"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Bonita Avenue

Maandag, 3 januari, 2011

Geschreven door: Peter Buwalda
Artikel door: Rein Swart

Groots familiedrama in uptempo gepresenteerd

Het verhaal van Bonita Avenue vertoont sterke parallellen met de familiedrama’s, die periodiek het nieuws halen, maar ook met het Griekse drama, vol van intriges, krankzinnigheid, verdorvenheid en zwaar verstoorde vader-zoonrelaties, die uitlopen op moord. Het lijkt alsof Peter Buwalda daar elementen aan ontleend heeft in zijn lijvige roman vol dreiging en overrompelende beelden.

Drie bijzondere figuren bepalen de sfeer in dit drama, vanuit wiens hoofd de ontrafeling in een hoog tempo wordt opgediend: Aaron Bever, zijn vriendin Joni en haar stiefvader Siem Sigerius. Aaron is een jonge fotograaf, die op het relationele vlak snel jaloers is en later zelfs psychotisch wordt, Joni is een schat van een meid met ongewone kanten. Haar stiefvader Siem ten slotte, is een belangrijk judoka, tot hij zich blesseert en zijn herstel gebruikt om zich in wiskundige zin te ontwikkelen. Hij wint de prestigieuze Fields medal, de ‘Nobelprijs voor de wiskunde’, en tijdens zijn rectoraat aan de Tubantia University schopt hij het tot minister van Onderwijs.

Hij is een krachtpatser, een bobo, de voortbrenger van een misdadige, aan het gezicht verlamde zoon, maar ook een leuke vader voor zijn stiefdochters Joni en Janis toen zij, in de tijd dat hij aan Stanford werkte, aan de lieflijk klinkende Bonita Avenue, in een dure wijk in L.A. woonden. Hij kan verlekkerd luisteren als Aaron later aan de eettafel in Enschede met veel bluf een sterk verhaal opdist dat zijn broer ooit heeft meegemaakt.

‘Achter zijn donkere, stoppelige gezicht, een gezicht dat niet bij een rector magnificus paste omdat het niets plechtstatigs had, dat niet bij een Fields-medaillist paste omdat de wereldvreemde genialiteit er niet vanaf schilferde, en dat al helemaal niet van een onderwijsminister kon zijn, voltrok zich een faseverandering – je zag Sigerius veranderen in een man aan wie die zinnelijke, volkse kop in een ver verleden toebedacht was. Een man die zélf in staat was tot een driftige impulsieve actie, die hem ooit met smaak had zitten vertellen over de kantine van een Amerikaans zwembad waarin hij had zitten wachten op Janis en Joni die achter de glazen wand zwemles kregen.’

De anekdote gaat nog verder: als hij niet op tijd koffie kreeg wierp hij het vaatdoekje in het gezicht van de koffiejuffrouw. Hoewel je je kunt afvragen hoe lang zo iemand het zou volhouden als minister van Onderwijs, is het knap geformuleerd. ‘Wat weet een vader?’ roept Sigerius later in wanhoop uit, als alles hem uit handen valt en niets in zijn gezin is wat het lijkt. Samen met zijn dochter Joni en haar vriend Aaron maakt hij het deel uit van een driehoek, een waarin hij van de verteller de meeste aandacht krijgt.

Buwalda snijdt dit enorme drama aan met een heimelijk door Aaron gemaakte naaktfoto van rector Siem en dient het verder in kleine stukjes op, zonder zich te bekommeren om de chronologie. De lezer wordt meegevoerd naar steden als Enschede, buurten in Los Angeles en het regeringscentrum in Den Haag en dat alles in de moderne, razendsnelle tijd, waarin het gebruik van internet een hoge vlucht heeft genomen.

Mooi is het jeugdsentiment in het begin van het boek, verbeeld in de beschrijving van de biologische vader van Joni en Janis, die leider was van een rockband; dramatisch de vuurwerkramp in mei 2000 waar volgens Aaron alle ellende mee is begonnen; ontluisterend is de porno-industrie waarin Joni terechtkomt.

Het straffe tempo en de constante impuls waarmee Buwalda de lezer in zijn greep houdt heeft echter ook een keerzijde. De hoeveelheid feiten en gebeurtenissen wordt wel eens teveel. Vaak wordt daarbij eenzelfde procedé gevolgd: een gedachte van een hoofdpersoon voert hem terug naar het verleden. Het leven van ieder wordt minutieus uitgevlooid en alles moet worden verantwoord, lijkt het wel. Ook vertragen de vele uitweidingen de voortgang. Bonita Avenue wordt daardoor langdradig. De personen gaan door een overdaad aan actie ook niet echt leven. Het ontbreekt aan afwisseling, diepgang en verdere beschouwing.

Buwalda lijkt in al zijn overvloed aan details een verwant van hoofdpersoon Sigerius, de uitvinder van de knot theory. Deze behelst een tak van de wiskunde waarin men probeert te begrijpen op hoeveel verschillende manieren een stuk touw in de knoop kan zitten. Het is de verdienste van Buwalda dat hij de knoop heeft ontward en de verschillende draden heeft blootgelegd. Het verhaal klopt en zit psychologisch goed in elkaar, waarvoor de roman veel lof verdient.


Eerder verschenen op Recensieweb