"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Caravaggio, Een leven tussen licht en duisternis

Donderdag, 27 december, 2018

Geschreven door: Andrew Graham-Dixon
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Schurk en genie, de twee levens van de grote Italiaanse meester

Wie komende weken de tentoonstelling Utrecht, Caravaggio en Europa in het Centraal Museum wil bezoeken en zich goed wil voorbereiden kan terecht bij de lijvige biografie over Caravaggio van Andrew Graham-Dixon. Het boek leest als een schelmenroman en is tegelijkertijd een cursus kunstgeschiedenis.

[Recensie] Michelango Merisi da Caravaggio (1571-1610) was geen lieverdje. Als er rotzooi werd getrapt, als er werd geknokt, als er een duel moest worden uitgevochten, dan was er een grote kans dat de beroemde schilder erbij was. De keren dat hij in aanraking kwam met justitie zijn talrijk. Altijd was er wel wat. Het minste vergrijp was nog wel dat Caravaggio, die altijd een dolk of degen droeg, wegens verboden wapenbezit werd gearresteerd (alleen mannen van adel mochten in de meeste Italiaanse steden van rond 1600 een wapen dragen). Maar de heethoofdige schilder werd ook menigmaal vastgezet wegens mishandeling en uiteindelijk ook voor moord. Meestal wist Caravaggio zich er weer uit te praten, of vluchtte hij eenvoudigweg voordat hij kon worden opgepakt. Niet zelden ontsprong hij de dans doordat zijn hooggeplaatste beschermers die verslaafd waren aan zijn schilderkunst hem vrij wisten te krijgen. Nieuw aan deze biografie is dat kunstkenner Andrew Graham-Dixon een groot aantal relatief recent ontdekte juridische documenten waarin Caravaggio en zijn misdaden wordt beschreven heeft bestudeerd en met elkaar heeft vergeleken. Hierdoor weten we nu veel meer van Caravaggio de mens – of beter – de wetsovertreder, de misdadiger en de moordenaar, dan in voorbije eeuwen.

Zeker de helft van zijn biografie gaat over ‘deze’ Caravaggio en dat beeld is als gezegd niet erg positief. Caravaggio leefde graag aan de onderkant van de samenleving, zijn vrienden waren pooiers, oplichters, hoeren en al die andere mensen die in de rijke Italiaanse steden van die tijd het niet zo nauw namen met de wet. Een enkele keer deed Caravaggio verslag van deze zelfkant uit de renaissancetijd zoals in zijn schilderij De kaartspelers waarin een jonge edelman wordt opgelicht of in de schilderijen waarin mensen werden vermoord of aangevallen. Zijn modellen ronselde hij in de kroegen die hij frequenteerde. De dame die model stond voor de  schilderijen Martha en Maria Magdalena, De heilige Catharina en Judith en Holofernes was een prostituee met de naam Fillide Melandroni waar Caravaggio een tijd mee optrok. Veel van de modellen voor de heiligen en apostelen in Caravaggio’s werken waren boerse en eenvoudige mensen, levensecht geschilderd waarmee Caravaggio het gewone volk vereeuwigde.

Contrareformatie

Boekenkrant

Ondanks zijn misdadige kant is Caravaggio de kunstenaar – geheel in lijn met zijn tijd – bezig met het afbeelden van Bijbelse taferelen. Als mens was hij vooral de zondaar, in zijn werken is hij godsvruchtig. De meeste van zijn werken vertellen over het leven van Jezus, Maria, van apostelen en andere heiligen. Graham-Dixon laat uitgebreid zien hoe Caravaggio’s schildersprogramma ontstond. Caravaggio groeide op in het tijdperk van de contrareformatie, in de jaren nadat Luther zijn stellingen op de deur van Wittenberg had getimmerd en het protestantisme Noord-Europa in zijn ban kreeg. In Italië was men als de dood voor het oprukkende nieuwe geloof. De contrareformatie probeerde een halt te roepen aan het protestantisme, met een mengeling van niet alleen harde repressie, maar ook een herziening van de christelijke boodschap waarin vroomheid weer centraal kwam te staan en er afstand werd genomen van een al te wereldse manier van geloven.

