"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Breinvriendelijk onderwijs

Dinsdag, 9 februari, 2021

Geschreven door: Spencer Kagan
Artikel door: Hanneke Arts-Honselaar

Het brein is kneedbaar en maakt steeds nieuwe verbindingen

[Recensie] Het boek Breinvriendelijk onderwijs biedt concreet materiaal en werkvormen aan om met breinvriendelijk onderwijs aan de slag te gaan in je klas. Door hersenonderzoek is er steeds meer bekend over de werking van het brein. We weten nu dat het brein enorm kneedbaar is en steeds nieuwe verbindingen maakt. We weten ook dat de hersenen een voorkeur hebben voor bepaalde prikkels en manieren van leren. Breinvriendelijk leren wil hier rekening mee houden om zo het leren en lesgeven efficiënter te laten verlopen.

Door het onderwijs in te richten op een manier die is afgestemd op hoe de hersenen van nature leren kunnen leerlingen meer en sneller leren. Ze nemen meer op en onthouden het geleerde beter. Daarnaast beleven ze, aldus de auteurs van dit boek, ook meer plezier aan wat ze leren. Breinvriendelijk leren is opgebouwd rond 6 principes: voeding, veiligheid, sociaal, emoties, aandacht en prikkels. Ieder principe wordt ingeleid, waarna de daaraan gekoppelde tools worden gepresenteerd en de werkbladen die materiaal aanbieden om de tools eenvoudig toe te passen. De werkbladen zijn via de website van Bazalt te downloaden.

Kort toegelicht omvatten de zes principes:

Principe 1: voeding. Om goed te kunnen functioneren, hebben de hersenen continu een grote hoeveelheid voedingsstoffen nodig. In dit principe komt de vraag aan de orde wat leerkrachten kunnen doen om de hersenen van hun leerlingen optimaal te voeden. Enkele van de tools die worden aangeboden zijn: ‘Spoor leerlingen aan te spelen’ en ‘Leer leerlingen om goed te ademen’.

Boekenkrant

Principe 2: Veiligheid. Hersenen kunnen alleen optimaal werken als leerlingen zich veilig voelen. Leerlingen mogen niet gekleineerd, in verlegenheid gebracht, gepest of op een andere manier bedreigd worden. Muziek, coöperatieve teams en lichaamsbeweging zijn enkele van de veertien beschreven tools die veiligheid kunnen bieden.

Principe 3: Sociaal. Het brein is een sociaal orgaan. Vanuit het emotionele systeem/limbische systeem (interactie, sociale relatie) zijn mensen gericht op samenwerking. In een coöperatieve klas wordt het sociaal-cognitieve netwerk geactiveerd, ontstaat saamhorigheid, vindt coöperatieve interactie plaats en wordt samenwerkend spelen gestimuleerd. 

Principe 4: Emoties. In de klas kunnen emoties worden gebruikt om leerlingen enthousiast te maken, om te zorgen dat ze leerstof beter onthouden en hun oplossingsvaardigheden verbeteren. Angst belemmert om bewust te denken. Positieve emoties verruimen juist het denkvermogen. Door in de klas positieve emoties op te roepen, worden leerlingen meetbaar slimmer gemaakt. Enkele tools zijn: ‘Koppel emoties aan de lesstof’ en ‘Vier successen’.

Principe 5: Aandacht. Wat aandacht krijgt, wordt beter onthouden. Door de aandacht van leerlingen te focussen worden ze geholpen te leren. Het boek behandelt veertien tools waarmee de aandacht van leerlingen te vangen en vast te houden is.  

Principe 6: Prikkels. De hersenen letten van nature op bepaalde prikkels, maar negeren andere. Door nieuwe dingen op te nemen in de lessen, door aan te geven waarom materiaal relevant is, door illustraties en gevarieerde prikkels aan te bieden, wordt lesgegeven op een manier waarop de hersenen willen leren. Bij dit principe worden dertien soorten prikkels besproken waarmee leerlingen uitgedaagd kunnen worden, voorbeelden zijn: ‘Illustreer met beelden’ en ‘Stimuleer de leerlingen met verrassingen en nieuwe dingen’.

Verdeeld over het boek worden zo’n zestig tools aangeboden die bijna allemaal zonder veel moeite onmiddellijk in de klas toe te passen zijn. Verder worden aan het eind van het boek zevenentwintig coöperatieve leerstrategieën aangeboden (puntsgewijs beschreven werkvormen) om de interactie van de leerlingen met de lesstof, elkaar en met de leraar te structuren. Ze dragen titels als: ‘Positief roddelen’, ‘Rondpraat’ en ‘Vraag & Ruil’.

De kracht van dit boek zit hem voor mij in de uitermate praktische opzet ervan. Het is in feite een toolbox waaruit je werkvormen kunt kiezen die passen bij de leerlingen in je klas of de lesstof die je wilt overbrengen. De uitgeprinte werkbladen kunnen zo in de klas uitgedeeld worden en bevatten leuke en leerzame opdrachten die de kinderen stimuleren in hun leerproces en hen leren samen over dingen na te denken en samen te werken aan oplossingen. De werkvormen kunnen in allerlei situaties en bij allerlei onderwerpen worden gebruikt.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: