"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Brieven aan 't Hooge Nest

Woensdag, 22 september, 2021

Geschreven door: Roxane van Iperen
Artikel door: Evert van der Veen

Toevluchtsoord toen en nu

[Recensie] ‘ ’t Hooge Nest’ is de naam van een huis in de bossen bij Naarden dat Roxane van Iperen in 2012 koopt. Tijdens de renovatie ontdekken de nieuwe bewoners schuilplaatsen met papieren en andere herinneringen aan mensen. Roxane vermoedt dat er in de Tweede Wereldoorlog onderduikers verborgen hebben gezeten.

Wanneer ze zich in archieven en door gesprekken met mensen in de geschiedenis van het huis verdiept, ontdekt Roxane dat het huis tijdens de Tweede Wereldoorlog een onderduikadres voor Joden was. Twee Joodse zussen uit Amsterdam, Janny en Lien Brilleslijper, waren de sturende krachten achter deze onderduiklocatie. Zij huurden de woning van twee vrouwen uit Amsterdam die het in bezit hadden als zomerhuis. Het adres werd vanaf februari 1943 gebruikt voor onderduikers en soms bevonden zich wel 25 personen in het huis. Door verraad werden de meeste onderduikers in de zomer van 1944 gearresteerd, inclusief de zussen Brilleslijper. Via Westerbork kwamen de zussen in Auschwitz en later in Bergen-Belsen terecht maar zij overleefden de oorlog, in tegenstelling tot de meeste onderduikers die in concentratiekampen omkwamen.

Het boek ’t Hooge Nest bestaat uit drie delen. Het eerste deel, Oorlog, beschrijft de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog en de eerste jaren van de bezetting. De toenemende druk van de Duitse bezetting wordt steeds duidelijker merkbaar en is grimmig van aard. Merkbaar is de moeite die Roxanne heeft met de houding van de meeste Nederlanders:

“Beetje bij beetje en zonder noemenswaardige tegenwerking van de Nederlandse overheid is een hele bevolkingsgroep van haar rechten en waardigheid beroofd, van de rest van de samenleving geïsoleerd en tot in detail in kaart gebracht” (p. 64 – 65).

Hereditas Nexus

Het tweede deel, getiteld ’t Hooge Nest‘ is vooral spannend van aard. Janny en Lien zijn al actief in het verzet en vinden een huis in de bossen bij Naarden dat een onderduikplaats en een centrum van verzet wordt. Er worden geheime schuilplaatsen gebouwd en er wordt een alarmsysteem aangelegd. Als lezer volg je met ingehouden adem het verhaal waarvan je weet dat het op een dag fout zal lopen. Beangstigend is de beschrijving van de inval, de brute arrestatie van de onderduikers die naar de gevangenis worden afgevoerd en vervolgens in Westerbork belanden.

De beklemming wordt nog veel sterker in het derde deel dat de veelzeggende titel Overleven draagt. Benauwend is het verhaal van de treinreis naar Auschwitz en de meedogenloze selectie van dokter Mengele. Later, wanneer Janny en Lien naar Bergen-Belsen zijn gebracht, ontmoeten ze daar Anne en Margot Frank. De tekening van de omstandigheden in het concentratiekamp is indringend en grijpt je als lezer aan. Hoewel je op grote historische afstand staat, voel je toch de onmenselijke omstandigheden waarin Janny en Lien daar proberen te overleven. Ontroerend is het verhaal van hun thuiskomst.

Het boek ’t Hooge Nest dat dit verhaal vertelt, maakte bij verschijning in 2018 veel los en Roxane van Iperen ontving daarna honderden brieven van mensen die op haar verhaal over de oorlog reageerden. Dit jaar verscheen de 30e druk. Er waren reacties van herkenning omdat lezers mensen uit het boek (her)kenden van vroeger. Anderen voelden zich door het verhaal aangesproken en vertelden over hun eigen oorlogservaringen. Het is bijzonder dat de publicatie van dit boek ’t Hooge Nest zoveel heeft losgemaakt en veel mensen heeft aangemoedigd om over hun – vaak lang verzwegen – oorlogservaringen te vertellen. Zo wordt ’t Hooge Nest na vele jaren op een andere manier weer een toevluchtsoord voor mensen die zich daar veilig en begrepen voelen. Deze brieven laten iets zien van de impact die de Tweede Wereldoorlog op het leven van mensen had en nog steeds heeft.

Ook de 4 mei lezing die Roxane van Iperen dit jaar hield en haar Cleveringa lezing, genoemd naar de rede van de Leidse hoogleraar in de oorlog, zijn in

Roxane vindt dat zij niet mag zwijgen en wil graag stem geven aan mensen die de oorlog hebben meegemaakt. Zij stelt dat herdenken pijn mag doen wanneer ongemakkelijke herinneringen en een soms pijnlijke waarheid – ‘goede’ Nederlanders die te weinig stelling hebben genomen – worden verteld. Roxane pleit voor een eerlijke omgang met het oorlogsverleden waarin enkelingen de moed hadden om zich te verzetten maar de meeste mensen hebben gezwegen en wegkeken.

Verder wordt het verhaal van het Apeldoornsche Bosch verteld, de Joodse psychiatrische kliniek in Apeldoorn waarvan de 1250 bewoners in 1943 door de Duitsers werden weggevoerd. Het is een aangrijpend verhaal dat lang onbekend is gebleven.

Roxane van Iperen is jurist en schrijft voor Vrij Nederland, Het Financieele Dagblad, NRC Handelsblad en Het Parool. Brieven aan ’t Hooge Nest is een waardevol en ook wel confronterend boek.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles