Dat besef dringt onvermijdelijk door tot een gezelschap oude vrienden dat met verschillende auto’s in de vrijdagavondfiles door sneeuwbuien vanuit Amsterdam op weg is naar het Drentse buitenhuisje van een van hen. Ze hebben elkaar als twintigers op de universiteit leren kennen in een filosofisch genootschap en vieren dit weekend hun 25-jarige reünie. Ze zijn getrouwd of al dan niet in harmonie gescheiden, ze zijn ongehuwd maar niet kinderloos, of kinderloos maar niet alleenstaand, of zelfs van twee walletjes etend. Vermoeid en vertraagd bereikt de hele club, inclusief meegekomen kroost en oude aanhang, de avondlijke bestemming.

[Recensie] Joke Hermsen begint haar boek met een overzicht van de Dramatis Personae’. Een handig hulpmiddel, zo ontstaat enig zicht op de levensloop van de voornaamste acteurs in dit drama. In het daarop volgende eerste deel (van de zeven die het verhaal telt), beschrijft ze de tegenwoordige stand van zaken tot kort vóór het moment van samenkomst in het Drentse vakantiehuisje. Vervolgens ontwikkelt het verhaal zich chronologisch, waarbij een wisselend perspectief voor evenwicht zorgt en de lezer een goed beeld geeft van de onder de vriendschap sluimerende rivaliteit en afgunst.

In 25 jaar gebeurt veel. En zeker mensen van rond de 45 zullen dan de balans opmaken van hun leven. Dat niet alles verlopen is zoals ze hadden verwacht en gehoopt, wordt extra duidelijk als ze samenkomen met hun leeftijdgenoten en vrienden van destijds: de leden van het filosofisch dispuut Nil desperandum (Wanhoop nooit). Een hele toepasselijke naam in verband met de inhoud van het boek. Naarmate het weekend vordert, blijkt dat er inmiddels genoeg is om over te wanhopen bij de meesten. Net zo veelzeggend is de titel: Blindgangers. De definitie daarvan geeft aan wat we kunnen verwachten:

“Een blindganger is een explosief dat niet op het oorspronkelijk bedoelde moment afgegaan is.  Blindgangers zijn uitermate gevaarlijk omdat ze op ieder willekeurig moment door minieme (onbedoelde) stimulans (alsnog) kunnen ontploffen.”

Schrijven Magazine

De psychologische kant van het verhaal laat op overtuigende wijze zien hoe het verlies van idealen en dromen, teleurstellingen in relaties, geremdheid door jeugdtrauma’s en andere zaken van een mens een blindganger kunnen maken. Of en wanneer die afgaat, hangt van veel omstandigheden af, maar dat die onder ander aanwezig zijn in de confrontatie met de jeugdvrienden mag duidelijk zijn. Zo ontstaat een meeslepend verhaal, waarin Hermsen geraffineerd van perspectief wisselt: op kritieke momenten, waardoor de lezer net zo in onzekerheid verkeert over de afloop als de rest van de vriendenclub. Voortdurend is de onderlinge irritatie en spanning te voelen, die af en toe tot een uitbarsting lijkt te gaan komen. En soms ook komt.

Maar er zit ook nog een filosofische kant aan het verhaal. Het samenzijn, vooral in de avonden als er rijkelijk wijn geschonken wordt, nodigt deze filosofisch onderlegde mensen uit tot het aansnijden van thema’s uit de ethiek en de metafysica. Johan is uiteindelijk neurochirurg geworden: volgens hem wordt de mens in al zijn handelen uitsluitend gedreven door zijn brein, er is geen vrije wil. Dat wordt  bestreden, vooral door Bas, die de filosofie trouw is gebleven en al jaren tevergeefs met zijn proefschrift bezig is. Hij gelooft in iets voorbij het brein. Meer aandacht voor begrippen als ervaring, geest en ziel, innerlijke tijd. Dat levert natuurlijk interessante discussies op, met thema’s die Joke Hermsen ook te berde bracht in Stil de tijd (2009). Het is meteen een mooie gelegenheid voor de auteur om ook weer psychologisch uit te pakken: de ongelijke strijd tussen de introverte, bijna mislukte filosofiedocent Bas en de extroverte, geslaagde neurochirurg Johan.

Het drama speelt zich af in winterse omstandigheden. Dat ik me daadwerkelijk in winterse sferen waande, zegt genoeg over de beeldende, soms bijna poëtische schrijfstijl van Hermsen. Ook de dialogen mogen er zijn: volkomen natuurlijk. De enige kanttekening daarbij: zelfs na enkele flessen wijn lijkt het gezelschap nog steeds in staat diepgaande filosofische gesprekken te voeren. Maar die vond ik dermate interessant, dat ik daar geen punt van kritiek van wil maken.

Door deze unieke combinatie van filosofie en psychologie in een spannend verhaal ontstaat een boek dat plezierig is om te lezen en waarbij de aangesneden thema’s je uitnodigen eens stil te staan bij je eigen standpunt in dit gevoerde filosofische debat. Het boek eindigt met een epiloog, na het laatste hoofdstuk met de titel Nil desperandum. Het is niet echt: ze leefden nog lang en gelukkig, maar er gloort hoop op die laatste, ontroerende bladzijden.

Joke J. Hermsen (1961) studeerde letterkunde en filosofie in Amsterdam en Parijs. Na haar studies was ze als docent en onderzoeker verbonden aan de Letterenfaculteit en de Faculteit Wijsbegeerte van de Universiteit van Amsterdam, Utrecht en Tilburg. Behalve boeken en essays over filosofische onderwerpen schrijft Hermsen sinds 1998 ook romans (waarin ze filosofische thema’s niet schuwt). Komend jaar zal zij het essay voor de Maand van de Filosofie schrijven. Dat zal in april 2017 verschijnen onder de titel Melancholie in tijden van onrust.

Eerder verschenen op Mijn Boekenkast

Boeken van deze Auteur:

Onder een andere hemel

Kairos

Rivieren keren nooit terug

Windstilte van de ziel