"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Boek van de doden

Dinsdag, 7 oktober, 2014

Geschreven door: Philip Huff
Artikel door: Roel Smeets

De onttovering van de postmoderne mens

Is Felix Post (‘Flix’), de centrale figuur uit Huffs jongste roman Boek van de doden, een hedendaagse Frits van Egters of  – nog beter – een hedendaagse Holden Caulfield? Of overtreft Huffs nieuwste roman deze literaire iconen in somberheid en uitzichtloosheid?

Boek van de doden beschrijft hoe de eerder succesvolle, maar inmiddels langzaam van zijn voetstuk vallende, negenentwintigjarige schrijver Felix Post de grauwe, bleke dagen voor kerst doorbrengt in de duisternis van zijn eigen hoofd. Zijn zoektocht naar de fundamenten van zijn bestaan kenmerkt zich door drugs, seks en geflirt met de dood. Tot overmaat van ramp is hij ook nog eens getroffen door een writers’ block en een ordinair potje liefdesverdriet.

Felix is getekend, letterlijk. Door een auto-ongeluk – waar hij door de roman heen voortdurend naar terugblikt – heeft hij een litteken op zijn borst. Hij is echter is niet alleen fysiek geschonden. Inzittende bij het ongeluk was Victoria, een beroemd actrice en bovendien de oorzaak van Felix’ hartenleed. Herinneringen aan Victoria lopen als een rode draad door de roman:

‘Wat als elke gedachte en elke handeling zo was, vroeg ik Victoria toen, een vertraagde uitvoering van iets wat ergens anders al besloten was? Dan is de leegte niet het tegenovergestelde van leven, maar het meest wezenlijke ervan.’

Bespiegelingen van deze aard bieden een inkijkje in de geschonden psyche van Felix en leveren bovendien fraaie reflecties op. Omdat de roman in de eerste persoon, vanuit Felix’ perspectief, geschreven is, krijgt de lezer geen mogelijk relativerend alternatief perspectief toegereikt. Daardoor lijken dergelijke bespiegelingen bij tijd en wijle te vervallen in een halfslachtig pseudo-gefilosofeer, zoals: ‘Het omgekeerde van wat je denkt is vaak ook waar.’

Achtergrondruis

Boek van de doden is ondubbelzinnig verankerd in het heden. Typeringen van de Facebookgeneratie, Whatsapp-gesprekken, Tinder-matches: alle manifestaties van het digitale tijdperk zijn aanwezig. Huffs focus ligt op het isolationisme dat onvermijdelijk met deze ontwikkelingen verbonden lijkt. Communicatiemogelijkheden genoeg, maar tot écht contact maken is Felix niet in staat. Want ‘het klinkt steeds hetzelfde, als je uitzoomt’. Felix bevindt zich ‘in cirkels in cirkels in cirkels’ en hoort ‘echo’s van echo’s.’ Alles is achtergrondruis. Huffs behandeling van het isolationisme raakt de open slagader van de leefwereld anno 2014. Ook plaatst hij zich op deze manier in de recente Nederlandstalige romantraditie waaruit dit thema niet meer weg te denken lijkt.

De diepte van het graf

Enerzijds benijdt Felix de doden, want ‘als je dood bent, kan niets je meer raken’. Anderzijds blijkt hij niet in staat het tastbare en tijdelijke te verruilen voor het onstoffelijke en eeuwige. Hij staat niet met beide voeten op de grond: zijn ene been bevindt zich in zijn jachtige, Randstedelijke bestaan, zijn andere been verkent de diepte van zijn graf. Akelig duister donkert de roman op de lezer af en sleurt hem mee in Felix’ misantropie.

Tot op de laatste bladzijde wordt de lezer geen moment van verlichting gegund. Het moge duidelijk zijn: Boek van de doden is geen lichte kost. Dat Felix uiteindelijk toch het licht ziet en dat er, tegen alle verwachtingen in, toch een catharsis optreedt, doet daar niets aan af. In geen enkel meta-verhaal kan Felix zijn heil vinden: hij is een dolende ziel in een postmoderne, onttoverde wereld. Zijn uiteindelijke innerlijke zuivering lijkt slechts besloten te liggen in de bevestiging van dit besef.

Zware kost

Huff heeft een zware taak op zich genomen. Met Boek van de doden torst hij een topzware thematiek mee op zijn schrijversschouders. De hamvraag is: bezwijkt hij onder dit zelfgeschapen gewicht? Nee: Huff houdt stand. Hij slaagt erin om een immer manifeste kwestie als betekenisgeving pregnant vorm te geven. Het is spijtig dat het bij vlagen oppervlakkige gemijmer van Felix de roman soms aan het wankelen brengt. Maar wellicht is dat juist waar de kracht van de roman in schuilt. Misschien zijn precies Felix’ soms weifelende formuleringen van quasi-wijsheden illustratief voor dit onvermogen van de hedendaagse Westerse mens.

Een jongeling die zich in een worsteling met de wetten van zijn leefwereld bevindt, klassieke romans op deze grondslag zijn er in overvloed. Denk aan De avonden, The Catcher in the Rye, Bright Lights Big City en ga zo maar door. Hoewel Boek van de doden in het nationale literaire kader is te plaatsen, blijft zij niet beperkt tot de grenzen van de Nederlandse culturele context. Door te zinspelen op de realiteit van een ontgoochelde postmoderne wereld, is Huffs visie in feite universeel en grenzeloos.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.