Caravaggio groeide op in Milaan en juist Milaan werd onder het bewind van aartsbisschop Carlo Borromeo een centrum van de contrareformatie. Borremeo zag “de stad als een microkosmos van de wereld […], een plek die op de rand van de verdoemenis balanceerde, vol zondaars die bekeerd en zielen die gered moesten worden.” Niets mocht meer, iedereen moest een vroom en godsvruchtig leven leiden. Ook in de kunst werkte dat door. Kunstenaars werden geacht gelovigen te helpen op het goede pad te blijven. Dat stond haaks op de kunst van de Renaissance met kunstenaars als Michelangelo en Rafaël die teruggrepen naar de Griekse oudheid en werkten met meer afstandelijke religieuze afbeeldingen. Caravaggio stond open voor de oproep van de contrareformatie, betoogt Graham-Dixon. Hij voelde zich meer aangetrokken tot de volkse devotie van eeuwen eerder waarbij schilders hun “schilderijen zo realistisch mogelijk maakten om gelovigen te helpen zelf hun eigen mentale beelden te creëren. Hun gemeenschappelijke doel was de in het Nieuwe Testament beschreven gebeurtenissen zo levendig mogelijk neer te zetten, zodat vrome christenen zich konden voorstellen dat ze er zelf als aanwezigen aan deelnamen, en bijvoorbeeld meerouwden om de dood van Christus of voor het kindje Jezus hielpen zorgen bij de vlucht van de Heilige familie naar Egypte […].”

En zo werd Caravaggio’s beeldtaal er een om eenvoudige mensen weer bij de ware leer te houden of te krijgen. Zijn beelden spreken aan, het zijn oerbeelden van devotie, van heiligheid, van geloof.

Onderscheidend was vooral het spel met licht en donker waarmee Caravaggio vele schilders voor en na hem in de schaduw stelde. Volgens Graham-Dixon was zijn schilderkunst “bovenal door zijn gebruik van licht en schaduw zo origineel dat schilders niets minder dan een geheel nieuwe grammatica en geheel nieuw vocabulaire verkregen.” Een halve eeuw tijdens en na Caravaggio’s leven kwamen er velen volgers waardoor Rembrandt uiteindelijk ook is beïnvloed. In de tentoonstelling in Utrecht worden drie minder bekende Caravaggisten geëerd: Gerard van Honthorst, Dirck van Baburen en Hendrick ter Brugghen. Daarna verdween Caravaggio in de vergetelheid. Pas in de twintigste eeuw werd Caravaggio herontdekt en kon zijn werk zich weer in een enorme belangstelling verheugen. De vele studies waarvan de biografie van Andrew Graham-Dixon naar het leven en werk van de misdadige schilder er een is, zijn daar een bewijs van.

Caravaggio, een leven tussen licht en duisternis is een magistrale biografie. Prachtig geschreven, de lezer krijgt geweldige kennis en inzichten aangereikt. Toch blijf je na lezing eigenlijk vertwijfelt achter. Hoe kan zo’n bullebak, zo’n ploert, zo’n opgefokt mannetje, zulke prachtige werken hebben gemaakt. Die vraag blijft onbeantwoord. De biografie is eigenlijk twee boeken, die maar weinig samen komen, in een. We weten na lezing van het boek alles over Caravaggio de misdadiger, gebaseerd op historische bronnen en juridische verslagen. En we lezen over de kunsthistorische analyse van zijn werk en dat van zijn tijdgenoten. Maar over Caravaggio de schilder kom je weinig te weten. Carravaggio zelf heeft zich nagenoeg nooit uitgelaten over zijn schilderkunst. Daarom weten we weinig over waarom hij bepaalde keuzes maakte als schilder, waarom hij bepaalde afbeeldingen koos, waarom hij werkte met dat licht en donker… Over zijn opvattingen en ideeën als kunstenaar is niets overgeleverd. Wie Caravaggio de kunstenaar echt was zullen we daarom waarschijnlijk nooit te weten komen. Dit gegeven maakt de vertaling van de ondertitel van de biografie, Een leven tussen licht en duisternis wat misleidend. De oorspronkelijke ondertitel is A life Sacred and Profane is beter, want over dat leven ‘tussen’ de beide uitersten weten we nu juist veel te weinig. En dat is geen verwijt aan de auteur van deze verder prachtige en boeiende biografie, alleen het blijft frustrerend om niet echt te kunnen weten wat de kunstenaar Caravaggio bewoog. Gelukkig zijn er de schitterende schilderijen, we gaan maar weer snel naar ze kijken, om te beginnen in Utrecht, bij de tentoonstelling Utrecht, Caravaggio en Europa.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

De tentoonstelling Utrecht, Caravaggio en Europa is tot en met 24 maart 2019 te zien in het Centraal Museum, Utrecht. Kijk hier voor meer informatie.