"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Brieven aan mijn peetzoon

Zondag, 5 januari, 2020

Geschreven door: Stanley Hauerwas
Artikel door: Wolter Huttinga

Diepzinnige levenswijsheid van een oude theoloog

De auteur

[Recensie] De Amerikaan Stanley Hauerwas is een van de meest prominente theologen van de afgelopen decennia. Dat komt door zijn verschijning (markante kop, witte sportschoenen, een bijzondere hoge, krakende stem), zijn taalgebruik (nogal direct) maar zeker ook door de manier waarop hij de schaakstukken in het theologische veld verzette. Hij kwam op het spoor van de Aristotelische deugden en de manier waarop die, gechristianiseerd en wel, een centrale rol hebben gespeeld in de theologische traditie.

De kerk moet volgens hem een ‘community of character’ zijn, die zich als een vredevolle contrastgemeenschap slechts richt op het dienen en volgen van haar heer Jezus Christus.

Peetvader

Heaven

Dit boek schreef Hauerwas op uitnodiging van een vriend, de Britse theoloog Samuel Wells. Wells vroeg Hauerwas om peetvader van zijn zoon Laurence te zijn, die geboren werd in 2002. Het fenomeen peetvader doet bij ons waarschijnlijk vooral een belletje rinkelen als je het in het Engels vertaalt: godfather. Hoewel Hauerwas prima zou kunnen figureren als maffiabaas had Wells iets anders in gedachten. Hij zocht bij de doop van zijn zoon iemand die voor hem een volwassen spiritueel metgezel wilde zijn – want dat is wat een peetvader of -moeder is.  Aangezien peetvader en peetzoon de meeste jaren die dit boek bestrijkt, in verschillende continenten leefden, gaf Hauerwas vorm aan zijn rol door ieder jaar een brief te schrijven naar aanleiding van de ‘doopverjaardag’ van zijn peetzoon. En wel iedere keer over één specifieke christelijke deugd die hij aanbeveelt. Vriendelijkheid, eerlijkheid, geduld, hoop, moed, eenvoud. Dat gaat zo door tot ‘Laurie’ veertien is.

Thematiek

Het boek bevat dus veertien preekjes over christelijke deugden. Tegen wie dat weinig uitnodigend vindt klinken, moet ik toch zeggen dat het fascinerende en zelfs aanlokkelijke teksten zijn. Hauerwas is verre van een moralistische zedenprediker. Het begint al heel mooi bij het thema vriendelijkheid. Zo, dus de apostel Paulus zegt dat we vriendelijk ‘moeten’ zijn? Het evangelie draagt ons op om iets te zijn wat we helemaal niet kunnen en willen? Hauerwas kan argwanend genoeg zijn en is allergisch voor de nep-vriendelijke glimlach die volgens hem zo typisch Amerikaans is. Deugden zijn volgens hem echter geen karaktereigenschappen waarvoor we hard moeten werken om ze – tegen onze eigen aard in – voor elkaar te boksen. We hoeven ze slechts te ‘ontdekken’, als een scheppingsgave van God. En vanuit die houding kunnen we ze steeds meer beoefenen. “Je zult erachter komen dat je al vriendelijk bent”, zegt Hauerwas. Hij wijst op de wederzijdse genegenheid tussen Laurie en zijn hondje: “Je gaat ontdekken dat de vriendelijkheid zo al in je leven is geslopen.” Achterliggende gedachte is dat vriendelijkheid het karakter is van God zelf. Wij zijn schepselen “geschapen door vriendelijkheid, en ons doel is om vriendelijk te zijn voor alles wat bestaat.”

Mooie zinnen

“God heeft ons een heel leerzame les gegeven om eerlijkheid en oprechtheid te trainen. Die les heet gebed. Leren bidden wil zeggen: toelaten dat je lichaam gevormd wordt door de waarheid en liefde die ook de zon en sterren in beweging houdt.”

Redenen om dit boek niet te lezen

Ik heb geprobeerd chagrijnig te worden over het feit dat Hauerwas te diepgravende brieven schrijft aan een kind dat al die teksten aanvankelijk nog niet eens kan lezen. Daar gaat hij zelf echter op in. Hauerwas beseft dat ook. Hij erkent dat hij niet het talent heeft om voor kinderen te schrijven. Maar hij hoopt dat zijn peetzoon als hij ouder is “her en der op een zin zal stuiten, die helpt om grip te krijgen op de deugden” die deel uitmaken van zijn leven. Weg chagrijn.

Redenen om dit boek wel te lezen

Het boek geeft je precies wat je hoopt: levenswijsheid van een oude theoloog. Het ademt berusting, aanvaarding en hoop. Het is eerlijk, ontwapenend en diepzinnig. Het bevat typische Hauerwas-thema’s: felle kritiek op de VS, een lofzang op honkbal, anekdotes over zijn vader, de eenvoudige metselaar. Je krijgt genegenheid voor Hauerwas, die je zelf als vriendelijke, brommende opa zou willen hebben. Maar het boek is ook een uitnodiging om zelf in de oneindige goedheden van deze schepping te participeren en het leven goed te leven.

Eerder verschenen in Trouw